DOQ

Biosimilars leiden tot drastische besparingen, maar toekomst onzeker

Door de komst van biosimilars – die meestal een lagere prijs hebben dan hun innovatieve voorgangers – zijn de uitgaven aan biologische geneesmiddelen drastisch gedaald: van 2015 tot 2022 liepen de besparingen op tot bijna 800 miljoen euro per jaar. Dit blijkt uit een rapport waaraan onder meer het Instituut Verantwoord Medicijngebruik meewerkte. Maar lage prijzen leiden ook tot zorgen: blijft het voor farmaceutische bedrijven interessant om in de toekomst nieuwe biosimilars te ontwikkelen? Apotheker Anke Lambooij licht dit toe.  

Veel verschillende aandoeningen worden behandeld met biologicals: geneesmiddelen die bestaan uit complexe eiwitstructuren. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij het herstellen van bloedarmoede met erytropoëtine of bij chronische ziekten als reumatoïde artritis en inflammatoire darmaandoeningen. Ook worden biologicals gebruikt als doelgerichte behandeling bij diverse oncologische indicaties. Deze biologicals zijn duur, maar in de achterliggende periode is een aantal patenten hiervan verlopen.

“Aanvankelijk stonden artsen sceptisch tegenover de biosimilars”

Apotheker Anke Lambooij

Biosimilars

Dit leidde tot de komst van ‘biosimilars’, varianten van een originele biological – ofwel het referentiegeneesmiddel – die vaak lager geprijsd zijn dan het origineel. “Wij hebben voor vijf veelgebruikte biosimilars – van adalimumab, etanercept, infliximab, rituximab en trastuzumab – geëvalueerd welke besparingen de introductie van biosimilars in Nederland opleverde voor de Nederlandse ziekenhuizen over de periode van 2015-2022. Ook hebben we trends in het gebruik bekeken”, vertelt Anke Lambooij, apotheker bij het IVM. Samen met Arnold Vulto – emeritus hoogleraar ziekenhuisfarmacie Erasmus MC Rotterdam – schreef ze het rapport ‘Biosimilar beloften waargemaakt’.1  

Meer patiënten behandelen

Het rapport meldt dat de introductie van biosimilars enorme besparingen opleverde, terwijl er in absolute zin juist veel meer patiënten zijn behandeld met een biologisch geneesmiddel, hetzij een biosimilar of een originele biological. Lambooij: “In 2015 gaf Nederland 662 miljoen euro uit aan de vijf hierboven genoemde moleculen – originelen en biosimilars. In 2022 waren de uitgaven aan dezelfde middelen gedaald tot 169 miljoen euro, terwijl gemiddeld een kwart meer patiënten hiermee werd behandeld. Als we het aantal patiënten uit 2022 hadden behandeld tegen de kosten per patiënt van 2015, dan had dat 954 miljoen euro gekost. Aanvankelijk stonden artsen sceptisch tegenover de biosimilars; ze twijfelden of deze even effectief en veilig waren als de oorspronkelijke biologicals. Maar in de praktijk is gebleken dat ze echt gelijkwaardig zijn en dat heeft de twijfel weggenomen.”

“De ontwikkeling van een biosimilar kost veel meer dan die van een gewoon generiek geneesmiddel”

Adalimumab

Toch schrijven artsen als ze een biologisch geneesmiddel willen voorschrijven niet altijd de lager geprijsde biosimilar voor, zegt Lambooij. “Vanuit economische motieven hanteer je het liefst één product in het ziekenhuis – een biosimilar, maar er zijn patiëntgebonden factoren die zorgen dat artsen soms toch kiezen voor het originele referentiegeneesmiddel. Zo zijn sommige subcutaan toe te dienen biologicals handiger in gebruik voor de patiënt dan hun biosimilar-tegenhangers. Ook gaven in sommige gevallen biosimilars iets minder vaak reacties op de injectieplaats.” 

Zorgen

Grote kostenbesparingen door biosimilars zijn nu een feit, maar het is nodig om naar de toekomst te kijken. Daarover zijn zorgen, geeft Anke Lambooij aan. Ze trekt de parallel met generieke – niet-biologische – geneesmiddelen waarbij sterk gedaalde prijzen in Nederland hebben bijgedragen aan een kaalslag op de markt. “Dit moeten we bij biosimilars zien te voorkomen. De ontwikkeling van een biosimilar kost veel meer dan die van een gewoon generiek geneesmiddel, zo’n 100 tot 300 miljoen euro vs. zo’n 2 tot 5 miljoen euro. Die ontwikkelkosten moet een fabrikant wel met een redelijke zekerheid kunnen terugverdienen. En je wilt ook voorkomen dat er straks tig biosimilars zijn voor grote indicaties met veel patiënten, zoals in de reumatologie en oncologie, en niet voor de zeldzamere indicaties. Daarom moeten geneesmiddelvergoedingsinstituten, zoals het Zorginstituut Nederland, op mondiaal niveau overleggen over een acceptabel prijsniveau; biosimilars zijn een wereldmarkt.”

