DOQ

Alle hens aan dek voor een open toekomst voor ieder kind

Kinderarts-intensivist Koen Joosten en kinder- en jeugdartsen Brita de Jong-van Kempen, Anne van Els en Wendela Leeuwenburgh-Pronk doen in een opiniestuk een maatschappelijke oproep voor het welzijn van kinderen tijdens COVID-19.

Kinderen hebben recht op een open toekomst. Door COVID-19 staat dat recht onder druk, ook in Nederland. Onnodige bijkomende schade aan de gezondheid en het welzijn van een kind kan in negatieve zin bepalend zijn voor zijn of haar toekomst. Dit is niet aanvaardbaar. Kinderen kunnen hun stem niet laten horen, kinder- en jeugdartsen hebben de taak om voor de gezondheidsbelangen van kinderen op te komen en hun stem te vertegenwoordigen.

(bron foto pixabay)

Kinderrechtencrisis

“De coronacrisis draait steeds meer uit op een mondiale kinderrechtencrisis”, stelde onlangs de UN-gerelateerde Alliance for child protection in humanitarian action. Rapportages van kinderrechtenorganisaties Unicef en KidsRights maken hartverscheurend duidelijk wat dat betekent. Wereldwijd raken miljoenen kinderen door lockdowns, scholensluitingen, economische neergang en bezwijkende zorgsystemen verstoken van voldoende voeding, onderwijs, veiligheid, vaccinaties, medicijnen, gezondheidszorg en, meer in algemene zin, een open toekomst.

Het virus zelf is over het algemeen mild voor kinderen, maar de strijd ertegen raakt ze hard. Marc Dullaert, voormalig kinderombudsman en oprichter van kinderrechtenorganisatie KidsRights, verwoordde het in mei 2020 als volgt: “In deze pandemie lijken kinderen te zijn vergeten als een high risk group.” Een voorbeeld: in april 2020 telde Unicef 800 miljoen kinderen die niet naar school gingen. Voor bijna de helft daarvan betekende dat tevens geen dagelijkse schoolmaaltijd, voor velen de enige voedzame maaltijd van de dag.

Situatie Nederland

Als kinder- en jeugdartsen haalden we aanvankelijk opgelucht adem, toen in maart het bewijs zich opstapelde dat het nieuwe coronavirus op kinderen veel minder vat heeft dan op volwassenen. Maar al snel maakte die opluchting plaats voor zorgen over de bijkomende schade. De noodzakelijke maatregelen om de eerste golf in te dammen hadden, in Nederlands perspectief, grote gevolgen voor het welzijn en de gezondheid van kinderen.

Onderzoeksresultaten

In de afgelopen (relatief rustige) maanden zijn steeds meer onderzoeksresultaten beschikbaar gekomen over de gevolgen van die maatregelen. Denk aan de afschaling van de reguliere zorg tijdens de eerste golf, het sluiten van scholen en sportvoorzieningen, het wegvallen van dagbesteding en bezoekregelingen in de gehandicaptenzorg en social distancing in het algemeen. Wij hebben de meest relevante resultaten geanalyseerd en concluderen daaruit dat de impact van de pandemie op de fysieke, cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling van kinderen substantieel is.

Er zijn ook positieve geluiden. Zo tonen kinderen ook hun veerkracht, vaart een aantal kinderen wel bij thuisonderwijs en was een deel blij tijdens de lockdown hun ouders vaker te zien. Maar helaas overheerst een negatief beeld.

Kinderen zijn voor hun welzijn, groei en ontwikkeling afhankelijk van onderling contact en interactie met volwassenen die belangrijk voor hen zijn. Dat geldt zeker voor kwetsbare kinderen. De maatregelen van de lockdown, gekenmerkt door thuisblijven en afstand houden, belemmerden dat contact en die interactie.

Buiten beeld

Bovendien konden kinderen buiten beeld raken, wat onveiligheid en/of leer- en ontwikkelingsachterstanden heeft opgeleverd en vergroot. De pandemie en de gevolgen daarvan raken kinderen in kwetsbare omstandigheden of met een beperking of aandoening harder dan andere kinderen, concluderen we in onze analyse.

Gelukkig drongen de beroepsorganisaties van kinderartsen, jeugdartsen en kinderpsychiaters tijdens de lockdown al snel aan op versoepeling van de crisismaatregelen waar deze onnodig de belangen van kinderen inperkten. Dat leidde onder meer tot heropening van kinderdagverblijven, basis- en later ook middelbare scholen en sportfaciliteiten voor kinderen.

