DOQ

‘Betrek geriater bij kwetsbare ouderen met kanker’

Als een 80-jarige meneer –  die slecht ter been is en een ver gevorderd stadium van alzheimer heeft – kanker krijgt, vragen zorgverleners en familie zich ongetwijfeld af of behandelen wel zinvol is. Een superfitte mevrouw van dezelfde leeftijd krijgt die chemokuur natuurlijk wel. Maar bij alle ouderen die daar qua fitheid of gezondheid tussenin zitten, is dat niet zo duidelijk. Dat kan leiden tot zowel onder- als overbehandeling. UMC Utrecht-onderzoeker Inez van Walree pleit ervoor om bij deze mensen altijd een geriater mee te laten kijken om te komen tot een behandeling op maat.

Door de vergrijzing stijgt het aantal ouderen met kanker. De behandelend arts moet oudere patiënten en hun naasten uitgebreid informeren over de verschillende behandelopties om samen tot een verstandige behandelkeuze te komen. Er zijn echter factoren die dit belemmeren. De meeste behandelrichtlijnen voor patiënten met kanker zijn gebaseerd op onderzoek met jonge fitte mensen. Ze zijn dus vaak niet geschikt voor ouderen met kanker. Vooral niet voor kwetsbare ouderen. Daarnaast krijgen ouderen vaker bijwerkingen en de behandeling valt hen vaak zo zwaar dat ze ermee stoppen. 

Bovendien zijn voor ouderen soms andere uitkomsten belangrijk dan voor jongeren; een jongere wil vaker iedere kans op overleving aangrijpen, en accepteert daarom ook vaker bijwerkingen van de behandeling. Voor ouderen zijn andere uitkomsten even belangrijk of belangrijker dan de kans op overleving, zoals of ze nog in hun eigen huis kunnen blijven wonen. 

(bron foto pixabay)

Chemokuur niet afmaken

Inez van Walree is in oktober gepromoveerd op dit onderwerp. Uit haar onderzoek blijkt dat slechts twee procent van de 85-plussers met eierstokkanker volgens de richtlijnen wordt behandeld. “Daarnaast maakt de helft van de 80-plussers met verschillende soorten kanker die een chemokuur krijgt, die niet af. Ook wordt vaak van tevoren ingeschat dat een oudere een zware behandeling niet aankan, waardoor er op voorhand een lichtere vorm of lagere dosis wordt gegeven. Maar het is de vraag of dat wel zinvol is.”

Biologische leeftijd

Van Walree pleit ervoor om vóór behandeling beter de mate van kwetsbaarheid van ouderen in te schatten. “We moeten hierbij niet kijken naar de kalenderleeftijd, maar naar de biologische leeftijd: hoe gezond is iemand? Maar ook: hoe staat het met de cognitieve vaardigheden en het sociale netwerk? Hoe zelfstandig is iemand? Dat zijn allemaal factoren die meebepalen welke behandeling zinvol is. In de praktijk zal dat niet altijd een behandeling gericht tegen de kanker zijn.  De optie best supportive care moet ook met oudere mensen met kanker en hun naasten worden besproken. Dat is een palliatieve behandeling gericht op symptomen, waarbij bijvoorbeeld pijnstilling of middelen tegen benauwdheid worden gegeven. Niet om te genezen: maar om de resterende tijd zo goed mogelijk te maken.”

Behandeling op maat

Voor het inschatten van kwetsbaarheid bij ouderen met kanker, is er een vragenlijst (de G8 screeningstool). Deze kunnen zorgverleners volgens Van Walree prima gebruiken om vast te stellen of een oudere tot de kwetsbare groep behoort. “Als het antwoord daarop ‘ja’ is, zou de volgende stap moeten zijn dat er een geriatrische beoordeling plaatsvindt. Met behulp van zo’n beoordeling kan beter voorspeld worden wat voor een impact een kankerbehandeling heeft op het leven van deze patiënt en kunnen de verschillende behandelopties met hem of haar besproken worden. Zo kun je samen komen tot een behandeling op maat.”

Hopelijk is op deze manier het aantal onvoltooide chemokuren en andere mogelijk niet-zinvolle kankerbehandelingen te verminderen. “Want daar heeft niemand wat aan”, stelt Van Walree. 

Bron:  UMC Utrecht
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?