DOQ

Allergy Institute wil kennis inhalatie­allergieën vergroten

Het nieuwe Nederlandse Allergy Institute richt zich op het verspreiden van multidisciplinaire kennis over inhalatieallergieën onder zorgverleners. Longarts Gert-Jan Braunstahl van het Franciscus Gasthuis in Rotterdam vertelt over het instituut.

“Laten we eerlijk zijn”, zegt Gert-Jan Braunstahl. “Meestal krijgt een patiënt met inhalatieallergie antihistaminica en een corticosteroïden spray. Als dat niet werkt, denken maar weinig artsen aan aanvullende diagnostiek en behandelopties. Daar willen we verandering in brengen.” Zo motiveert Braunstahl de start van het Allergy Institute eind vorig jaar.

“Het instituut wil meer zorgverleners bewust maken van het feit dat je een luchtwegallergie kunt behandelen en misschien wel genezen”

Longarts Gert-Jan Braunstahl

Creëren van awareness

Het werk van het instituut draait volgens de longarts, en lid van de raad van advies, om het creëren van awareness bij collega’s. Het instituut wil met onder meer nascholing, webinars en podcasts de kennis over inhalatieallergieën bijwerken en zo meer zorgverleners bewust maken van het feit dat je een luchtwegallergie kunt behandelen en misschien wel genezen. “In eerste instantie richten we ons op de medisch specialist in de tweede lijn en daarna op de huisartsen”, aldus Braunstahl. Daarbij staan de drie belangrijkste inhalatieallergieën (huisstofmijt, boom- en graspollen) voorop, hoewel er ook aandacht zal zijn voor minder bekende inhalatieallergieën als bakkersastma.
Het instituut wil helpen vooruitgang te boeken op het gebied van diagnostiek, multidisciplinaire zorg en de behandeling van inhalatieallergieën. Daarvoor wil het krachten uit de onderzoekswereld en de zorg bundelen. Dat is nodig, want de 5 miljoen Nederlanders met een inhalatieallergie kosten de samenleving jaarlijks 20 miljard euro. Deze gaan onder meer op aan zelfzorg, medische hulp en verlies van arbeidsproductiviteit. Deze maatschappelijke impact wordt nog onvoldoende gezien.

“Ik bespreek de mogelijkheden van immunotherapie met mij patiënten en laat hen de keuze voor een van de twee varianten”

Subcutaan of sublinguaal

Een voorbeeld waaraan het instituut werkt is de awareness rondom subcutane en sublinguale immunotherapie. “De laatste jaren laten meer en meer studies zien dat beide vormen van immunotherapie een gunstig effect hebben”, zegt Braunstahl. “Ik bespreek de mogelijkheden van immunotherapie met mij patiënten en laat hen de keuze voor een van de twee varianten. De meesten kiezen voor de tabletten omdat deze veiliger en comfortabeler in het gebruik zijn. Zeker bij mensen met astma is de sublinguale variant het afwegen waard. In het verleden zag ik dat, als gevolg van de subcutane immunotherapie, het astma van patiënten ernstig ontregeld kan raken. Bij de sublinguale variant zie ik dat eigenlijk nooit.”

“Adolescenten en jongvolwassenen kiezen vaak bewust voor de subcutane variant omdat ze van zichzelf weten dat ze de tabletten gaan vergeten”

Kinderen

Immunotherapie is mogelijk voor kinderen vanaf zes jaar. Voor hen is een gedegen overweging voor de keuze voor subcutane of sublinguale immunotherapie belangrijker, meent Braunstahl. “De therapie met tabletten vereist strikte therapietrouw gedurende de drie jaar dat deze duurt. Hoe controleer je of het kind de tablet wel op de juiste manier gebruikt? Hoewel de meeste kinderen zullen opzien tegen maandelijkse injecties, moet je de afweging maken of het raadzaam is om een tablet voor te schrijven. Adolescenten en jongvolwassenen kiezen vaak bewust voor de subcutane variant omdat ze van zichzelf weten dat ze de tabletten gaan vergeten.”
Kinderen hebben een belangrijk voordeel ten opzichte van volwassenen. Hun jonge immuunsysteem went makkelijker aan de allergenen in de immunotherapie dan dat van volwassenen. Braunstahl: “Hoe ouder je wordt, hoe minder effectief de therapie. Dit komt doordat je immuunsysteem bij het ouder worden minder actief is. Hoe vroeger je met de therapie begint, hoe beter dus.”

