DOQ

Aantal kinderen met diabetes type 1 verdubbeld

Het aantal kinderen dat per jaar de diagnose diabetes mellitus type 1 krijgt, is in de afgelopen dertig jaar verdubbeld. Dat concludeert Angelien Spaans-Hummelink in haar proefschrift. Spaans werkt als kinderarts op de diabetespoli van de Isalakliniek in Zwolle en voerde haar onderzoek uit in samenwerking met het UMCG.

‘Het onderzoek komt eigenlijk voort uit praktijkvragen. Wij hadden het gevoel dat er steeds meer kinderen de diagnose krijgen, vooral in de winter. En we vroegen ons af in hoeverre pubers zelf in staat zijn hun bloedsuikerspiegel van het bloed te regelen. Onder andere deze vragen heb ik onderzocht en samengevat in mijn proefschrift.’ Spaans promoveerde recent bij de Rijksuniversiteit Groningen.

Vaker in de winter

Naast een toename van het aantal kinderen, blijkt uit het onderzoek van Spaans ook dat de meeste diagnoses in het najaar en in de winter gesteld worden. Spaans gebruikte voor haar onderzoek gegevens van kinderen van 0 tot 14 jaar uit de database Vektis, waarin zorgverzekeraars informatie bijhouden over gestelde diagnoses en uitgeschreven recepten voor medicatie. ‘De toename in het aantal diagnoses, en ook het feit dat dat seizoensgebonden is, is niet uniek voor Nederland,’ vertelt ze. ‘Dat beeld zien we wereldwijd.’ Een directe verklaring voor die seizoensgebondenheid is er nog niet. ‘Men vermoedt wel dat het met virussen te maken heeft, maar daar is nog geen sluitend bewijs voor.’ Opvallend is overigens dat de diagnose bij kinderen van 0 tot 4 jaar juist vaker in het voorjaar gesteld wordt.

Auto-immuunziekten

Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte: het afweersysteem keert zich tegen een systeem van het eigen lichaam, waardoor dat niet goed functioneert. ‘We weten al  dat kinderen met diabetes type 1 relatief vaak een andere auto-immuunziekte hebben, zoals een snelle of een te trage schildklier of coeliakie (glutenallergie).’ Ook daarvoor vond Spaans bewijs: kinderen met diabetes type 1 blijken 24 keer zo vaak ook een schildklieraandoening te hebben. Omdat er voor coeliakie geen medicijnen worden voorgeschreven, vond Spaans daarover geen gegevens in de database.

Pubers

In de puberteit wordt het leven met diabetes type 1 vaak nog ingewikkelder. Pubers willen niet altijd aan anderen vertellen dat ze diabetes hebben en willen voor ‘gewoon’ meedoen. Ze vinden het meten van glucose niet altijd belangrijk, vergeten het vaak ook en eten tussendoortjes mee met hun vrienden. Ondertussen maken ze zich steeds meer los van hun ouders, willen niet dat die zich te veel met hen bemoeien. ‘We zien vaak dat ouders zelf ook vinden dat hun kinderen, als ze zo’n zestien jaar zijn, zelf wel hun bloedsuiker moeten kunnen regelen, en de pubers willen dat vaak zelf ook.’ Spaans vroeg zich af of pubers daar inderdaad zelfstandig genoeg voor zijn. ‘Ik heb daarom bij negentig pubers in kaart gebracht in hoeverre ze steeds voor het eten hun glucose meten en genoeg insuline toedienen voor ze gaan eten (bolussen). Dat blijken ze vaak niet te doen. Maar elke keer dat ze het wel doen, worden hun bloedwaarden beter.’ Spaans toont aan dat pubers die voor alle hoofdmaaltijden goed meten en bolussen, zes keer meer kans hebben de streefbloedwaarden te bereiken dan pubers die dat niet voor elke maaltijd doen.’

Begeleiding

Opvallend is dat pubers, naarmate ze ouder worden, steeds minder therapietrouw worden. Zelf ben ik als kinderarts geneigd om de pubers zelfstandigheid te geven, de ouders er niet meer altijd bij te betrekken. Maar blijkbaar is bijsturen van ouders toch wel nodig. Er is meer onderzoek nodig om uit te zoeken wat de goede balans is tussen loslaten en toch blijven begeleiden.’


Angelien Spaans-Hummelink (1967, Huizen) studeerde geneeskunde aan de vrije Universiteit in Amsterdam en deed haar specialisatie tot kinderarts in het LUMC. Zij verrichtte haar onderzoek bij de diabetespoli van Isala Klinieken in Zwolle in samenwerking met het UMCG. De titel van haar proefschrift is: ‘Scope of epidemiology and daily practice in children with type 1 diabetes in the Netherlands’. Zij blijft na haar promotie werken als kinderarts in de Isala Klinieken te Zwolle.

Bron: UMCG/RUG
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?