Nu de tweede golf lijkt te zijn begonnen, is het van belang dat er niet nog meer onnodige schade bij kinderen ontstaat. De beste oplossing is natuurlijk dat iedereen zich weer aan de basisregels houdt. Afstand houden, drukte vermijden, thuisblijven bij klachten en je laten testen.

Gebeurt dit te weinig, dan moeten we erop toezien dat er geen nieuwe maatregelen komen die kinderen onnodig schaden, zoals het volledig sluiten van de basis- en middelbare scholen. We weten veel meer van het virus dan in februari en maart en kunnen dergelijke maatregelen daarom met nog meer autoriteit ontraden. Als er toch nieuwe maatregelen nodig zijn die kinderen raken, dan is het van belang de kwetsbare kinderen in beeld te hebben zodat met specifiek beleid ernstige achterstand of schade bij hen kan worden voorkomen.

In onze spreekkamers

Als kinder- en jeugdartsen gaan we steeds meer de gevolgen van de COVID-19 crisis terugzien in onze spreekkamers, maar ook in ons onderzoek. We zien de obese kinderen die nog meer zijn aangekomen door het vele thuiszitten, de kinderen die slachtoffer zijn geworden van huiselijk geweld en daar nu pas over durven te praten, kinderen die last hebben van spanningen thuis omdat vader of moeder geen werk meer heeft. En waarschijnlijk ook de kinderen die psychische klachten ontwikkelen door de coronamaatregelen.

De COVID-19 crisis heeft ons geleerd dat het onze taak als kinder- en jeugdartsen is om alerter te zijn op deze én andere, minder voor de hand liggende gevolgen van deze crisis. Ook vinden we dat de gevolgen met elkaar in kaart moeten brengen, bespreken en in overleg met onze beroepsorganisaties naar buiten brengen.

Daarnaast is het wenselijk dat we samen met beleidsmakers en ketenpartners in de zorg voor kinderen bijtijds suggesties doen hoe onnodige schade bij kinderen door coronabeleid te voorkomen is. Mooi voorbeeld daarvan is het pleidooi van Zorg voor de jeugd, een initiatief van onder andere het Nederlands Jeugd Instituut (NJI), om bij het opschalen van een veiligheidsregio naar een hogere alarmfase, van bijvoorbeeld ‘waakzaam’ naar ‘zorgelijk’, specifiek rekening te houden met de gevolgen voor specifieke groepen kinderen.

Pleitbezorger

Wij vinden dat niet alleen kinder- en jeugdartsen, maar ook alle andere artsen (en eigenlijk alle zorgverleners en maatschappelijk betrokken organisaties) in deze uitzonderlijke tijden de taak hebben om te bedenken wat ze kunnen doen om onnodige schade bij kinderen te voorkomen en pleitbezorger te zijn voor de belangen van kinderen.

Wij doen daarom het voorstel dat artsen tijdens elk consult specifieke aandacht hebben voor de mogelijke gevolgen van de COVID-crisis. Wij noemen dit de COVID-19-check: hoe gaat het met het kind in deze coronatijd? Wat heeft de coronapandemie veranderd in positieve zin? En wat in negatieve zin? Hebben de ouders hun baan nog? Zijn de ouders in staat thuisonderwijs te geven en zijn de middelen daarvoor beschikbaar?

Tevens doen we een oproep aan onze collega’s om in het publieke debat de kinder- en jeugdartsen te steunen waar zij opkomen voor de belangen van kinderen. Zoals dat voor het corona tijdperk bijvoorbeeld ook al gebeurde met thema´s als een rookvrije generatie en het recht op vaccinaties als voorwaarde om veilig op te kunnen groeien. Kinderen zijn de toekomst en ze verdienen onze onvoorwaardelijke steun.

Download de analyse.


Auteurs:

Prof. dr. Koen Joosten – kinderarts-intensivist, Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis
Dr. Brita de Jong-van Kempen – kinder- en jeugdarts, kinderarts sociale pediatrie, Medisch Centrum Leeuwarden
Drs. Anne van Els – aios kindergeneeskunde, AmsterdamUMC-Emma Kinderziekenhuis
Drs. Wendela Leeuwenburgh-Pronk – kinderarts, AmsterdamUMC-Emma Kinderziekenhuis

De auteurs zijn verenigd in de Commissie Pleitbezorging, een denktank van kinder- en jeugdartsen voor de respectievelijke beroepsverenigingen. Zij schrijven dit opinieartikel en de onderliggende analyse op persoonlijke titel. 

Bron: Erasmus MC
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”