Casus: 17-jarig meisje met ‘verkeerde vrienden’
Redactioneel
26 juni 2019
De moeder van een 17-jarig meisje komt op uw spreekuur. Ze maakt zich erg ongerust over haar dochter, die ‘de verkeerde’ vrienden kiest, waarmee ze vooral het alcohol- en drugsgebruik bedoelt en het feit dat de meeste van hen forse problemen hebben met hun ouders. Inmiddels gaat het op school helemaal niet goed.
U kent de dochter van een flink aantal spreekuurbezoeken waarbij ze de ene keer depressieve klachten had, dan weer paniekaanvallen, veel somatiseerde en waarbij u niet echt goed contact kreeg. U herinnert zich dat ze steeds magerder werd, maar over haar gewicht wilde ze absoluut niet praten. Ze bleef dan weer een tijdje weg en bleek uw voorschriften niet opgevolgd te hebben. Het meest in de herinnering bleef haar felle manier van reageren, ze voelde zich niet erg begrepen en haar ouders, die in scheiding lagen, kregen in superlatieven de schuld van alles.
Wat doet u?
U stelt de moeder gerust. Het zijn pubertijds- en adolescentiefaseproblemen, ‘zoals bij zoveel meiden van die leeftijd. Niet te snel een psychiatrisch etiket plakken’, legt u uit.
U zegt tegen de moeder dat u zo niks kan doen en dat zij moet zorgen dat haar dochter naar het spreekuur komt.
U spreekt uw zorgen uit en neemt moeders zorgen zeer serieus. U legt uit dat een verwijzing naar een specialistische instelling voor persoonlijkheidsproblematiek u het meest voor de hand ligt, voor nadere diagnostiek en behandeling. U bespreekt hoe haar dochter het beste te motiveren is voor het vervolg.
U geeft haar een verwijskaart mee voor haar dochte
Aanmelden
Meld u gratis aan om toegang te krijgen tot DOQ,
waar zorgprofessionals kennis en visie delen.
Ik heb al een DOQ account
Lees meer over: