Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Corona heeft motivatie van artsen flink op de proef gesteld
Arts, onderzoeker en ondernemer Myra van den Goor rondde in coronatijd haar proefschrift af over de drijfveren van artsen. Gevoelens van roeping en kameraadschap bleken de essentie. Maar die werden in coronatijd behoorlijk op de proef gesteld en verdienen nazorg, stelt Myra. “Het gaat om motivatie en dat is niet vanzelfsprekend. Iedereen heeft aandacht nodig, ook de artsen die niet in de frontlinie werken.”
Hoe werkt bevlogenheid? Wanneer presteren artsen het best? Deze vragen hielden Myra van den Goor als huisarts zo bezig dat ze in 2010 met twee collega’s Q3 oprichtte, een onderneming voor postacademisch onderwijs. Dezelfde vragen werden het fundament van haar promotie die ze in 2020 afrondde. Haar conclusie: voor artsen draait het om toewijding aan de patiënt, passie, motivatie, ondersteuning door collega’s, wederzijds vertrouwen en een veilige omgeving. Myra zag tijdens de coronapandemie haar conclusies bevestigd in het vervolgonderzoek ‘De impact van Covid-19 op dokters’ van masterstudent Lotte Sander (Universiteit Twente).
“Artsen kwamen terug bij de kern van hun vak: goed willen doen voor de patiënt en het samen gaan regelen”
Huisarts Myra van den Goor
Grote saamhorigheid
“Lottes onderzoek onderbouwde vanuit de praktijk dat bij artsen gevoelens van roeping en kameraadschap met name in het begin van de pandemie enorm versterkt werden. Mensen sprongen flexibel in en de saamhorigheid was groot. Veel zorgverleners zagen het zelfs als een stimulerende periode met mogelijkheden voor persoonlijke groei.” Ook zag Myra duidelijk terug dat artsen in een tijd van chaos en als ze niet goed weten wat er gaat gebeuren, heel sterk terugkomen bij de kern van hun vak: goed willen doen voor de patiënt en het samen gaan regelen.
Scheurtjes in de solidariteit
Maar na de eendrachtige beginperiode ontstonden al vrij snel scheurtjes in de solidariteit. Waar een paar specialismen erg in de spotlights stonden, raakten anderen in de loop van de pandemie gefrustreerd omdat ze veel moesten inleveren. “Wat je ook zag, was dat artsen nauwelijks meer hun collega’s ontmoetten, en dat deed veel met de cohesie in groepen en onderlinge relaties. In veel gevallen moet nog steeds achterstallig onderhoud gepleegd worden. Sommige groepen komen nu pas, na tweeënhalf jaar, voor het eerst live bij elkaar.” Het is een constatering die aansluit bij een van Myra’s promotiestellingen: Relationships are built in the in between time. “Tijdens de coronapandemie verdween die tussentijd, daarmee ook het werkplezier en de gelegenheid om je onderdeel van een groep te voelen.”
“Je kunt ook de motivatie aanjagen door iemand bijvoorbeeld opleidingen te laten volgen, of ruimte te geven voor persoonlijke ontwikkeling”
Zorg is verbinding
Volgens Myra wordt deze ‘zachte kant’ van het werk erg onderschat. “Mensen beschouwen relaties als vanzelfsprekend. Ze zijn niet meetbaar of af te vinken, dus krijgen ze weinig aandacht. Maar zorg is mensgericht, het gaat per definitie om de verbinding.” En daar zit al jaren het knelpunt: de zorg is alleen maar zakelijker geworden door de nadruk op transparantie en registraties. Zo ontstond een demotiverende last die het werkplezier flink onder druk zet. Myra ziet door ‘(Ont)regel De Zorg’ kleine verbeteringen maar grote stappen zijn het niet. “Om de motivatie van zorgverleners een impuls te geven kun je de regeldruk verminderen, en dat moet ook zeker gebeuren. Maar je kunt ook de motivatie aanjagen door iemand bijvoorbeeld opleidingen te laten volgen, of ruimte te geven voor persoonlijke ontwikkeling. Dát heeft een enorm sterk effect op presteren en functioneren.”
“Het motiveert veel meer als je uitgaat van talent, en wat er wel is. Zeker in tijden dat bevlogenheid zo onder druk staat, is dat enorm belangrijk”
Ga uit van talent
Motivatie en werkplezier horen thuis op de agenda van een individu, een groep en een organisatie, vindt Van den Goor. “Gesprekken gaan nauwelijks over hoe het met je gaat, waar je trots op bent of wat je belangrijk vindt. Integendeel, er is vooral een focus op wat niet goed gaat: casusbespreking, calamiteitenbespreking, klachtenbespreking, mortaliteitsbespreking. Allemaal gaan ze over wat beter moet. Terwijl het veel meer motiveert als je uitgaat van talent, en wat er wel is. Zeker in tijden dat bevlogenheid zo onder druk staat, is dat enorm belangrijk.”
“Zet de mens centraal, en niet het proces of procedures”
Motivatie van alle artsen
Voor een eventuele volgende crisis of coronapandemie, adviseert Myra om vanaf het begin aandacht te besteden aan de motivatie van alle artsen, dus niet alleen van degenen die in frontlinie werken. “Ook moeten leidinggevenden zorgen dat groepen bij elkaar blijven, bijvoorbeeld door teamtrainingen of een (online) vrijmibo. Daar kun je niet twee jaar mee wachten en veronderstellen dat het vanzelf wel weer goed komt. Zet de mens centraal, en niet het proces of procedures.”
Referenties:
- Thesis van Lotte Sander over de impact van Covid 19 op dokters
- Proefschrift Myra van den Goor “Calling and Comradeship; unravelling the essence of physician performance – Thesis”
- Het boek ‘Doktershart’