DOQ

Als je beweegt, wanneer kun je dat dan het beste doen?

Lichaamsbeweging in de late ochtend verkleint het risico op coronaire hartziekten en beroertes. Dat blijkt uit een onderzoek van Gali Albalak (LUMC). Hoewel haar observationele studie nog geen causaal verband kan aantonen, geeft het wel belangrijke aanwijzingen. “Mijn uiteindelijke doel is om, met mijn onderzoek, een extra component toe te voegen aan de beweegrichtlijn: als je beweegt, wanneer kun je dat dan het beste doen?”

Voldoende lichaamsbeweging helpt om ziekten te voorkomen en gezond oud te worden. “We hebben meerdere richtlijnen die ons vertellen hoe vaak, hoe lang en hoe intensief we moeten bewegen. Ik ben geïnteresseerd in een vierde component die nog niet is beschreven in de richtlijnen: wanneer kun je het beste bewegen?”, vertelt Gali Albalak.

“Met behulp van een accelerometer kun je lichamelijke activiteit en beweging objectief en heel nauwkeurig meten”

Onderzoeker fysiotherapeut Gali Albalak

Accelerometrie

Om bovenstaande vraag te beantwoorden onderzocht zij het beweegpatroon van duizenden volwassenen uit de algemene populatie en relateerde dit aan hun risico op hart- en vaatziekten. Lichaamsbeweging werd gemeten met een tri-axiale accelerometer. “Dat is een polsbandje dat 87 tot 100 keer per seconde op drie assen (X, Y en Z) meet waar iemand zich in de ruimte bevindt. Hiermee kun je lichamelijke activiteit en beweging objectief en heel nauwkeurig meten.”
“In de afgelopen jaren zijn er veel algoritmes ontwikkeld waarmee je, op basis van accelerometriedata, patronen kunt ontdekken. Hierin zie je dat er grote verschillen zijn. Er zijn mensen die een piek in hun activiteit hebben in de nacht, en mensen die juist heel actief zijn in de ochtend. Het is dan niet alleen maar interessant om te kijken of iemand wel of niet actief is, maar vooral naar de verschillen in die patronen.”

Unieke dataset

Albalak onderzocht in een vorige studie de bewegingspatronen van 207 mensen. “In deze gegevens, verzameld door mijn collega’s in het LUMC, vonden we al hele interessante dingen. Zo konden we patronen ontdekken in de hoeveelheid lichaamsbeweging over de dag én deze linken aan de metabole gezondheid van mensen, zoals insuline- en glucosewaarden, insulineresistentie en de BMI. We zagen dat mensen die meer bewegen in de ochtend metabool gezonder zijn dan mensen die op dat moment van de dag minder actief zijn, terwijl mensen die meer bewegen in de nacht metabool ongezonder zijn.”1
Vervolgens bestudeerde zij data uit de UK Biobank. “Deze dataset bevat accelerometriedata van ruim 100.000 mensen. Zij hebben allemaal, gedurende zeven dagen lang, een accelerometer gedragen. Zo’n grote dataset is echt uniek. Daarnaast zijn deze data al bewerkt met behulp van een script, waardoor ze toegankelijker zijn dan ruwe data. Een ware schatkist voor onderzoekers.”

“In ons onderzoek vond ik dat vooral mensen die in de late ochtend actief zijn, minder risico hebben op hart- en vaatziekten dan mensen die vooral midden op de dag bewegen”

Vier clusters

In de dataset selecteerde Albalak alle mensen die nog geen geschiedenis hadden van cardiovasculaire aandoeningen (n=86.657). Voor iedere deelnemer berekende zij de relatieve acceleratie per uur. Ofwel: hoe actief is iemand gemiddeld per uur van de dag in vergelijking met zijn of haar gemiddelde activiteit over de hele dag? “Dit geeft een bepaald patroon. Op basis van een statistische analyse vonden we vier clusters in deze patronen. Het eerste cluster, de referentiegroep, leek erg op het gemiddelde van de totale groep. Bij deze mensen zag je ’s nachts minder activiteit, nam de hoeveelheid activiteit geleidelijk toe in de ochtend, was het midden op de dag het hoogst en nam het weer af in de avond. De andere drie clusters lieten, bovenop dit patroon, een duidelijke piek zien in de vroege ochtend, de late ochtend of de avond.”

“Mijn uiteindelijke doel is om, met mijn onderzoek, een extra component toe te voegen aan de beweegrichtlijn: als je beweegt, wanneer kun je dat dan het beste doen?”

