Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Chronische rugklachten? Diagnose axiale spondyloartritis nu sneller vast te stellen
Het duurt gemiddeld acht jaar voor patiënten met axiale spondyloartritis een definitieve diagnose krijgen, onder andere door vertraging in de diagnosestelling bij reumatologen. “Dit probleem wilden we aanpakken in het SPACE-onderzoek”, vertelt reumatoloog Floris van Gaalen (LUMC). “De resultaten laten zien dat we bij de meeste deelnemende patiënten met chronische rugpijn de diagnose al bij een eerste bezoek aan de reumatoloog betrouwbaar kunnen vaststellen of uitsluiten.”
“Het SPACE-onderzoek is in 2009 van start gegaan”, vertelt Floris van Gaalen. “Tot die tijd was een definitieve diagnose van axiale spondyloartritis (axSpA) vaak pas mogelijk als er vergroeiingen te zien waren op röntgenfoto’s. Maar mensen hadden dan al veel langer klachten – vaak vele jaren.” Gemiddeld genomen krijgen patiënten met axSpA pas na acht of negen jaar de definitieve diagnose. “En dat is heel jammer, want inmiddels kunnen we de ontstekingen die de klachten veroorzaken vrij goed behandelen.”
“We kunnen nu met MRI-scans ontstekingen in de wervelkolom zichtbaar maken”
Reumatoloog Floris van Gaalen
Twee belangrijke ontwikkelingen
Rugklachten (zoals pijn en stijfheid) vormen de belangrijkste klachten van axSpA-patiënten. Maar hiernaast zijn rugklachten ook veelvoorkomende klachten binnen de huisartsenpraktijk en deze kunnen veel verschillende oorzaken hebben. Dit draagt bij aan de vertraging in het doorverwijzen van patiënten met axSpA naar een reumatoloog, legt Van Gaalen uit. “Dat neemt niet weg dat ook voor ons als reumatoloog het lastig is om met zekerheid de diagnose axSpA te stellen. Een probleem dat we met het SPACE-onderzoek wilden aanpakken.” Om dit onderzoek te kunnen uitvoeren zijn twee ontwikkelingen heel belangrijk geweest, vertelt Van Gaalen verder. “Allereerst is het testen op HLA-B27, de belangrijkste genetische risicofactor voor axSpA, goedkoper en toegankelijker geworden. Daarnaast kunnen we nu met MRI-scans ontstekingen in de wervelkolom, welke ook een aanwijzing kunnen zijn voor axSpA, zichtbaar maken.”
“Ook bij kort bestaande klachten kunnen we de diagnose axSpA bij een meerderheid van de patiënten bevestigen of uitsluiten”
Bevestigen diagnose
Het SPACE-onderzoek is gestart in Leiden, en daarna uitgebreid naar andere centra in Nederland en enkele andere Europese landen.1 “We hebben mensen jonger dan 45 geïncludeerd die drie maanden of langer, maar korter dan twee jaar chronische rugklachten hadden.” Bij het eerste bezoek nam de reumatoloog een anamnese af, voerde lichamelijk onderzoek uit, deed bloedonderzoek (waarbij onder andere getest werd op HLA-B27) en liet MRI-scans en röntgenfoto’s maken. De geïncludeerde patiënten zijn twee jaar gevolgd. Van Gaalen: “Het goede nieuws is dat de resultaten van het SPACE-onderzoek laten zien dat we op basis van deze onderzoeken ook bij kort bestaande klachten de diagnose axSpA bij een groot deel van de patiënten met grote mate van zekerheid kunnen bevestigen (32%) dan wel met zekerheid uitsluiten (40%).”1 Opvallend was ook dat de diagnose bij het merendeel van deze patiënten gedurende de twee jaar follow-up niet meer veranderde.
“Een heel eenvoudige regel over de leeftijd van de patiënt kan veel winst opleveren”
Kosteneffectief
Uit een andere analyse van het SPACE-onderzoek blijkt het correct diagnosticeren van axSpA ook nog eens erg kosteneffectief, aldus Van Gaalen.2 “Patiënten in het SPACE-cohort waren gemiddeld nog geen 30 jaar oud. Een behandeling met ontstekingsremmers kan het functioneren van patiënten met axSpA aanzienlijk verbeteren, wat maatschappelijk gezien van grote waarde is. Daarnaast krijgen mensen zonder axSpA geen onnodige behandeling met ontstekingsremmers aangeboden.”
Combinatie
Wat wel belangrijk is voor reumatologen om te weten, zo geeft Van Gaalen aan, is dat meerdere tests gecombineerd moeten worden om de diagnose axSpA met zekerheid te kunnen stellen. Hierbij zijn met name de HLA-B27-bepaling en de MRI essentieel. Van Gaalen benadrukt hierbij dat eerst de anamnese en het lichamelijk onderzoek uitgevoerd moeten worden en pas als er op basis daarvan een vermoeden bestaat op axSpA, de beeldvorming te doen. “We weten namelijk dat ook bij mensen zonder axSpA beenmergoedeem in de wervelkolom kan voorkomen, bijvoorbeeld bij vrouwen die net bevallen zijn, of bij mensen die hun wervelkolom veel belasten. Het is dus cruciaal eerst na te gaan of er wel aanleiding is om te denken aan axSpA, op basis van het ontstaan en het beloop van de klachten of andere factoren die samenhangen met de diagnose. Als dat zo is, heeft beeldvormend onderzoek nut.” Hierbij is de leeftijd van de patiënt een belangrijk uitgangspunt, volgens Van Gaalen. “Het merendeel van de patiënten ontwikkelt axSpA voor hun 45e. Na het 50e levensjaar gebeurt dit eigenlijk niet meer. Een heel eenvoudige regel, die veel winst kan opleveren.”
Referenties:
1. Marques ML, Ramiro S, Van Lunteren M, et al. Can rheumatologists unequivocally diagnose axial spondyloarthritis in patients with chronic back pain of less than 2 years duration? Primary outcome of the 2-year SPondyloArthritis Caught Early (SPACE) cohort. Ann Rheum Dis 2024;83(5):589-598.
2. Webers C, Grimm S, Van Tubergen A, et al. The value of correctly diagnosing axial spondyloarthritis for patients and society. Semin Arthritis Rheum. 2023;62:152242