DOQ

Afbouwen IVIg bij niet-actieve CIDP: doe regelmatig stoppoging

Patiënten met niet-actieve CIDP kunnen baat hebben bij afbouwen van hun therapie met IVIg. Dat is de conclusie van onderzoek van onderzoekers van het Amsterdam UMC. Volgens de onderzoekers zouden behandelaars hun patiënten moeten blijven monitoren, en regelmatige stoppogingen moeten doen.

Chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP) is een ontsteking van myeline rond de zenuwen, waardoor deze signalen naar spieren en hersenen niet meer worden doorgegeven. CIDP treft jaarlijks 30 tot 100 Nederlanders. Zij kunnen in de loop van twee maanden klachten ontwikkelen, die lijken op het Guillain-Barré-syndroom: ze variëren van krachtverlies en gevoelsstoornissen in de extremiteiten tot verlamming. Waar de ziekte bij de ene patiënt verergert, kan de ander spontaan herstellen. Toch zijn bijna altijd restverschijnselen merkbaar.

Uitdoving

Een van de weinige beschikbare behandelingen is een onderhoudsbehandeling met intraveneus IgG (IVIg), waarmee het immuunsysteem, en dus de chronische ontsteking, wordt onderdrukt. Deze behandeling is effectief en kan leiden tot uitdoving van de ziekte. Maar omdat IVIg bijwerkingen kan geven en kostbaar is, is de vraag of bij alle CIDP-patiënten zo’n onderhoudsbehandeling nodig is.

Wel of geen onderhoudsbehandeling?

Filip Eftimov, neuroloog in het Amsterdam UMC, en collega’s includeerden 60 patiënten onder behandeling met langdurige IVIg, die ze verdeelden in twee groepen – de ene lieten ze de behandeling afbouwen, de andere ging door. De onderzoekers maten het verschil in beperkingen tussen begin en eind van de studie, en het percentage deelnemers dat achteruitging op het gebied van spierkracht en kwaliteit van leven.

Achteruit

Bij de meeste mensen was doorbehandelen met IVIg nodig. Bij stoppen ging tijdens de studie 40 procent achteruit. Na anderhalf jaar was dat 28 procent. Tegelijkertijd bleek bij 40 procent van de patiënten sprake van overbehandeling en kon de onderhoudsbehandeling worden gestaakt. Patiënten die achteruitgingen herstelden snel naar het oude niveau na herstarten van de behandeling.

Wisselend beloop

De onderzoekers concluderen dat afbouwpogingen een essentieel onderdeel zijn van een behandeling met IVIg voor CIDP. De ziekte kent een wisselend beloop, waarop afbouwen geen invloed heeft. Tegelijkertijd blijken patiënten ook weer snel te verbeteren na een herstart met IVIg. Bij een geringe verslechtering van de conditie, zeggen de onderzoekers, is eerst monitoren van de ziekte een optie die de aandacht verdient. Zij bevelen behandelaars aan om bij de start van de behandeling de latere inzet op regelmatige stoppogingen te bespreken. Tegelijkertijd zou toekomstig onderzoek zich moeten richten op het identificeren van biomarkers voor de ziekteactiviteit, waardoor beter kan worden voorspeld welke CIDP-patiënten het meest baat hebben bij afbouwen van de therapie.

Referentie: ZonMw resultaten onderzoek, ZonMw interview Neuroloog Filip Eftimov

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Tussen de spreekkamer en het schetsboek: arts met beeld als tweede taal

Aios dermatologie Loes Vos maakt naast haar werk medische illustraties. Voor collega’s, patiënten én landelijke campagnes vertaalt ze complexe informatie naar helder beeld. “Ik teken bijna bij elk consult wel iets uit.”

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”