Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Aanpak ondervoeding moet multidisciplinair
Ongeveer een kwart van alle ziekenhuispatiënten is bij opname ondervoed. De aanpak daarvan zou multidisciplinair moeten gebeuren, stellen diëtisten Emma Koster en Wesley Visser van het Erasmus MC in Rotterdam. “Ondervoeding is veel meer dan te weinig eten.”
Ondervoeding uit zich in het verlies van spiermassa en daarmee spierkracht. Dat leidt tot een langere opnameduur, lagere kwaliteit van leven en een grotere kans op overlijden. “Bij veel patiënten is ondervoeding niet direct te zien”, vertelt Visser (afd. nierdialyse). “Als het wél zichtbaar is, is de patiënt al ver in het proces van ondervoeding. Ook patiënten zelf weten vaak niet dat zij ondervoed zijn omdat veel mensen denken dat zij wel genoeg reserves hebben.” Door overgewicht of oedemen kan het lastig zijn om ondervoeding in te schatten, weet Koster (team DarmRevalidatie en kinder-IC, Sophia Kinderziekenhuis). “In het ziekenhuis zit een patiënt middenin een ziekteproces, dan is het juist belangrijk om spiermassa en spierkracht te behouden.”

“Door ondervoeding is er minder snel herstel na een operatie, langere opnameduur en risico op infectie”
Diëtiste Emma Koster
Verstoorde balans
De oorzaak van ondervoeding is een verstoorde balans tussen de behoefte aan voedingsstoffen, en de inname en het benutten daarvan. Ook bewegen speelt een belangrijke rol in dit geheel, licht Visser toe. “Veel mensen bewegen sowieso te weinig, zeker als zij ziek zijn. Als je niet beweegt neemt spierweefsel af, en tegelijk zijn spieren minder in staat om dat weefsel weer op te bouwen. Het is dus een complex samenspel van voeding, beweging, ziekte en medische aspecten.”
Bij baby’s en kinderen wordt ondervoeding vaak veroorzaakt door hun ziekte. Deze patiënten zijn nog in de groeifase. “Bij acute ondervoeding verliezen zij gewicht maar blijft hun lengte aanvankelijk nog goed”, vertelt Koster. “Maar bij chronische ondervoeding hebben zij gewoonweg te weinig energie om in de lengte te groeien. Ook organen kunnen zich dan niet goed ontwikkelen. Als kinderen dat voor en tijdens de puberteit niet kunnen inhalen, kan dat blijvend zijn. Ook bij jongvolwassenen kan ondervoeding de verdere ontwikkeling aantasten.”
Minder snel herstel
Ondervoeding komt voor bij patiënten van alle leeftijden. Het kan van invloed zijn op de zelfredzaamheid thuis en versnelt de leeftijdsgebonden afname van de spiermassa, oftewel sarcopenie. Dat proces leidt tot verhoogde kans op vallen, fracturen, lichamelijke beperkingen en sterfte. Koster: “Door ondervoeding is er tevens minder snel herstel na een operatie, langere opnameduur en risico op infectie vanwege verminderde weerstand.”
Het vaststellen van ondervoeding gebeurt in eerste instantie door vet- en spiermassa te meten. Iemand van 80 kilo kan 60 kilo spieren hebben maar ook 40. Daarnaast wordt nagegaan hoeveel iemand eet en wat die persoon echt nodig heeft. “Bovendien doen we functionaliteitstesten zoals knijpkracht. Daarmee kunnen we de ernst van de ondervoeding inschatten”, licht Visser toe. “Op de dialyseafdeling doen verpleegkundigen de metingen en diëtisten de functionaliteitstesten, waarna we samen tot een diagnose komen.”
“Snel aankomen is voor ondervoede patiënten niet de oplossing, want dan ontstaat juist vetmassa”
Diëtiste Emma Koster
Persoonlijke aanpak
Na analyse van voedingstekorten en problemen worden met de patiënt opties besproken om tekorten aan te vullen. Snel aankomen is voor ondervoede patiënten niet de oplossing, want dan ontstaat juist vetmassa. Koster vertelt dat de aanpak afhangt van de leeftijd, cultuur, smaak, voorkeur en het ziektebeeld van de patiënt. “De basis is een energie- en eiwitrijk dieet, maar de uitvoering verschilt vanwege onder andere smaakbeleving, eetlust en klachten zoals misselijkheid of braken. Voor spieropbouw werken we ook samen met fysiotherapeuten. Die samenwerking zou overigens nog intensiever kunnen. Diëtisten behandelen patiënten vanuit het hele ziekenhuis. De ene afdeling heeft al samenwerking met fysiotherapie, bij de andere is dat minder. Terwijl het logisch is om ondervoeding aan te pakken met zowel voeding als beweging.”

“Oudere patiënten kunnen zelf nog invloed hebben op hoe de komende jaren er voor hen uitzien”
Diëtist Wesley Visser
Gezamenlijke behandeling
Het bewustzijn over ondervoeding neemt wel toe, merkt Visser. Veel afdelingen staan volgens hem open voor gezamenlijke behandeling ervan. “Op de nierdialyse werd vroeger gedacht dat dialysepatiënten nu eenmaal zwak zijn en dat daar weinig aan te doen was. Maar nu zien we bij hen toch verbetering door meting en behandeling en doordat zij er zelf mee aan de slag gaan.”
De behandeling van ondervoeding zou altijd multidisciplinair moeten gebeuren, vinden Koster en Visser. De arts kan samen met diëtisten het voedingsbeleid uitdragen. Visser geeft aan dat ook facilitair zorgmedewerkers een belangrijke rol hebben. Zij verstrekken immers de maaltijden en vragen wat mensen willen eten. “En essentieel in de samenwerking tegen ondervoeding vind ik de verpleegkundigen. Zij zien en horen patiënten continu en spreken ook de familie. We hebben hen echt nodig.”
Spieren en spierkracht zijn belangrijk voor kwaliteit van leven en voor wat je nog kan, zoals koken en boodschappen doen. “Dit vertellen we ook aan oudere patiënten, besluit Visser. “Dan realiseren zij zich dat zij zelf nog invloed hebben op hoe de komende jaren er voor hen uitzien.”