DOQ

Bij klep-in-klep TAVI vindt niet vaak permanente pacemakerimplantatie plaats

Bij een klep-in-klep transkatheter aortaklep-vervanging (TAVI) was niet zo vaak een permanente pacemakerimplantatie nodig, en nog minder vaak bij gebruik van een nieuwe generatie transkatheter hartklep. Verder is in het VIVID-register gevonden dat na een permanente pacemakerimplantatie het overlijdensrisico enigszins toenam.

Een permanente pacemakerimplantatie is nog steeds een van de belangrijkste beperkingen van een TAVI. Er zijn echter weinig gegevens over permanente pacemakerimplantatie na klep-in-klep TAVI, vooral bij het gebruik van nieuwste generatie transkatheter hartkleppen.

VIVID-register

Het Valve-in-Valve International Database (VIVID)-register is een samenwerking van 180 centra uit Amerika, Europa (ook Nederland), het Midden-Oosten, Azië, Afrika en Oceanië. Veel verschillende soorten ballon-expandeerbare kleppen (Cribier-Edwards, Sapien, Sapien XT, Sapien 3, Myval) en zelfexpanderende kleppen (CoreValve, Evolut R/Pro, Portico, Engager, Symetis Acurate, Acurate Neo, JenaValve, Lotus, Allegra, Direct Flow) werden geïmplanteerd. Alle transkatheter hartkleppen behalve CoreValve, Cribier-Edwards, Sapien en Sapien XT werden beschouwd als nieuwe generatie transkatheter hartkleppen.

De bijna 2000 geanalyseerde patiënten hadden in het verleden nog geen permanente pacemakerimplantatie gekregen en ondergingen in de periode 2007-2020 een klep-in-klep TAVI. Bij 6,4% van deze patiënten werd na de TAVI een permanente pacemaker geïmplanteerd.

Risico op permanente pacemakerimplantatie

Na implantatie van een nieuwe generatie transkatheter hartklep vond significant minder vaak een permanente pacemakerimplantatie plaats (4,7% vs. 7,4%; p = 0,017). Dit verschil was voornamelijk gerelateerd aan een lager percentage permanente pacemakerimplantaties met de Evolut R/Pro in vergelijking met de CoreValve (3,7% versus 9,0%; p = 0,002). Er waren geen significante verschillen in percentages permanente pacemakerimplantaties tussen nieuwere generatie ballon- en zelfexpanderende transkatheter hartkleppen (6,1% vs. 3,9%; p = 0,18).

In de multivariabele analyse gingen de volgende factoren gepaard met een toegenomen risico op een permanente pacemakerimplantatie:

  • hogere leeftijd (odds ratio 1,05 voor iedere toename van één jaar; p = 0,001);
  • grotere omvang van de transkatheter hartklep (OR 1,10; p = 0,02); en
  • rechterbundeltakblok in het verleden (OR 2,04; p = 0,05).

Er waren geen verschillen in de mortaliteit na 30 dagen tussen de groepen die wel of geen permanente pacemakerimplantatie kregen (4,7 versus 2,7%; p = 0,19). Wel werd gedurende de follow-up een trend voor een hoger overlijdensrisico gevonden bij patiënten die een permanente pacemakerimplantatie kregen (hazard ratio: 1,39; p = 0,04; p = 0,08 na correctie voor leeftijdsverschillen tussen de groepen).

Verklaringen en monitoring

In klinische studies en andere registers is gevonden dat na een klep-in-klep TAVI minder vaak een permanente pacemakerimplantatie plaatsvindt dan na een TAVI in een natieve klep. Dit kan te wijten zijn aan het feit dat de TAVI in een chirurgisch frame minder direct contact heeft met het geleidingssysteem en aan een gunstiger positionering die wordt vergemakkelijkt door het gevisualiseerde gestente frame van een chirurgische klep onder fluoroscopie.
Na een permanente pacemakerimplantatie is een zorgvuldig monitoring nodig van aan de pacemakerimplantatie gerelateerde ventriculaire disfunctie. Dat laatste kan vooral schadelijk zijn bij hoogrisicopatiënten die een klep-in-klep TAVI hebben gekregen en vaker in aanmerking komen voor aanvullende interventies, zoals resynchronisatietherapie.


