DOQ

Cardiovasculair en metabool risicomanagement verlaagt ook kans op depressie

Schade aan de kleine bloedvaatjes in het brein en verhoogde bloedsuikerwaarden kunnen een rol spelen bij de ontwikkeling van depressie op latere leeftijd. Aandacht voor leefstijl kan daarom niet alleen het risico op hart- en vaatziekten en diabetes verminderen, maar ook het risico op depressie. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Anouk Geraets, onderzoeker bij Maastricht UMC+ en Alzheimer Centrum Limburg.

Depressie is een wereldwijd gezondheidsprobleem. De oorzaak van depressie is echter nog niet geheel duidelijk, mede doordat het een heterogene stoornis is die meerdere verschillende oorzaken kan hebben. Er zijn echter steeds meer aanwijzingen dat vasculaire ziekten en klachten een rol kunnen spelen bij het optreden ervan. Dat geldt in het bijzonder voor ouderdomsdepressie, depressie die zich voordoet bij mensen op latere leeftijd.

Onderzoeker Anouk Geraets

Twee depressiepieken

In een mensenleven zien we twee depressiepieken, legt Geraets uit. De eerste is op jongere leeftijd, rond een jaar of 20. “Dat heeft veelal te maken met stress, opleiding of als jongvolwassene nog niet goed je weg kunnen vinden in de samenleving. De andere piek doet zich voor bij mensen op latere leeftijd, de ouderdomsdepressie.”

“Hoe meer vasculaire schade en hoe hogere bloedsuikerwaarden iemand heeft, hoe hoger het risico dat hij of zij na vier of vijf jaar een depressie ontwikkelt”

De Maastricht Studie

Het vertrekpunt van Geraets’ onderzoek is dat depressie op latere leeftijd mede veroorzaakt kan worden door biologische factoren, zoals verhoogde bloedsuikerwaarden, verhoogde bloeddruk en vasculaire schade. Om haar hypothese te toetsen, maakte Geraets dankbaar gebruik van epidemiologische gegevens van De Maastricht Studie. “Dat is een uniek longitudinaal bevolkingsonderzoek onder de Zuid-Limburgse bevolking naar de oorzaken en gevolgen van type 2-diabetes mellitus (T2DM), hart- en vaatziekten en andere chronische aandoeningen.”
Met deze schat aan informatie kon Geraets van de meer dan negenduizend deelnemers aan de Maastricht Studie een uitgebreide hoeveelheid markers van vasculaire schade en bloedsuikerwaarden verzamelen. Bovendien kon ze unieke maten analyseren, zoals specifieke markers van microvasculaire disfunctie in de retina en in de huid. Ook had ze de beschikking over een grote hoeveelheid MRI-beelden van vasculaire breinschade.
Geraets relateerde de verschillende maten van vasculaire schade en bloedsuikers vervolgens aan een verhoogd risico op depressie bij deelnemers van De Maastricht Studie. “Aan de hand van de epidemiologische gegevens constateerde ik: hoe meer vasculaire schade en hoe hogere bloedsuikerwaarden iemand heeft, hoe hoger het risico dat hij of zij na vier, vijf jaar een depressie ontwikkelt.”  

“Je moet dus niet wachten tot je zestig bent voordat je gaat bewegen of gezonder gaat eten, dan ben je vermoedelijk te laat”

Vasculaire depressie-hypothese

Met haar bevindingen vond Geraets epidemiologische ondersteuning voor de zogenoemde vasculaire depressie-hypothese, de al langer bestaande hypothese die stelt dat vasculaire schade aan het brein bijdraagt aan depressie. Die schade is onomkeerbaar, benadrukt ze. Preventie en een gezonde leefstijl zijn daarom belangrijk om deze schade te voorkomen, en daarmee óók het risico op ouderdomsdepressie te verminderen. “Je moet dus niet wachten tot je zestig bent voordat je gaat bewegen of gezonder gaat eten, dan ben je vermoedelijk te laat. Mijn advies is om daarmee al te beginnen als je veertig of vijftig bent.”

“We weten dat mensen die depressief zijn, minder trouw hun diabetes- of hoge bloeddrukmedicatie nemen en minder bereid zijn een rondje hard te lopen, hoe goed dat ook voor hen is”

Screen patiënten op depressie

Daarnaast adviseert Geraets cardiologen en diabetesspecialisten om zich meer bewust te zijn van het risico op depressie bij hun patiënten in de spreekkamer. “Screen je patiënten hierop. Niet alleen omdat de depressie een negatieve invloed heeft op de behandeling. We weten dat mensen die depressief zijn, minder trouw hun diabetes- of hoge bloeddrukmedicatie nemen en minder bereid zijn een rondje hard te lopen, hoe goed dat ook voor hen is. En we weten ook dat mensen met een depressie en hart- en vaatziekten een verhoogd risico lopen op sterfte of complicaties. Bovendien kun je patiënten voor de behandeling van hun depressie doorverwijzen naar een psycholoog. Je behandelt dan niet alleen het hart of de verhoogde bloedsuikers, maar ook de depressie.”

Leefstijl voor hart en ziel

Succesvol cardiovasculair en metabool risicomanagement verlaagt kortom niet enkel het risico op hart- en vaatziekten maar mogelijk ook het risico op depressie, vat Geraets haar onderzoek samen. “Het is daarom wenselijk om nieuwe preventie- en behandelstrategieën te ontwikkelen voor depressie op latere leeftijd. En een leefstijl die goed is voor het hart, blijkt ook goed voor de ziel.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?