DOQ

De ambitie van prof. dr. Nijveldt: ‘Betere therapie dankzij cardiale beeldvorming’

De eerstvolgende generaties cardiologen en radiologen zullen zich vertrouwder voelen met de jongste vormen van cardiale beeldvorming. Het effect daarvan is dat zij vaker meteen de juiste diagnosetechniek kiezen in plaats van verschillende modaliteiten in te zetten. Dat is de verwachting én ambitie van cardioloog prof. dr. Robin Nijveldt. Hij werd onlangs benoemd tot hoogleraar Cardiovasculaire Beeldvorming aan het Radboudumc.

Vrijwel iedereen die recent een auto, televisie of computer heeft aangeschaft, zal het herkennen: hij gebruikt het product wel, maar weet niet waar alle knopjes voor dienen en benut het nog niet optimaal. Zo is het ook een beetje met cardiale MRI en PET-CT-scans van het hart. Prof. dr. Robin Nijveldt en zijn collega’s willen dit veranderen bij geneeskundestudenten, assistenten cardiologie, cardiologen en radiologen.

Cardioloog prof. dr. Robin Nijveldt
(Foto: William Moore Fotografie)

Meer efficiency

“In de afgelopen jaren hebben wij deze relatief nieuwe beeldvormingstechnieken gevalideerd”, zegt hij. “We kennen inmiddels de waarde en weten er veel van. Nu is het tijd om de vertaalslag te maken naar de reguliere patiëntenzorg. Het moet gaan leiden tot meer efficiency en uiteindelijk betere therapieën.”

Nijveldt legt uit: “In de huidige situatie wordt doorgaans nog vaak een serie technieken gebruikt om tot een antwoord te komen. Wij streven naar artsen die selectiever nadenken, artsen die weten wanneer ze een specifieke modaliteit inzetten en welke niet. Een pluspunt daarvan zou zijn dat efficiënter wordt gebruikgemaakt van diagnostische apparatuur, zodat de kans op wachtlijsten afneemt. Het belangrijkste voordeel is dat betere beeldvormingskwaliteit leidt tot beter begrip van het ziekteproces en dat je hierop dan misschien de therapie kunt afstemmen.”

Coronair lijden en meervatslijden

Kan de hoogleraar voorbeelden geven? “Onze onderzoeksgroep focust zich op patiënten met coronair lijden die meervatslijden hebben – in meerdere kransslagaders aderverkalking – en op patiënten met inflammatoire hart- en vaatziekten. Ik denk dat bij deze groepen beeldvorming een goede tool kan zijn om te kijken wat daarna de beste zorg is.”

Hij concretiseert: “In het Radboudumc doen we een studie naar patiënten met een acuut hartinfarct die zijn gedotterd in het afgesloten vat en bij wie de andere kransslagaders ook zijn aangedaan. Nu wordt vaak gezegd: we zien poliklinisch wel, of die andere aangedane vaten ook gedotterd moeten worden of pas als iemand klachten heeft. In ons onderzoek behandelen we die aangedane vaten direct in dezelfde procedure en gaan we na of dit beter is en tegelijkertijd minder belastend voor de patiënt. De andere helft van de patiënten zullen we een cardiale MRI-scan laten doen om te bekijken of er nog zuurstoftekort is in de hartspier. Als dit niet zo is, hoeven zij niet nog eens te worden gedotterd. Dan kun je de patiënt geruststellen en heeft deze vertrouwen om het revalidatieproces in te gaan. Op deze manier leren we of direct alles dotteren beter is dan een afwachtend beleid, waarbij in beide gevallen het aantal onnodige invasieve onderzoeken gereduceerd wordt, zodat uiteindelijk ook de zorgkosten dalen.”

Diagnose myocarditis

Welke kansen ziet Nijveldt op het vlak van myocarditis, een ontsteking van de hartspier? “Eigenlijk is hier nog geen therapie voor. Dat wordt deels veroorzaakt doordat behandelingen nog onvoldoende zijn getest, maar het speelt ook een rol dat de diagnose zich lastig laat stellen. Een biopt uit het hart is de gouden standaard, maar gezien het risico gebeurt dit niet vaak, en daarom worden verschillende criteria gebruikt om de diagnose op indirecte wijze te stellen. Is er bijvoorbeeld ontsteking te zien in het bloed, is de hartfunctie verminderd en zijn er normale kransslagaders bij hartkatheterisatie? De cardiale MRI kan hierin verandering brengen: inmiddels weten we dat hiermee duidelijk kan worden aangetoond of een patiënt myocarditis heeft, doordat we direct het weefsel in beeld kunnen brengen. Dat hebben wij gevalideerd in studieverband.”

Hij vervolgt: “Nu willen we graag een onderzoek opzetten waarin patiënten worden behandeld na diagnostiek met cardiale MRI en waarbij deze techniek ook wordt gebruikt om hen vervolgens te monitoren. Krijgen deze patiënten in de toekomst minder snel hartfalen als ze worden behandeld? Wij willen dit onderzoek verrichten in samenwerking met prof. dr. Stephane Heymans van Maastricht UMC+. Een belangrijk onderdeel is dat we eerst een therapie ontwikkelen die centraal staat in de studie.”

Samenwerking radiologie

De vertaalslag maken van ‘mooie nieuwe techniek’ naar optimale toepassing in de klinische praktijk. Dáar gaat Nijveldt zich hard voor maken. Hij benadrukt nog een tweede stokpaardje te hebben: uitmuntende samenwerking tussen cardiologen en radiologen. “Ik zou mijn werk niet goed kunnen uitvoeren en geen goede invulling kunnen geven aan mijn leerstoel als deze specialismen elkaar niet zo soepel wisten te vinden in het Radboudumc. We luisteren naar elkaar en gunnen elkaar veel. Die boodschap wil ik graag meegeven aan cardiologen en radiologen in andere medische centra en ziekenhuizen: 1+1=3.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx