DOQ

Biopsie bij onverklaarde hersen­aandoeningen is zinvol en relatief veilig

Ondanks diverse nieuwe en minimaal invasieve diagnostische technieken, blijft een deel van de hersenaandoeningen onverklaard. Hersenbiopsie kan dan meer duidelijkheid geven over zowel de diagnose als de behandeling. En het is relatief veilig. Dit concluderen neuroloog Robin van Steenhoven en collega-onderzoekers uit het Erasmus MC in Rotterdam.

Aandoeningen van de hersenen die weinig voorkomen of zich atypisch presenteren zijn vaak lastig te diagnosticeren. “Ook als er geen enkele twijfel bestaat dat de patiënt een hersenaandoening heeft, kan het klinisch beeld niet altijd worden verklaard op basis van routinematige diagnostiek, zoals een hersenscan of onderzoek van het hersenvocht”, vertelt Van Steenhoven. Dit stelt de neuroloog voor een dilemma: afwachten, beginnen met een empirische behandeling of doorverwijzen voor hersenbiopsie?

“Het risico van hersenbiopsie bij hersenenaandoeningen zonder duidelijke oorzaak wordt mogelijk overschat”

Neuroloog Robin van Steenhoven

Twee kwaden

Als de situatie het toelaat, is afwachten en later opnieuw een scan maken een verstandige keuze, aldus Van Steenhoven. “Maar is de ziekte snel progressief, dan sta je met de rug tegen de muur en moet je kiezen tussen twee kwaden. Een empirische behandeling met bijvoorbeeld corticosteroïden kan een averechts effect hebben op een infectie of naderhand het histopathologisch onderzoek vertroebelen bij een lymfoom. En hersenbiopsie kan complicaties geven. De grootste angst is een postoperatieve bloeding, met epileptische aanvallen, blijvende neurologische schade of zelfs overlijden tot gevolg.”

Laatste redmiddel

Patiënten bij wie een hersentumor of -abces wordt vermoed, ondergaan vaak een hersenbiopsie ter bevestiging van het tumortype of het micro-organisme. Dit geeft richting aan de behandeling. Bij patiënten met een aandoening van de hersenen zonder duidelijke oorzaak is de precieze rol van hersenbiopsie echter onbekend en wordt hersenbiopsie veelal beschouwd als een laatste redmiddel. Mogelijk is dit niet helemaal terecht, meent Van Steenhoven. “Ten eerste kan vertraging in diagnostiek en behandeling leiden tot blijvende hersenschade, vooral bij snel progressieve aandoeningen. Ten tweede is histologische bevestiging onderdeel van de diagnostische criteria voor sommige hersenaandoeningen, waaronder seronegatieve auto-immuunencefalitis. En ten derde treden maar weinig symptomatische complicaties op bij hersenbiopsie vanwege een vermeende hersentumor. Dit suggereert dat het risico van hersenbiopsie bij hersenenaandoeningen zonder duidelijke oorzaak mogelijk wordt overschat.”

“Bij ongeveer driekwart van de patiënten veranderde de behandelstrategie door het biopt”

Klinische impact

Om te bepalen wat de invloed is van hersenbiopsie op de diagnose en de behandeling bij onverklaarde neurologische aandoeningen, verzamelden Van Steenhoven en collega-onderzoekers retrospectief de gegevens van volwassen patiënten met een hersenaandoening zonder duidelijke oorzaak die in de periode 2010-2023 hersenbiopsie hadden ondergaan in het Erasmus MC. Alle patiënten hadden afwijkingen op de MRI-scan van de hersenen. Typische gevallen van een hersentumor of -abces werden niet meegenomen in de analyse, zodat 107 biopsieën bij 94 patiënten overbleven (44% vrouw; mediane leeftijd: 58 jaar).
Na het ontstaan van de neurologische klachten duurde het mediaan 23 weken voordat hersenbiopsie werd verricht. “Bij 7 op de 10 patiënten resulteerde het biopt in een diagnose.

Hersentumoren met een atypische presentatie werden het vaakst gevonden (39%), gevolgd door inflammatoire aandoeningen (12%), auto-immuunencefalitis (9%), infecties (9%) en geïsoleerde cerebrale vasculitis (4%). Bij ongeveer driekwart van de patiënten veranderde de behandelstrategie door het biopt.” Opvallend was dat de therapeutische opbrengst (77%) iets hoger was dan de diagnostische opbrengst (72%). Bij sommige patiënten met een vermeende inflammatoire aandoening leverde hersenbiopsie weliswaar geen definitieve diagnose op, maar kon wel worden gestart met immuuntherapie doordat andere diagnosen waren uitgesloten, aldus Van Steenhoven.

