DOQ

Agendeer afbouwen van antidepressiva

Psychiater Christiaan Vinkers, hoogleraar Stress en Veerkracht aan het Amsterdam UMC, doet onderzoek naar het afbouwen van antidepressiva. Vanuit de Afbouwpoli GGZ InGeest in Amsterdam adviseert hij patiënten en zorgverleners met vragen over afbouwen. “Soms gebruiken mensen jarenlang antidepressiva zonder dat iemand begint over stoppen. Daarom mijn oproep aan zorgverleners: agendeer afbouwen, ga in gesprek!”

Praten over het afbouwen van antidepressiva is niet vanzelfsprekend. Patiënten kunnen aarzelen omdat ze bang zijn voor terugval of voor onttrekkingsverschijnselen. Redenen om te stoppen zijn bijwerkingen, onvoldoende effect of langdurige remissie van de klachten. “Huisartsen en apothekers beginnen er vaak niet zelf over. Ga als zorgverlener het gesprek aan. Agendeer dit”, zegt Christiaan Vinkers. “Stoppen is geen doel op zich; antidepressiva kunnen levensreddend zijn. Toch zie je vaak dat antidepressiva gedachteloos doorgebruikt worden. Soms al 20 jaar lang.”

(Fotografie: Eelkje Colmjon)

“De gedachte is vaak dat afbouwen altijd moeilijk is”

Psychiater prof. dr. Christiaan Vinkers

Misvattingen

Rondom afbouwen leven misvattingen bij patiënten en zorgverleners, stelt de Amsterdamse psychiater. “De gedachte is vaak dat afbouwen altijd moeilijk is. Bij sommige patiënten gaat dit inderdaad moeilijk, met veel onttrekkingsverschijnselen, maar bij een grote groep lukt dit zonder grote problemen. Vaak wordt ook gedacht dat er weinig mogelijkheden zijn om af te bouwen in kleine doseerstapjes. Daar ligt een rol voor apothekers. Zij kunnen antidepressiva in vloeibare vorm verstrekken, zoals citalopramdruppels of paroxetinedrank. Hiermee kan in kleine stapjes afgebouwd worden. Ook kunnen ze lage doseringen die niet in de handel zijn, zelf in capsules bereiden of bestellen bij een magistrale bereider. Het multidisciplinaire document ‘Afbouwen SSRI’s en SNRI’s’ biedt daarvoor goede handvatten’1 Overigens lukt het vaak om af te bouwen met standaarddoseringen.”

“Bewezen is dat afbouwen met goede begeleiding vaak lukt”

Bewijs

Bij afbouwen gelden drie belangrijke vragen, zegt Vinkers. “Wíé kan stoppen, wánneer kan iemand stoppen en hóé moet iemand stoppen? Er is wel enig wetenschappelijk bewijs rondom stoppen van antidepressiva, maar er is nog meer nodig.” Welk bewijs is er dan al wel? “Antidepressiva halveren de kans op terugval na een depressie als iemand hersteld is. Met antidepressiva is de kans op terugval ongeveer 20%, zonder ongeveer 40%. Doorslikken is dus niet voor niets. Maar de kans op terugval wordt over de tijd steeds kleiner. Stoppen wordt dan een optie. Daarbij kun je als vuistregel aanhouden dat er minimaal een aantal maanden nodig is om af te bouwen. Bewezen is ook dat afbouwen met goede begeleiding vaak lukt. Apothekers en huisartsen kunnen patiënten daartoe motiveren. Na afbouwen is de kans op terugval groter, dat is iets wat patiënten en zorgverleners moeten meewegen.”

“Rond afbouwen staan nog veel vragen open, waarnaar verschillende studies lopen”

Openstaande vragen

Rond afbouwen staan nog veel vragen open, zegt Vinkers. “Wanneer bouw je af? Bij wie kun je afbouwen? Hoe lang moeten mensen antidepressiva slikken? Hoe moet afbouwen in technisch opzicht? In welke stappen? Hoe snel? Zijn er psychologische interventies nodig? Naar deze vragen lopen verschillende studies, zoals de recent afgeronde OPERA-studie – naar citalopram en sertraline – en de nu lopende TEMPO-studie.2 Hierin onderzoeken we verschillende wijzen van afbouwen van paroxetine en venlafaxine. Van deze laatste studie loopt de rekrutering nog. Ik roep apothekers en huisartsen graag op om patiënten in te sturen, zeker in de regio Amsterdam en Nijmegen. En ze zijn van harte welkom om mij of de Afbouwpoli vragen over afbouwen te stellen.” 

Consensusdocument

Apothekers – en ook huisartsen – die aan de slag willen met afbouwen, kunnen informatie vinden op een website die Vinkers speciaal voor hen heeft ingericht.3 Apothekers vinden hier achtergrondinformatie over afbouwen. Ook is er een multidisciplinair consensusdocument over afbouwen beschikbaar met daarin afbouwschema’s, die vooral pragmatisch van aard zijn. “Bouwen apothekers af volgens tabel 3 uit dit document, dan krijgen ze de afbouwmedicatie vergoed van de zorgverzekeraar”, zegt Vinkers.

Referenties:
1 Informatie over afbouwen voor apothekers: https://antidepressiva.nl/apothekers.pdf
2 TEMPO-studie: https://www.radboudumc.nl/lopende-onderzoeken/tempo
3 Afbouwpoli: www.afbouwpoli.nl

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?