DOQ

Beter Samen Beslissen: wat is écht belangrijk voor de patiënt?

Hoe maak je het gesprek tussen arts en patiënt nog meer patiëntgericht? Een vraag waar gynaecologisch oncoloog Annemijn Aarts van Amsterdam UMC zich al jaren mee bezighoudt. Ze onderzoekt samen met haar promovendi hoe je het proces van samen beslissen kunt verbeteren. Zodat je erachter komt wat écht belangrijk is voor de patiënt.

“We kunnen met keuzehulpen goed aan patiënten laten zien dat er meerdere behandelopties beschikbaar zijn,” zegt gynaecologisch oncoloog Annemijn Aarts van Amsterdam UMC. “Maar wat artsen nog niet altijd doen, is écht achterhalen wat voor die betreffende patiënt belangrijk is, zodat je de keuze die voorligt in de context van de patiënt kunt passen. Dat is ook het moeilijkste van samen beslissen.”

“Als je weinig tijd hebt, kun je nog steeds naar de patiënt luisteren en net die ene geïnteresseerde vraag stellen”

Gynaecologisch oncoloog Annemijn Aarts

Naar de patiënt luisteren

Als je echt gepersonaliseerd wilt werken moet je de patiënt leren kennen, weet Aarts. “Je moet goed naar boven zien te halen wat voor die patiënt belangrijk is in zijn of haar leven, om op basis daarvan samen een keuze te kunnen maken. Trainingen of gesprekshulpen kunnen helpen om beter te worden in zulke gesprekken.” Het heersende idee dat voor deze gesprekken niet altijd tijd is, betwist ze. “Als je weinig tijd hebt, kun je nog steeds naar de patiënt luisteren en net die ene geïnteresseerde vraag stellen.” 

Expertises laten samenkomen

“De patiënt brengt de expertise over zijn of haar leven mee, en ik heb als arts de medische expertise,” zegt Aarts. “Dat wil je samen laten komen in een gesprek. Het gaat er niet zo zeer om wie uiteindelijk de beslissing neemt. Als je maar samen tot die beslissing komt.” Het kan helpen de patiënt tussen de gesprekken in de tijd te geven om erover na te denken, adviseert ze. Overigens vindt niet elke patiënt het gemakkelijk om te worden betrokken in het keuzeproces. “Die hebben liever dat ik beslis,” zegt Aarts. “Dat betekent niet dat er geen sprake kan zijn van gezamenlijke besluitvorming. Want ook dan vind ik het belangrijk om te luisteren naar wie die patiënt is, wat belangrijk voor haar is en of de medisch gezien meeste effectieve behandeling wel echt passend is.”

“Soms zijn er alternatieven die medisch inhoudelijk gezien misschien niet het meest effectief zijn, maar voor de patiënt veel passender”

Passende alternatieven

Wat volgens Aarts lastig kan zijn voor artsen is dat de meest effectieve behandeling niet altijd de behandeling is die het beste bij de patiënt pas. “We maken richtlijnen, we moeten passende zorg leveren. Maar er zijn soms alternatieven die medisch inhoudelijk gezien misschien niet het meest effectief zijn, maar voor de patiënt veel passender. Zo kan een bepaalde bijwerking voor de ene patiënt bijvoorbeeld veel meer impact hebben dan voor de andere patiënt.”

Medische kant soms uitschakelen

Het is de kunst om je medische kant als arts soms uit te schakelen, weet Aarts uit eigen ervaring. “Bij een 85-jarige patiënt met een agressieve vorm van baarmoederkanker was ons advies aanvullende chemotherapie na de baarmoederoperatie. Hoewel het bij deze vorm van baarmoederkanker wel de vraag was in hoeverre dat iets zou opleveren. Na twee gesprekken zag ze ervan af, omdat ze zich veel beter voelde dan voor de operatie en niet ziek wilde worden van de chemotherapie. Ze wilde graag nog veel leuke dingen doen.”

“Toen deze patiënt later uitzaaiingen in haar lever bleek te hebben, heb ik wel even gedacht: oei, wat als ze wel voor die chemotherapie had gekozen?”

Tevreden met de keuze

Aarts had het idee dat ze samen goed tot deze keuze waren gekomen, en dat het een keuze was die bij deze patiënt paste. “Maar toen deze patiënt een paar maanden later uitzaaiingen in haar lever bleek te hebben, heb ik wel even gedacht: oei, wat als ze wel voor die chemotherapie had gekozen? Toch was ze zelf heel tevreden met de keuze die ze eerder had gemaakt. En dat is het belangrijkste.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?