DOQ

Goede communicatie met RA-patiënten bij overstap van dure biological naar goedkopere biosimilar vermindert nocebo-effect

Promovenda Lieke Tweehuysen, AIOS reumatologie, heeft het effect onderzocht van het overstappen van een dure biological naar een goedkopere biosimilar door RA-patiënten. Zij concludeert dat de meerderheid van de patiënten bij de overstap geen verandering in effectiviteit of veiligheid ervaart. Toch stopte een kwart van de patiënten binnen een half jaar vanwege klachten. Negatieve verwachtingen rondom de overstap lijken tot het zogenoemde ‘nocebo-effect’ te leiden. Een goed communicatieplan over hoe te communiceren met patiënten over de overstap, vermindert het nocebo-effect.

Promovenda Lieke Tweehuysen, AIOS reumatologie, wilde weten in hoeverre het voor patiënten met ontstekingsreuma mogelijk en gewenst is om over te stappen van een (dure) biological naar een (goedkopere) biosimilar, zonder dat dit invloed heeft op de effectiviteit en veiligheid. Ze zette hiervoor de BIO-SWITCH-studie op, en heeft met de resultaten daarvan aangetoond dat overstappen voor de meerderheid van de reumapatiënten mogelijk is. Op basis van literatuuronderzoek heeft zij zij bovendien geconcludeerd dat er geen relevante biomarkers zijn die kunnen voorspellen welke patiënten met een stabiele lage ziekteactiviteit kunnen afbouwen of stoppen met een biological. In de literatuur heeft ze ook geen relevante factoren gevonden die de individuele respons na het starten van een biological kunnen voorspellen. Toch stopte een kwart van de patiënten binnen zes maanden na de overstap van biological naar biosimilar weer met het gebruik van de biosimilar, wegens ervaren klachten. Die klachten bleken vooral pijnlijke gewrichten en een hogere ervaren ziekteactiviteit. Maar het aantal gezwollen gewrichten was niet hoger.

Subjectieve gezondheidsklachten

Tweehuysen wilde weten waarom dan toch het stakingspercentage zo hoog is, vertelde ze in een presentatie tijdens een congres<link invoegen: https://vimeo.com/266493287 > van Biosimilars Nederland kort voor haar promotie (Radboud Universiteit 29 mei 2018, op het proefschrift Optimizing biologial treatment in inflammatory rheunatic diseases). “Iemand zou kunnen zeggen: misschien is die biosimilar toch minder effectief of veilig dan de biological”, zei ze tijdens haar presentatie, “maar er is een aantal redenen waarom dat onwaarschijnlijk is.” Het blijkt namelijk vooral om subjectieve gezondheidsklachten te gaan. “Het is onwaarschijnlijk dat het komt door een farmacologisch verschil tussen beide middelen.”

Negatief leidt tot nocebo

Een mogelijke verklaring is volgens Tweehuysen het nocebo-effect. “Het is waarschijnlijker dat de patiënten negatieve verwachtingen hebben over de overstap en daardoor meer klachten ervaren.” De definitie van het begrip ‘nocebo-effect’ dateert uit 1961 van Walther Kennedy: ‘Het ontstaan of verergeren van klachten bij een patiënt door negatieve verwachtingen over een behandeling’. Tweehuysen: “Het is het resultaat van arts/patiënt-communicatie en van de verwachtingen van de patiënt.” Ze wees op een gebrek aan kennis over biosimilars, het ontbreken van uniforme communicatie erover en negatief getinte informatie erover. “Als een patiënt wordt gezegd: we gaan over omdat het goedkoper is, dan kan die denken: dan zal het wel minder goed zijn.”