Referentie: Alperi A, Rodés-Cabau J, Simonato M, et al. Permanent Pacemaker Implantation Following Valve-in-Valve Transcatheter Aortic Valve Replacement: VIVID Registry. J Am Coll Cardiol. 2021;77:2263-2273. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33958122/, https://www.jacc.org/doi/10.1016/j.jacc.2021.03.228

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Wil je het komende jaar zwanger worden?’

De vraag ‘Wil je het komend jaar zwanger worden?’ zou veel vaker gesteld moeten worden door álle hulpverleners, stelt Annemarie Mulders. “Gezond zwanger worden begint bij bewustwording en kennis over het belang van de periode vóór de zwangerschap.”

Casus: vrouw met kleine rode puntjes in de huid

Een vrouw komt met kleine rode puntjes in de huid van vooral de benen. De klachten zijn ontstaan na een keelinfectie, circa 2 weken geleden. Een week geleden heeft zij zich minimaal gestoten en had zij daarna een groot hematoom op het bovenbeen. Wat is uw diagnose?

‘Arbeids­gerichte zorg hoort in de spreekkamer van medisch specia­listen’

Gezonde arbeidsparticipatie is óók een zaak van de medisch specialist, betoogt Annelies Boonen, initiatiefnemer van de poli Werk en Gezondheid. Hier kunnen patiënten terecht met vragen over werk en inkomen. “Vraag je patiënt naar zijn of haar werk!”

Geheugen­problemen herkennen blijkt niet zo eenvoudig

Van maar liefst 42% van hun oudere patiënten hebben artsen en verpleegkundigen niet door dat ze geheugenproblemen hebben, ontdekte Fleur Visser. Ze wil hier een advies over meegeven aan zorgverleners. “Eerste indrukken kunnen je op het verkeerde been zetten.”

Voorkom voorschrijf­cascades: ‘aandoening’ kan bijwerking medicatie zijn

Een niet-herkende bijwerking van medicatie kan als vermeende nieuwe aandoening leiden tot inzet van nieuwe medicatie: een zogeheten voorschrijfcascade. Fatma Karapinar: “Voorschrijfcascades drukken ons met de neus op de feiten: we weten nog weinig over bijwerkingen.”

Casus: 77-jarige vrouw met korstjes op de oorrand

Een 77-jarige vrouw met voorgeschiedenis van plaveiselcelcarcinoom komt op het spreekuur van de doktersassistente omdat ze korstjes op haar oorrand wil laten aanstippen. Ze heeft geen klachten van de afwijking. Wat is uw diagnose?

‘Minder onnodige diagnostiek is goed voor patiënt en maatschappij’

In ziekenhuizen vindt veel onnodige diagnostiek plaats. Eerst goed luisteren en nadenken en dan pas diagnostiek aanvragen, loont voor zowel patiënt als de maatschappij, betoogt Fabienne Ropers. “Enige risicoacceptatie is noodzakelijk voor proportionele diagnostiek.”

Zorgsysteem staat vaak initiatieven voor multimorbiditeit in de weg

Multimorbiditeit leidt tot versplintering van zorg. Toine Remers onderzocht enkele veelbelovende initiatieven voor het stroomlijnen van de zorg bij multimorbiditeit. “Een initiatief begint vaak vanuit overtuiging van een arts, maar ‘het systeem’ werkt vaak tegen.”

De lessen van de langst­vliegende MMT-arts van Nederland

MMT-arts Nico Hoogerwerf vertelt over zijn ervaringen als medisch specialistische zorgverlener per helikopter. “Wij dóen vooral, we voeren handelingen uit. Wij voelen niet de machteloosheid die politiemensen wel kunnen voelen.”

Casus: patiënt met zwelling in de mond

Een patiënte komt op het spreekuur met sinds 2 maanden een zwelling in de mond aan de linkerzijde. Het was destijds 1-2cm, welke spontaan ontlastte met dik taai slijm. Sindsdien komt het in wisselende grootte regelmatig terug. Wat is uw diagnose?


0
Laat een reactie achterx