Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Chirurgie geen toegevoegde waarde bij behandeling tenniselleboog
‘Chirurgische benaderingen voor de behandeling van een tenniselleboog hebben mogelijk geen toegevoegde waarde voor de patiënt’, aldus een recent kleinschalig onderzoek van dr. Martin Kroslak van het Orthopedische onderzoeksinstituut in Sydney (Australie). Hij presenteerde zijn onderzoeksresultaten tijdens een meeting van de American Orthopaedic Society for Sports Medicine’s (AOSSM).
Het gaat om de resultaten van een dubbelblind gerandomiseerde klinisch onderzoek, waarbij werd gekeken hoe patiënten reageerden op algemene chirurgie, gericht op reparatie van een beschadigde elleboog. De ingreep werd vergeleken met een placeboprocedure waarbij alleen een incisie in de huid werd gemaakt.
Incisie
Er namen twee keer dertien patiënten deel aan het onderzoek. De helft kreeg een verwijdering van een deel van de extensor carpi radialis brevis, een korte, brede, platte spier die ontspringt van de humerus. De andere helft van de patiënten kreeg alleen een incisie bij de laterale elleboog en verder geen aanvullende behandeling. Patiënten die in de studie werden vergeleken, hadden minimaal meer dan zes maanden last van hun elleboog en eerder minimaal twee non-chirurgie behandelmethoden geprobeerd, zoals fysiotherapie, massage, acupunctuur of een brace. Er was bij deze patiënten geen verlichting van de pijn aan de elleboog gerealiseerd gedurende deze behandelingen.
Vragenlijsten
Kroslak:” Ons onderzoek laat zien dat er significante verbeteringen in pijnmeting 26 weken na de operatie waren. Zelf bij inspanning was de pijn bij deze patiënten een stuk minder. De resultaten waren tevens na één tot vier jaar follow-up zichtbaar, met geen enkel significant verschil tussen de twee onderzochte groepen patiënten.” Patiënten moesten vragenlijsten invullen. Hierin konden zij de ernst van de pijn, en de frequentie van de klachten aangeven, tijdens activiteit, rust, tijdens de slaap en ook of het moeilijk is om zware objecten op te tillen of complexe draaibewegingen te maken. De frequentie van de pijn tijdens activiteit was de primaire uitkomst bij elke groep. Ze werden verder gelijk behandeld met rehabilitatie, ijs, stretchen en trainingen om de spieren te versterken vanaf twee weken na de ingreep. Na 2,5 jaar waren er 22 patiënten die de vragenlijsten invulden en kwamen er elf terug voor nader onderzoek.
Uitdaging
‘Management van een chronische tenniselleboog vormt nog altijd een uitdaging voor de orthopedische chirurg’, meent Kroslak. Het onderzoek laat echter zien dat we nog veel werk te verzetten hebben als het gaat om chirurgische en non-chirurgische mogelijkheden om deze pijnlijke aandoening te behandelen.
Bron: AOSSM
AUTEUR: LENNARD BONAPART