Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Bronchiale thermoplastiek verbetert gladde spiermassa bij astma
Voor de eerste keer is aangetoond dat na bronchiale thermoplastiek de gladde spiermassa van de luchtwegen en de klachten van de patiënten afnemen. De respons ging wel gepaard met de serum-IgE-titer en het eosinofielengetal, maar niet met de gladde spiermassa. Dit blijkt uit een gerandomiseerde gecontroleerde TASMA-trial uit Nederland.
De behandeling van patiënten met ernstige astma is in de afgelopen jaren verbeterd door de komst van biologicals die gericht zijn tegen specifieke astma-fenotypes, zoals anti-immunoglobuline E (IgE) voor allergisch astma en anti-interleukine-5 (IL-5) voor eosinofiel astma. Echter, niet alle patiënten tolereren of responderen op deze behandelingen Bovendien is voor de niet-allergische en niet-eosinofiele fenotypes geen specifieke biological beschikbaar.
Hermodellering aangepakt
Bronchiale thermoplastiek is een endoscopische behandeling voor patiënten met ernstige astma. Met behulp van radiofrequente energie worden de middelgrote tot grotere luchtwegen verwarmd en zodoende de hermodellering van de luchtwegwand aangepakt.
Observationele studies hebben aangetoond dat na bronchiale thermoplastiek de gladde spiermassa afneemt. In die studies ontbreken echter geschikte controlegroepen. Hoewel in klinische studies de astmacontrole en kwaliteit van leven verbeterden en het aantal exacerbaties afnam, respondeerden niet alle patiënten even goed op bronchiale thermoplastiek. Onduidelijk is welke patiënten zullen responderen. Om de patiëntselectie te optimaliseren, moeten klinische en fysiologische kenmerken die gerelateerd zijn aan de respons op bronchiale thermoplastiek, vastgesteld worden.
Afname van gladde spiermassa
In deze studie is het effect van bronchiale thermoplastiek op de gladde spiermassa vastgesteld bij patiënten met ernstige astma. 36 patiënten met ernstige astma werden gerandomiseerd naar onmiddellijke of vertraagde bronchiale thermoplastiek. In de vertraagde controlegroep vond na zes maanden standaardzorg een herbeoordeling, inclusief biopten, plaats. Dat werd alsnog gevolgd door bronchiale thermoplastiek.
De gladde spiermassa, gedefinieerd als het positief desmine of α-gladde spier actine-gebied in het totale biopt, werd berekend. De mediane gladde spiermassa daalde met > 50% in de groep die meteen een bronchiale thermoplastiek kreeg (n = 17), terwijl deze parameter niet veranderde in de vertraagde controlegroep (n = 19; p = 0,0004).
Verband met symptomen
Daarnaast werd vastgesteld of er een verband was tussen kenmerken op baseline en de verbetering van de Astma Control Questionnaire (ACQ) en Asthma Quality of Life Questionnaire (AQLQ). In de interventiegroep verbeterden de ACQ-scores met 0,79, terwijl deze score met 0,09 verslechterde in de controlegroep (p = 0,006). De AQLQ-scores verbeterden met 0,83 in de interventiegroep en verslechterde met 0,02 in de controlegroep (p = 0,04).
Een behandelrespons in de totale groep (n = 35) was positief geassocieerd met de serum-IgE-titer en het eosinofielengetal, maar niet met de gladde spiermassa op baseline. Dit biedt belangrijke informatie die relevant is voor de selectie van patiënten die in aanmerking kunnen komen voor bronchiale thermoplastiek.
Referenties: Goorsenberg AWM, d’Hooghe JNS, Srikanthan K, et al. Bronchial Thermoplasty Induced Airway Smooth Muscle Reduction and Clinical Response in Severe Asthma. The TASMA Randomized Trial. Am J Respir Crit Care Med. 2021;203:175-184. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32721210/ , https://www.atsjournals.org/doi/full/10.1164/rccm.201911-2298OC