“Apothekers hebben de taak om zorgverleners op de komst van nieuwe biologicals voor te bereiden”

Nieuwe biologicals

Voorlopig is de markt voor biosimilars niet opgedroogd. “Eind maart 2024 waren er in Europa 86 biosimilars geregistreerd voor 23 originele referentiegeneesmiddelen. En er komen nieuwe biosimilars aan: van bijvoorbeeld denosumab – gebruikt bij osteoporose, omalizumab – gebruikt bij ernstig allergisch astma, en ustekinumab – gebruikt bij onder meer psoriasis. Met name ziekenhuisapothekers hebben de taak om zorgverleners in ziekenhuizen op de komst van nieuwe biologicals voor te bereiden. Ook is het belangrijk om patiëntenverenigingen hierover tijdig te informeren. Het goede nieuws hierbij is dat het IVM van Zorgverzekeraars Nederland steun heeft gekregen om nieuwe, onafhankelijke informatiematerialen over biosimilars te ontwikkelen”, zo besluit Lambooij.

Referentie: Besparing door inzet biosimilars lopen op tot bijna 800 miljoen euro per jaar. Persbericht IVM, 23 april 2024.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Minder administratie, beter contact

AI kan artsen ondersteunen door administratieve lasten te verlichten, ziet Juliën Rezek. Transcriptietools maken automatisch verslagen, waardoor artsen meer tijd hebben voor patiënten. “Hierdoor kunnen artsen dieper ingaan op klachten, wat resulteert in betere zorg.”

‘Laten we allemaal één stapje in elkaars domein zetten’

Zorgverleners hebben nog onvoldoende oog voor het verband tussen mentale klachten, hormonale klachten en hart- en vaatziekten bij vrouwen, aldus Sandra Kooij. Meer samenwerking tussen verschillende disciplines is nodig. “Kijk bij elkaar mee. Geef elkaar advies.”

Casus: oudere patiënte met reukproblemen

Op het spreekuur komt een 70-jarige vrouw in verband met problemen met ruiken. De problemen zijn enkele jaren eerder gestart. Initieel met minder goed ruiken (hyposmie), sinds een half jaar worden geuren steeds vaker als vies ervaren (kakosmie). Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten in de bovenbuik

Een man heeft in toenemende mate klachten van pijn in de bovenbuik. De pijn is zeurend en soms stekend en zit middenin de buik. Wat is uw diagnose?

Van tropenarts naar huisarts op Texel

Josine Blanksma werkte jarenlang als tropenarts voor Artsen zonder Grenzen en is een paar jaar geleden een nieuw avontuur aangegaan: ze werkt nu als huisarts op Texel. “Mijn nieuwe carrièrepad is heus niet minder uitdagend te noemen.”

‘Ik kan niet wachten op de eerste geprinte lasagne’

Ineke Obbema werkt met 3D-geprinte maaltijden voor mensen met slikproblemen bij het Máxima MC. De herkenbare vormen en verbeterde smaak bieden een opvallend alternatief voor traditionele gemalen voeding. “Je kunt meteen proeven dat er een chef-kok achter zit.”

Klimaatimpact onderzoeken voor een heel zorgpad

Lisanne Kouwenberg doet onderzoek naar de milieu-impact van zorgpaden. Dat kan aangrijpingspunten opleveren voor het verlagen van de klimaatimpact. “De meeste studies kijken naar één behandeling. Maar daar zit een heel traject omheen dat er ook aan bijdraagt.”

Help patiënten te stoppen met roken: ‘Minder zenden en meer interacteren’

Marieke Helmus combineert kunst en innovatie om het gesprek over stoppen met roken te starten. Met tools zoals een ‘Chat met je sigaret’-chatbot en humoristische ansichtkaarten helpt ze moeilijk bereikbare groepen om na te denken over hun rookgedrag.

Is er een dokter aan boord?

Wat doe je als er in een vliegtuig om een arts wordt gevraagd? Huisarts en luchtvaartgeneeskundige Peter Nijhof legt uit hoe medische noodgevallen in de lucht worden aangepakt, van de rol van artsen en cabinepersoneel tot het gebruik van medische kits en noodlandingen.

‘Stress verdient centrale plek in het consult’

Chronische stress, vaak gekoppeld aan sociale problemen, kan gezondheidsklachten veroorzaken. Feia Hemke pleit voor meer aandacht hiervoor in de spreekkamer en ontwikkelde tools om dit bespreekbaar te maken. “Hierdoor voorkom je onnodige medicalisering.”