DOQ

Arbeidsstatus geassocieerd met verhoogd risico op acute hartstilstand

Diverse gendergerelateerde factoren zijn geassocieerd met een verhoogd risico op acute hartstilstand. Vooral de populatie-attributieve fractie voor arbeidsstatus is voor beide geslachten verhoogd, sterker voor vrouwen dan voor mannen. Dit zijn de resultaten van recent gepubliceerd Nederlands onderzoek.

De incidentie van acute hartstilstand verschilt tussen vrouwen en mannen. Naast seksegerelateerde (biologische) factoren, kan dit verschil in risico mogelijk ook veroorzaakt worden door gendergerelateerde (sociaal-culturele) factoren. De Amsterdamse en Utrechtse onderzoekers keken daarom naar de associatie van een aantal gendergerelateerde factoren met de incidentie van acute hartstilstand. Zij combineerden gegevens over medische spoedeisende hulp over de periode 2009-2015 met gegevens over werkstatus, hoofdverdiener, leven met kinderen en burgerlijke staat van alle vrouwen en mannen van ≥25 jaar in Noord-Holland. Om te bepalen of metabole factoren de associaties zouden kunnen verklaren, hebben zij hypertensie, diabetes mellitus en dyslipidemie aan de modellen toegevoegd.

Populatie-attributieve fractie

Bij zowel mannen als vrouwen hadden de werklozen, degenen die geen hoofdverdieners zijn, degenen die zonder kinderen leven en gehuwde of gescheiden personen een verhoogd risico op acute hartstilstand. De populatie-attributieve fractie (PAF) varieerde van 4,9 tot 40,3 bij vrouwen en van 4,4 tot 15,5 bij mannen. De hoogste PAF gold voor arbeidsstatus, voor beide geslachten. Bij vrouwen werd er voor de meeste factoren een sterkere associatie gevonden dan voor mannen. Dit gold vooral voor arbeidsstatus. Gescheiden vrouwen, weduwes en weduwnaars hadden geen verhoogd risico in vergelijking met ongetrouwde controles.
Als de metabole factoren meegenomen werden in het model, werden de associaties van de gendergerelateerde factoren met acute hartstilstand in beide geslachten iets minder uitgesproken, maar ze bleven statistisch significant.

Toekomstige studies

De onderzoekers zijn van mening dat deze studie bijdraagt aan toenemend bewijs dat gendergerelateerde factoren geassocieerd zijn met het optreden van acute hartstilstand. Omdat zij slechts een subset van factoren konden analyseren, kunnen toekomstige studies dit werk uitbreiden naar andere factoren. Het overwegen van gendergerelateerde factoren kan in de toekomst de klinische praktijk verbeteren. Daarnaast kan het bijdragen aan de ontwikkeling van interventies die het optreden van acute hartstilstand verminderen, bijvoorbeeld door voorlichtingscampagnes voor specifieke subgroepen.

Referentie: Smits RLA, Van Dongen LH, Blom MT et al. Gender-related factors and out-of-hospital cardiac arrest incidence in women and men: analysis of a population-based cohort study in the Netherlands. J Epidemiol Community Health 2022 Sep; 76(9): 800-8008

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?