DOQ

Onderzoek naar kniedistractie als behandeling voor ‘jonge versleten knieën’

Het Martini Ziekenhuis doet samen met vier andere Nederlandse ziekenhuizen onderzoek naar kniedistractie bij ‘jonge’ versleten knieën. Het onderzoek duurt vijf jaar. Kniedistractie kan het plaatsen van een knieprothese 5 tot 10 jaar uitstellen. Dat is vooral belangrijk voor jonge mensen, aangezien ze een actiever leven leiden waardoor een kunstknie sneller slijt.

Het Martini Ziekenhuis biedt een nieuwe behandelmethode voor ernstige slijtage van de knie: de kniedistractie. Distractie betekent het uitrekken van de knie met een aan beide zijden van het gewricht geplaatst frame. Dit frame zit met botpennen vast aan boven- en onderbeen. In de ruimte die ontstaat, zal het lichaam een nieuw kraakbeen en botweefsel aanmaken. Het resultaat voor de patiënt is een sterke en langdurige vermindering van pijn en bij het overgrote deel van de behandelde patiënten verbetering van functie. Kniedistractie kan daarmee het plaatsen van een knieprothese 5 tot 10 jaar uitstellen. Dat is vooral belangrijk voor jonge mensen, omdat zij over het algemeen actiever zijn waardoor een kunstknie sneller slijt, terwijl ze er juist lang gebruik van moeten maken. Het Martini Ziekenhuis is de enige aanbieder van deze behandeling in het Noorden van Nederland.

Kniespecialist

Orthopedisch chirurg Reinoud Brouwer is kniespecialist en voert de operaties samen met collega Maarten Huizinga uit: ‘Het Martini Ziekenhuis biedt met deze behandeling een goed perspectief voor mensen van 65 jaar of jonger die een versleten knie hebben. Juist dan is het belangrijk om het plaatsen van een prothese uit te stellen. De levensduur van een kunstknie is gemiddeld vijftien jaar. Hoe jonger mensen zijn, hoe actiever ze gemiddeld zijn en een kunstknie zullen belasten, waardoor de kunstknie minder lang meegaat. De ervaring van pijn door de patiënt na de kniedistractie kan behoorlijk afnemen en daarmee zal de kniefunctie toenemen.’

jonge versleten knie

Onderzoek

Het Martini Ziekenhuis voert samen met vier andere Nederlandse ziekenhuizen toegepast onderzoek uit, waarbij de patiënten tot vijf jaar na de behandeling worden gevolgd. Patiënten vullen vragenlijsten in over de pijn die ze ervaren en het functioneren van de knie na de behandeling. Daarnaast bieden röntgenfoto’s inzicht in het effect van de kniedistractie. De speciaal opgeleide specialisten van de vijf ziekenhuizen behandelen ieder zo’n vijftien patienten in de komende periode. Om in aanmerking te komen voor deze behandeling geldt een aantal criteria. Een daarvan is leeftijd. Daarnaast moeten er bijvoorbeeld radiologische tekenen van gewrichtsschade zijn en mag de patiënt geen andere knieaandoeningen hebben. De vijf ziekenhuizen delen de resultaten van operaties en ervaringen van patiënten door middel van gecodeerde gegevens met elkaar.

De kniedistractor is in de afgelopen jaren ontwikkeld in het UMC Utrecht. Een studie van het UMC Utrecht uit 2013 laat – na een periode van twee jaar – een klinische verbetering zien bij 23 patiënten die hun knie 54 tot 64 dagen in distractie hadden. Uit antwoorden op vragen over pijn, functie en stijfheid bleek een verbetering van 70% na een jaar en 74% na twee jaar. Een andere belangrijke verbetering is dat patienten drie maanden na de behandeling minder pijn ervoeren, na een jaar was de pijn afgenomen met 58% en na twee jaar met 61%.

De operatie

De orthopedisch chirurg plaatst de kniedistractor en maakt daarna meteen twee millimeter ruimte in het kniegewricht door de pennen uit elkaar te draaien. De overige drie millimeter ruimte, komt er in de dagen daarna geleidelijk bij door de pennen opnieuw uit elkaar te draaien. Al de eerste dag na de operatie kan de patiënt het been belasten, als hij gebruik maakt van krukken. Distractie van het kniegewricht is niet pijnlijk. Doordat de knie volledig gefixeerd is door de constructie, is het wel vervelend. Zes tot zeven weken na de operatie verwijdert de orthopedisch chirurg de constructie.

Bron: Martini Ziekenhuis
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Tussen de spreekkamer en het schetsboek: arts met beeld als tweede taal

Aios dermatologie Loes Vos maakt naast haar werk medische illustraties. Voor collega’s, patiënten én landelijke campagnes vertaalt ze complexe informatie naar helder beeld. “Ik teken bijna bij elk consult wel iets uit.”

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”