Bevolkingsonderzoek darmkanker leidt tot minder buikvliesuitzaaiingen
Redactioneel
21 mei 2025
Het in 2014 in Nederland gestarte bevolkingsonderzoek naar darmkanker heeft niet alleen geleid tot een afname van de incidentie van darmkanker, maar ook tot een afname van de incidentie van buikvliesuitzaaiingen van darmkanker, aldus oncologisch chirurg Ignace de Hingh. Patiënten uit het bevolkingsonderzoek die wel buikvliesuitzaaiingen hebben, zijn bovendien vaker geschikt voor een curatieve behandeling.
Na een aanloop van ruim tien jaar proefonderzoeken was het in 2014 dan eindelijk zover: de start van een landelijk bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker. Na een gefaseerde uitrol ervan krijgt sinds 2019 iedereen tussen de 55 en 75 jaar eenmaal per twee jaar de mogelijkheid hieraan mee te doen. Dikkedarmkanker kent vaak een langdurig voorstadium in de vorm van (asymptomatische) poliepen en het doel van het bevolkingsonderzoek is deze poliepen op te sporen en te verwijderen voordat zij uitgroeien tot een kwaadaardige tumor. Dat dit werkt, blijkt uit de cijfers van het IKNL. Was de incidentie van dikkedarmkanker in Nederland in 2014 nog ruim 15.000, tien jaar later was deze gedaald tot iets minder dan 12.000.
“Door het bevolkingsonderzoek wordt niet alleen dikkedarmkanker voorkómen”
Oncologisch chirurg Ignace de Hingh
Buikvliesuitzaaiingen
Maar de gevolgen van het bevolkingsonderzoek dikkedarmkanker reiken verder, merkte Ignace de Hingh, oncologisch chirurg in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven en bijzonder hoogleraar ‘Integrale benadering van patiënten met een gastro-intestinale maligniteit’ aan de Universiteit Maastricht. “In 20
Aanmelden
Meld u gratis aan om toegang te krijgen tot DOQ,
waar zorgprofessionals kennis en visie delen.
Ik heb al een DOQ account
Lees meer over: