DOQ

Borstkanker: erken klachten, ook lange tijd na behandeling

Onder vrouwen die in het verleden borstkanker doormaakten, heeft ruim een kwart tien jaar na de diagnose nog last van vermoeidheidsklachten. Ook depressieve klachten en milde cardiale disfunctie komen vaker voor. Voor de huisarts is het belangrijk deze klachten te herkennen en erkennen. Dat concludeert huisarts Saskia Accord-Maass in haar promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.  

Vrouwen die borstkanker doormaken blijven de eerste vijf jaar na de diagnose onder behandeling van de internist-oncoloog. Als er geen recidief optreedt neemt de huisarts na die periode de zorg weer over. Accord-Maass: “Als huisartsen wisten we eigenlijk niet goed of deze vrouwen, op het moment dat ze weer onder onze hoede komen, nog extra zorg nodig hebben. We wilden daarom graag weten hoe vaak bepaalde klachten, zoals vermoeidheid, angst, depressie en hart- en vaatziekten, voorkomen op de langere termijn. Dat hebben we uitgezocht in de Breast cancer Long-term Outcome Cardiac Dysfunction (BLOC)-studie.”

“Wees je er als huisarts van bewust dat vrouwen, ook na genezing, nog klachten kunnen ervaren die mogelijk samenhangen met de behandeling van borstkanker”

Huisarts en onderzoeker Saskia Accord-Maass

Opzet studie

In deze cross-sectionele studie onderzocht Accord-Maass 700 vrouwen vanuit meer dan 50 huisartspraktijken. 350 vrouwen kregen ten minste vijf jaar geleden de diagnose borstkanker, de andere 350 maakten geen kanker door en vormden de controlegroep. De vrouwen die borstkanker doormaakten werden behandeld met radio- en/of chemotherapie. Alle vrouwen vulden vragenlijsten in en ondergingen verschillende onderzoeken, zoals lichamelijk onderzoek, echo van het hart en bloedonderzoek.

Vaker klachten

Zowel lichamelijke als psychische klachten komen, ook op de lange termijn, vaker voor bij vrouwen die in het verleden borstkanker doormaakten. Gemiddeld tien jaar na de diagnose had ruim een kwart van de vrouwen (26,6%) vermoeidheidsklachten. Bij de vrouwen in de controlegroep was dit 15,4%. Ook depressieve klachten kwamen vaker voor (10,6 versus 4,9% in de controlegroep). Voor angstklachten was het verschil minder groot (18,6 versus 16,3%), al kwamen hevige angstklachten wel vaker voor. Tot slot hadden vrouwen die borstkanker doormaakten vaker last van een milde systolische dysfunctie (linkerventrikel ejectiefractie < 54%; 15,3 versus 7,0%). Ook het NT-proBNP-gehalte, een biomarker voor onder andere hartfalen, was vaker verhoogd (36 versus 27,1%). “Hoewel het onderzoek laat zien dat een deel van de vrouwen klachten heeft, wil ik ook benadrukken dat een groot deel van hen op lange termijn weinig of geen klachten meer heeft. We moeten de situatie dan ook niet medicaliseren”, vindt Accord-Maass.

“De deelneemsters aan het onderzoekleerden mij hoe belangrijk het voor hen is dat hun klachten erkend worden”

Meer aandacht

De deelneemsters aan het onderzoek gaven Accord-Maass nog een ander inzicht. “Zij leerden mij hoe belangrijk het voor hen is dat hun klachten erkend worden. Ook al is er misschien niet altijd iets aan te doen en heeft niet iedereen er last van, het is wel fijn om te weten dat het erbij kan horen. Toen ik acht jaar geleden aan mijn onderzoek begon hadden veel mensen, zowel artsen als mensen in de omgeving van de patiënt, het idee dat het wel meeviel met de langetermijnklachten nadat de borstkanker overwonnen was. Maar voor sommige vrouwen houdt het daar niet op. Gelukkig is dat nu beter bekend en is er meer aandacht voor.”

“Als cardiovasculair alles in orde is, heb dan ook aandacht voor psychosociale factoren”

Rol van de huisarts

Wat kun je als huisarts nu doen voor vrouwen die langere tijd geleden borstkanker doormaakten? “Het is belangrijk dat je je ervan bewust bent dat vrouwen, ook na genezing, nog klachten kunnen ervaren die mogelijk samenhangen met de (behandeling van) borstkanker”, aldus Accord-Maass.
Wat betreft het risico op hart- en vaatziekten hoeven vrouwen niet direct te worden toegevoegd aan het systeem voor cardiovasculair risicomanagement (CVRM). “Zij hebben vooral last van een milde systolische dysfunctie. De behandeling voor borstkanker kan in de overwegingen wel een rol spelen. Bijvoorbeeld door, bij vage klachten, eerst hart- en vaatziekten uit te sluiten. Als cardiovasculair alles in orde is, heb dan ook aandacht voor psychosociale factoren. En erken dat vermoeidheid, ook lange tijd na de behandeling voor borstkanker, nog steeds een rol kan spelen.”

Saskia Accord-Maass combineerde haar opleiding tot huisarts met een promotietraject aan de Rijksuniversiteit Groningen / het UMCG. Op 6 juli 2022 promoveerde zij op het proefschrift ‘Breast cancer survivorship – Long-term physical and psychological effects of breast cancer and its treatment.’ Sinds anderhalf jaar werkt zij als huisarts in Drachten. Daarnaast werkt zij als postdoc aan het UMCG aan het vervolg van de BLOC-studie. Hierbij kijken de onderzoekers, bij de groep vrouwen die meedeed aan de BLOC-studie, 9 jaar later opnieuw naar de langetermijneffecten van (de behandeling van) borstkanker.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?