Interdisciplinariteit

Het Allergy Institute richt zich op alle facetten van de diagnostiek, onderzoek en behandeling van inhalatieallergieën. Het instituut hecht veel waarde aan interdisciplinariteit. De leden komen uit diverse disciplines en werken bij universiteiten, ziekenhuizen en onderzoeksinstituten. “Alleen door samen te werken, kunnen we ervoor zorgen dat allergie wordt gezien en steeds beter wordt behandeld”, schrijft de website. Om de objectiviteit van het instituut te waarborgen, heeft het een onafhankelijke kwaliteitscommissie. “De inhoud van ons werk wordt niet gestuurd door de farmaceutische industrie die ons sponsort”, besluit Braunstahl.

Referentie: https://theallergyinstitute.nl

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Minder allergieën: ‘beetje modder, minder zeep en wat gezonde chaos’

Het aantal mensen met een allergie neemt toe. Hoe komt dit en is dit tij te keren? Allergoloog Hanneke Oude Elberink geeft uitleg en praktische adviezen. “We zien een wereldwijde trend die we niet louter op een verhoogde perceptie kunnen afschuiven.”

Casus: vrouw met mogelijke pneumonie

Een 64-jarige vrouw presenteert zich op de spoedeisende hulp vanwege verdenking op een pneumonie. Ze heeft een voorgeschiedenis van COPD en twee maanden eerder had zij een symptomatische COVID-19-infectie. Wat is uw diagnose?

Bij complexe casuïstiek is meedenken huisarts waardevol voor specialist

Carel Veldhoven, de eerste Academische Generalist in een academisch ziekenhuis, wil dat de specialist bij complexe problematiek de huisarts laat meedenken. “Huisartsen hebben een andere pragmatiek, kennis en kunde, die ook in een academisch ziekenhuis meerwaarde heeft.”

‘De tijd is rijp om mensen integraal te behandelen’

Kelly Dollenkamp leidt het spreekuur integrale geneeskunde oncologie, waar patiënten leren hoe ze zelf hun gezondheid en kwaliteit van leven kunnen verbeteren naast hun reguliere behandeling. “Patiënten kunnen zelf veel doen om hun gezondheid te bevorderen.”

‘Allergie of nie?’: beoordeling van antibiotica in de allergiebanner

Hanneke Oude Elberink geeft adviezen om onterechte vermelding van antibiotica-allergieën in de allergiebanner tegen te gaan. “Als een patiënt aangeeft allergisch te zijn voor antibiotica, vraag dan de aard van de klachten goed uit.”

Over bias, gezondheids­verschillen en racisme in de gezond­heidszorg

Alana Helberg-Proctor legt uit hoe ‘de witte man’ nog steeds de standaard is in de gezondheidszorg, met gevolgen voor andere bevolkingsgroepen. “Iedereen die niet tot deze referentiegroep behoort, kan benadeeld worden. Want de zorg is niet primair op hen afgestemd.”

Casus: man met zwelling in de hals

Een 60-jarige man heeft al vele jaren een zwelling mediaan in de hals. Voorheen nooit last van gehad. Echter, het laatste jaar is de afwijking langzaam progressief in omvang gegroeid en is er toenemende last van een globusgevoel. Wat is uw diagnose?

‘Euthanasie heeft ethische, psycho­logische en sub­jectieve aspecten’

Intervisiebegeleider Jacintha Verhallen deelt de uitdagingen waar euthanasieartsen voor staan, van ethische dilemma's tot psychisch lijden bij jongeren. “De intervisiegroepen vormen een leercirkel, waarin de deelnemers reflecteren op hun ervaringen.”

Limburgse apotheek wil chronisch gebruik slaap­medi­catie voorkomen

Apotheker Waan Yasen startte in samenwerking met huisartsen en de gemeente Reuver een project om chronisch gebruik van slaapmedicatie te voorkomen. “We willen patiënten bewust maken van de risico’s. Een alternatief voor medicatie is bijvoorbeeld slaaptherapie.”

‘Zorg dat je digitaal geletterd blijft’

Maartje Schermer deelt enkele ethische vraagstukken die spelen bij technologische ontwikkelingen in de zorg, zoals AI. “Wees er niet bang voor, probeer het uit, en vooral: blijf je er vragen bij stellen. Want één ding is zeker: dit gaat niet meer weg.”


0
Laat een reactie achterx