Communicatieplan heeft succes

Als vervolg op haar onderzoek heeft Tweehuysen de BIO-SPAN-studie opgezet, waarmee ze heeft aangetoond dat het toepassen van een communicatieplan effect sorteert. Méér patiënten maken de overstap van biological naar biosimilar, en het aantal patiënten daalt dat vervolgens toch weer stopt met de biosimilar. Het communicatieplan behelst onderwijs over biosimilars aan zorgaanbieders enerzijds en anderzijds eenduidige informatievoorziening aan patiënten. Inmiddels heeft dit tot een gevolg voor de dagelijkse praktijk geleid, want de Federatie Medisch Specialisten heeft op basis van de bevindingen van Tweehuysen haar standpunt over het switchen van biological naar biosimilar versoepeld. In het oorspronkelijke standpunt, uit 2015, werd dit switchen nog afgeraden voor patiënten met een goede respons op een biological. Nu stimuleert de Federatie ziekenhuizen juist om het goedkoopste biologische geneesmiddel voor te schrijven.

 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Hoe dramaseries artsen kunnen helpen bij morele keuzes

Drie afleveringen van House M.D. of Dexter op een avond kijken, puur voor de ontspanning? Voor zorgprofessionals kan het ook leerzaam zijn. Mediawetenschapper Merel van Ommen onderzocht hoe dramaseries artsen kunnen helpen om beter om te gaan met moreel ingewikkelde situaties.

Onderliggend denkpatroon stuurt voorschrijver bij keuze voor geneesmiddel

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een afweging tussen richtlijnen, ervaring en patiëntkenmerken. Indeling in vier voorschrijversprofielen geeft inzicht in de eigen afwegingen. “En het helpt te begrijpen waarom een collega een andere beslissing neemt.”

‘Medicatiebeleid in de laatste levensfase kan beter’

6 op de 10 patiënten in de palliatieve fase krijgt door de huisarts medicatie voorgeschreven die niet langer passend is. Dat blijkt uit een onlangs verschenen factsheet van Nivel en PZNL. “We moeten voorschrijfgewoonten kritisch onder de loep nemen”, zegt Yvonne de Man, senior onderzoeker bij Nivel.

Casus: vrouw met pijnlijke oorschelp

Een 55-jarige vrouw heeft een hoed in haar hand als ze uw spreekkamer binnenkomt. Sinds een maand heeft zij ’s nachts last van pijn aan het linkeroor. Op de oorrand ziet u een nodulus die bij druk zeer pijnlijk is. Wat is uw diagnose?

‘Live well, die well’: rol van vrijwilligers in de laatste levensfase

Vrijwilligers aan het sterfbed in het ziekenhuis maken een groot verschil, stelt Anne Goossensen. Ze luisteren, troosten en verlichten de werkdruk van zorgverleners. “Ze bieden een luisterend oor en zijn aanwezig, zonder haast of medische agenda.”

Waarom melden vrouwen vaker bijwerkingen van medicijnen?

Vrouwen blijken vaker bijwerkingen van medicijnen te melden dan mannen. Onderzoeker Sieta de Vries van het UMC Groningen probeert te achterhalen hoe dit komt. En dat blijkt complexer dan het lijkt.

Gezondheid van mens, dier en natuur horen bij elkaar

Voorheen circuleerden het westnijl- en het usutuvirus alleen in Zuid-Europa. Maar inmiddels komen ze ook voor in Nederlandse vogels en muggen. Viroloog Marion Koopmans ziet daarin een duidelijke les: “De gezondheid van mensen kun je niet los zien van die van dieren en ecosystemen.”

Casus: hoestende man met koorts en dyspneu

Een 31-jarige Poolse man die vanwege de ziekte van Crohn wordt behandeld met infliximab bezoekt de SEH, omdat hij al twee weken hoest en benauwd is. Ook heeft hij koorts. Een antibioticumkuur van de huisarts heeft geen effect gehad. Wat is uw diagnose?

Casus: man met huidafwijking op de rug

Een 69-jarige man komt op uw spreekuur om een verruca seborrhoica in het gelaat te laten controleren. Bij algehele inspectie ziet u ook een huidafwijking op de rug. Wat is uw diagnose?

´Voorkom medicijn­resten, begin bij je eigen voorschrijven´

Minder diclofenac, lagere hormoondoses, terughoudend met azitromycine - zo kunnen zorgverleners volgens een recent rapport van het IVM bijdragen aan schoner water. “Aan de overwegingen die artsen maken bij voorschrijven zou ook duurzaamheid moeten worden toegevoegd.”