DOQ

Betere endogene insulineproductie bij type 1-diabetes

Bij kinderen en jongvolwassenen met nieuw gediagnosticeerde overte type 1-diabetes mellitus (T1DM) resulteerde golimumab, een monoklonaal antilichaam tegen tumornecrosefactor (TNF)-α, in een betere endogene insulineproductie en minder exogeen insulinegebruik dan placebo. Deze bevindingen van een placebogecontroleerde fase II-studie verschenen in NEJM.

T1DM wordt gekenmerkt door een progressief verlies van bètacellen, wat leidt tot levenslange afhankelijkheid van insulinetherapie. Wereldwijd lijden meer dan 13 miljoen mensen aan deze auto-immuunziekte en de incidentie stijgt met 3 tot 4% per jaar. Ondanks de technologische en medicamenteuze vooruitgang blijft het bereiken van metabole controle bij patiënten met T1DM een uitdaging en is beperkt mogelijk. Een behandeling die ervoor zorgt dat het verlies van bètacellen voorkomen of vertraagd wordt, zou zeer nuttig zijn.

(Foto: Pixabay)

Weinig immunomodulerende geneesmiddelen

In 2015 is een stadieringssysteem voor T1DM ontwikkeld. Stadia 1 en 2 zijn de presymptomatische stadia die respectievelijk worden gekenmerkt door de ontwikkeling van auto-immuniteit en dysglycemie. Stadium 3 is gedefinieerd als een overte ziekte waarbij exogene insulinetherapie nodig is.

De meeste inspanningen om de progressie van T1DM te voorkomen of te vertragen, waren tot nu toe gericht op patiënten met stadium 3-ziekte. Ondanks jarenlang onderzoek blijkt slechts een beperkt aantal immunomodulerende geneesmiddelen de ziekteprogressie te vertragen. Geen enkel medicijn is goedgekeurd als een ziekte-modificerende behandeling van T1DM.

Rol in pathogenese en aanpak

TNF-α is een pro-inflammatoire cytokine dat een rol lijkt te spelen bij de ontwikkeling en progressie van verschillende auto-immuunziekten. Het heeft een direct toxisch effect op de bètacellen. In niet-obese muizen van T1DM blijkt TNF-α de ontwikkeling van auto-immuundiabetes te bevorderen, terwijl TNF-α-remmers een beschermend effect hebben op de ontwikkeling hiervan. Bij patiënten met nieuw ontstane overte T1DM is doorgaans de serum-TNF-α-concentratie verhoogd.

De TNF-α-remmer golimumab is goedgekeurd voor de behandeling van verschillende auto-immuunziekten, zoals reumatoïde artritis en colitis ulcerosa, bij volwassenen. Dit medicijn is ook goedgekeurd voor de behandeling van polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en niet-radiografische axiale spondyloartritis bij kinderen van 2 jaar of ouder.

Golimumab versus placebo

In deze fase II-studie kregen 84 kinderen en jonge volwassenen (leeftijdscategorie 6-21 jaar) met nieuw gediagnosticeerde overte T1DM gedurende 52 weken willekeurig subcutaan golimumab of placebo.

Het primaire eindpunt was de endogene insulineproductie, beoordeeld aan de hand van het area under the concentration–time curve voor het C-peptideniveau in reactie op een vier uur durende tolerantietest voor gemengde maaltijden. De gemiddelde 4-uur C-peptide AUC in week 52 verschilde significant tussen de golimumab- en de placebogroep (0,64 vs. 0,43 pmol/ml; p < 0,001).

Vaker HbA1c-respons

Een treat-to-target-benadering resulteerde in een goede glykemische controle in beide groepen. Er was geen significant verschil tussen de groepen wat betreft het HbA1c. Het insulinegebruik was lager in de golimumab- dan in de placebogroep.

Een partiële remissierespons, gedefinieerd als een insulinedosis-aangepaste HbA1c-score van ≤ 9, werd waargenomen bij 43% van de patiënten in de golimumab-groep en bij 7% in de placebogroep (verschil van 36 procentpunten).