“Een symptomatische hersenbloeding trad op bij 4% van de patiënten”

Veiligheid

Daarnaast onderzochten de onderzoekers in hoeverre hersenbiopsie veilig is. “Bij een kwart van de patiënten trad een complicatie op, waarvan het overgrote merendeel asymptomatisch was of geen behandeling behoefde. Een symptomatische hersenbloeding trad op bij 4% van de patiënten. Dat is vergelijkbaar met het risico bij hersentumoren.” Slechts één patiënt kwam te overlijden als gevolg van een postoperatieve hersenbloeding. Dit betrof een ernstige zieke patiënt bij wie hersenbiopsie was uitgevoerd op de intensive care.

Scherpe indicatiestelling

Van Steenhoven denkt dan ook zeker niet lichtzinnig over hersenbiopsie. Juist vanwege het risico op potentieel levensbedreigende complicaties pleit hij voor een scherpe indicatiestelling. “En dat vraagt bij elke individuele patiënt om multidisciplinair overleg tussen neurologen, neurochirurgen, radiologen en pathologen.” In die gepersonaliseerde aanpak ziet Van Steenhoven meer potentie dan in een algemene (geprotocolleerde) werkwijze. “Hersenaandoeningen die zeldzaam zijn of een atypische presentatie hebben laten zich nu eenmaal moeilijk vangen in een richtlijn.”

Referentie: Van Steenhoven RW, Salih S, de Vries JM, et al. Clinical impact and safety of brain biopsy in unexplained central nervous system disorders: a real-world cohort study. Ann Clin Transl Neurol. 2025;12:792-804.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Hoe dramaseries artsen kunnen helpen bij morele keuzes

Drie afleveringen van House M.D. of Dexter op een avond kijken, puur voor de ontspanning? Voor zorgprofessionals kan het ook leerzaam zijn. Mediawetenschapper Merel van Ommen onderzocht hoe dramaseries artsen kunnen helpen om beter om te gaan met moreel ingewikkelde situaties.

Onderliggend denkpatroon stuurt voorschrijver bij keuze voor geneesmiddel

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een afweging tussen richtlijnen, ervaring en patiëntkenmerken. Indeling in vier voorschrijversprofielen geeft inzicht in de eigen afwegingen. “En het helpt te begrijpen waarom een collega een andere beslissing neemt.”

‘Medicatiebeleid in de laatste levensfase kan beter’

6 op de 10 patiënten in de palliatieve fase krijgt door de huisarts medicatie voorgeschreven die niet langer passend is. Dat blijkt uit een onlangs verschenen factsheet van Nivel en PZNL. “We moeten voorschrijfgewoonten kritisch onder de loep nemen”, zegt Yvonne de Man, senior onderzoeker bij Nivel.

Casus: vrouw met pijnlijke oorschelp

Een 55-jarige vrouw heeft een hoed in haar hand als ze uw spreekkamer binnenkomt. Sinds een maand heeft zij ’s nachts last van pijn aan het linkeroor. Op de oorrand ziet u een nodulus die bij druk zeer pijnlijk is. Wat is uw diagnose?

‘Live well, die well’: rol van vrijwilligers in de laatste levensfase

Vrijwilligers aan het sterfbed in het ziekenhuis maken een groot verschil, stelt Anne Goossensen. Ze luisteren, troosten en verlichten de werkdruk van zorgverleners. “Ze bieden een luisterend oor en zijn aanwezig, zonder haast of medische agenda.”

Waarom melden vrouwen vaker bijwerkingen van medicijnen?

Vrouwen blijken vaker bijwerkingen van medicijnen te melden dan mannen. Onderzoeker Sieta de Vries van het UMC Groningen probeert te achterhalen hoe dit komt. En dat blijkt complexer dan het lijkt.

Gezondheid van mens, dier en natuur horen bij elkaar

Voorheen circuleerden het westnijl- en het usutuvirus alleen in Zuid-Europa. Maar inmiddels komen ze ook voor in Nederlandse vogels en muggen. Viroloog Marion Koopmans ziet daarin een duidelijke les: “De gezondheid van mensen kun je niet los zien van die van dieren en ecosystemen.”

Casus: hoestende man met koorts en dyspneu

Een 31-jarige Poolse man die vanwege de ziekte van Crohn wordt behandeld met infliximab bezoekt de SEH, omdat hij al twee weken hoest en benauwd is. Ook heeft hij koorts. Een antibioticumkuur van de huisarts heeft geen effect gehad. Wat is uw diagnose?

Casus: man met huidafwijking op de rug

Een 69-jarige man komt op uw spreekuur om een verruca seborrhoica in het gelaat te laten controleren. Bij algehele inspectie ziet u ook een huidafwijking op de rug. Wat is uw diagnose?

´Voorkom medicijn­resten, begin bij je eigen voorschrijven´

Minder diclofenac, lagere hormoondoses, terughoudend met azitromycine - zo kunnen zorgverleners volgens een recent rapport van het IVM bijdragen aan schoner water. “Aan de overwegingen die artsen maken bij voorschrijven zou ook duurzaamheid moeten worden toegevoegd.”