Late ochtend

Vervolgens keek zij hoe vaak coronaire hartziekten en beroertes voorkwamen in de verschillende clusters. “We vonden dat vooral mensen die in de late ochtend actief zijn, minder risico hebben op hart- en vaatziekten. Het risico op coronaire hartziekten is voor hen 16% lager, het risico op een beroerte 17% lager dan in de referentiegroep, die geen duidelijke ochtend- of avondpiek in het beweegpatroon heeft. Mensen die in de vroege ochtend actief zijn hebben 11% minder risico op coronaire hartziekten en een gelijk risico op een beroerte in vergelijking met de referentiegroep. Mensen met een activiteitspiek in de avond hebben niet meer of minder risico. De effecten die we vonden waren duidelijker bij vrouwen dan bij mannen en verschilden niet tussen ochtend- en avondmensen.”2

Extra component

Een harde aanbeveling over het moment van de dag waarop je het beste kunt bewegen durft Albalak nog niet te geven. “Bewegen is belangrijk en mogelijk is ’s ochtends bewegen het beste, maar dat laatste weten we nog niet zeker. Om een causaal verband te kunnen aantonen is meer onderzoek nodig, met name in de vorm van interventiestudies. Zo’n studie zijn we momenteel aan het opzetten. Hierin willen we onderzoeken wat het effect is van ’s ochtends of ’s avonds bewegen bij ouderen met slaapproblemen. Mijn uiteindelijke doel is om, met mijn onderzoek, een extra component toe te voegen aan de beweegrichtlijn: als je beweegt, wanneer kun je dat dan het beste doen?”

Bioclock consortium
Albalak verricht haar onderzoek als onderdeel van het ‘Bioclock consortium’. Dit interdisciplinaire netwerk, gefinancierd vanuit de Nationale Wetenschapsagenda, onderzoekt hoe we de biologische klok gezond kunnen houden in onze 24/7 samenleving. Het consortium heeft drie clusters: de biologische klok in de gezondheidszorg, de maatschappij en de natuur.

Referenties:

  1. Albalak G, Stijntjes M, Wijsman CA, et al. Timing of objectively-collected physical activity in relation to body weight and metabolic health in sedentary older people: a cross-sectional and prospective analysis. Int J Obes (Lond). 2022;46(3):515-522.
  2. Albalak G, Stijntjes M, van Bodegom, David, et al. Setting your clock: associations between timing of objective physical activity and cardiovascular disease risk in the general population. Eur J Prev Cardiol. 2022 Nov 14;zwac239.
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Limburgse apotheek wil chronisch gebruik slaap­medi­catie voorkomen

Apotheker Waan Yasen startte in samenwerking met huisartsen en de gemeente Reuver een project om chronisch gebruik van slaapmedicatie te voorkomen. “We willen patiënten bewust maken van de risico’s. Een alternatief voor medicatie is bijvoorbeeld slaaptherapie.”

‘Zorg dat je digitaal geletterd blijft’

Maartje Schermer deelt enkele ethische vraagstukken die spelen bij technologische ontwikkelingen in de zorg, zoals AI. “Wees er niet bang voor, probeer het uit, en vooral: blijf je er vragen bij stellen. Want één ding is zeker: dit gaat niet meer weg.”

‘Het is belangrijk om de hele mens te zien als arts’

Geïnspireerd door haar eigen leven verkent Machteld Huber inzichten en praktische handvatten over de laatste levensfase onder de titel ‘De laatste 1000 dagen’. “Artsen richten zich vaak puur op het fysieke, terwijl de mens een combinatie is van lichaam en geest.”

Ook medisch specialisten kunnen Bloeizones inzetten

Dyane Stolwijk-Woudstra wil medisch specialisten inspireren om Bloeizones door te zetten naar de tweedelijnszorg. “Het gaat er niet om dat je een probleem signaleert en dat ook meteen moet oplossen, maar maak het bespreekbaar, daar gaat het om!”

Casus: man met hinderlijk nachtplassen

Een 67-jarige man bezoekt uw spreekuur met al langer bestaande hinderlijke klachten van nycturie. De ochtendplas niet meegerekend moet hij er zeker drie keer per nacht uit, maar ook wel vaker. Wat is uw diagnose?

Casus: jongen met klachten na operatie keelamandelen

Op de dienstpost verschijnt de 6-jarige Daan, die afgelopen woensdag is geopereerd aan zijn keelamandelen. Hij wil niet drinken, heeft keelpijn, ruikt naar uit zijn mond, is hangerig en heeft witte plekken achter in de mond. Wat is uw diagnose?

Geneeskunde­­student­en krijgen bijsluiter bij AI

Eerstejaars studenten geneeskunde in Leiden krijgen les in de betekenis van AI en medische technologie. Marcel Haas probeert de studenten te laten nadenken over hun rol als arts in de toekomst. “Hoe kunnen artsen technologie inzetten in het contact met patiënten?”

‘Ergo­therapie is het meest bewaarde geheim in de gezond­heids­zorg’

De meerwaarde van ergotherapie in de eerste lijn is bij veel artsen onbekend, terwijl het vak hen juist helpt om zorg dicht bij huis te kunnen bieden, vertelt Lucelle van de Ven. “De paramedische zorg in de eerste lijn moet groeien, dus ook de ergotherapie.”

Winst in levensjaren met persoonlijke aanpak bijwerk­ingen immuun­therapie

De onderzoeksgroep van Karijn Suijkerbuijk ontdekte dat prednison het effect van immuuntherapie bij kanker onderdrukt. Prednison is vaak nodig voor de bijwerkingen, maar zou persoonlijker ingezet moeten worden. “Mijns inziens moet de richtlijn worden aangepast.”

‘Wil je het komende jaar zwanger worden?’

De vraag ‘Wil je het komend jaar zwanger worden?’ zou veel vaker gesteld moeten worden door álle hulpverleners, stelt Annemarie Mulders. “Gezond zwanger worden begint bij bewustwording en kennis over het belang van de periode vóór de zwangerschap.”


0
Laat een reactie achterx