Het gemiddelde aantal hypoglykemische events verschilde niet tussen de twee groepen. Hypoglykemische events die door de onderzoekers geregistreerd werden als bijwerkingen, werden gemeld bij 13 patiënten (23%) in de golimumab-groep en bij twee patiënten (7%) in de placebogroep.

(Neutraliserende) antilichamen

Bij dertig deelnemers die golimumab kregen, werden antilichamen tegen dit medicijn gedetecteerd. In twaalf gevallen was sprake van een positieve uitslag voor neutraliserende antilichamen.


Referenties: Quattrin T, Haller MJ, Steck AK, et al. Golimumab and Beta-Cell Function in Youth with New-Onset Type 1 Diabetes. N Engl J Med. 2020;383:2007-2017.https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMoa2006136 , https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33207093/

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Minder administratie, beter contact

AI kan artsen ondersteunen door administratieve lasten te verlichten, ziet Juliën Rezek. Transcriptietools maken automatisch verslagen, waardoor artsen meer tijd hebben voor patiënten. “Hierdoor kunnen artsen dieper ingaan op klachten, wat resulteert in betere zorg.”

‘Laten we allemaal één stapje in elkaars domein zetten’

Zorgverleners hebben nog onvoldoende oog voor het verband tussen mentale klachten, hormonale klachten en hart- en vaatziekten bij vrouwen, aldus Sandra Kooij. Meer samenwerking tussen verschillende disciplines is nodig. “Kijk bij elkaar mee. Geef elkaar advies.”

Casus: oudere patiënte met reukproblemen

Op het spreekuur komt een 70-jarige vrouw in verband met problemen met ruiken. De problemen zijn enkele jaren eerder gestart. Initieel met minder goed ruiken (hyposmie), sinds een half jaar worden geuren steeds vaker als vies ervaren (kakosmie). Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten in de bovenbuik

Een man heeft in toenemende mate klachten van pijn in de bovenbuik. De pijn is zeurend en soms stekend en zit middenin de buik. Wat is uw diagnose?

Van tropenarts naar huisarts op Texel

Josine Blanksma werkte jarenlang als tropenarts voor Artsen zonder Grenzen en is een paar jaar geleden een nieuw avontuur aangegaan: ze werkt nu als huisarts op Texel. “Mijn nieuwe carrièrepad is heus niet minder uitdagend te noemen.”

‘Ik kan niet wachten op de eerste geprinte lasagne’

Ineke Obbema werkt met 3D-geprinte maaltijden voor mensen met slikproblemen bij het Máxima MC. De herkenbare vormen en verbeterde smaak bieden een opvallend alternatief voor traditionele gemalen voeding. “Je kunt meteen proeven dat er een chef-kok achter zit.”

Klimaatimpact onderzoeken voor een heel zorgpad

Lisanne Kouwenberg doet onderzoek naar de milieu-impact van zorgpaden. Dat kan aangrijpingspunten opleveren voor het verlagen van de klimaatimpact. “De meeste studies kijken naar één behandeling. Maar daar zit een heel traject omheen dat er ook aan bijdraagt.”

Help patiënten te stoppen met roken: ‘Minder zenden en meer interacteren’

Marieke Helmus combineert kunst en innovatie om het gesprek over stoppen met roken te starten. Met tools zoals een ‘Chat met je sigaret’-chatbot en humoristische ansichtkaarten helpt ze moeilijk bereikbare groepen om na te denken over hun rookgedrag.

Is er een dokter aan boord?

Wat doe je als er in een vliegtuig om een arts wordt gevraagd? Huisarts en luchtvaartgeneeskundige Peter Nijhof legt uit hoe medische noodgevallen in de lucht worden aangepakt, van de rol van artsen en cabinepersoneel tot het gebruik van medische kits en noodlandingen.

‘Stress verdient centrale plek in het consult’

Chronische stress, vaak gekoppeld aan sociale problemen, kan gezondheidsklachten veroorzaken. Feia Hemke pleit voor meer aandacht hiervoor in de spreekkamer en ontwikkelde tools om dit bespreekbaar te maken. “Hierdoor voorkom je onnodige medicalisering.”