Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
‘De risico’s op kinderlongziekten ontwikkelen zich al vanaf de conceptie’
“Het risico op het krijgen van astma is ongeveer twee keer zo groot voor kinderen die in armoede opgroeien,’ vertelt Ismé de Kleer, kinderlongarts in Franciscus. Het zijn serieuze cijfers over een risicofactor die vaak onderbelicht blijft ten opzichte van de meer bekende factoren als atopische aandoeningen en erfelijkheid.
“De risico’s op kinderlongziekten ontwikkelen zich al vanaf de conceptie. Kinderen van moeders die in armoede leven, hebben een grotere kans op prematuriteit of dysmaturiteit. Deze kinderen worden geboren met een verminderde longfunctie en halen dat hun leven lang niet meer in”, legt De Kleer uit. Het verhoogt het risico op het krijgen van astma. En zowel de verminderde longfunctie als de astma zijn op hun beurt weer risicofactoren voor het krijgen van COPD op latere leeftijd.

“Het negatieve effect van meeroken begint al voor de geboorte”
Kinderlongarts Ismé de Kleer
Meespelende factoren
Daarbij spelen factoren als meeroken en luchtkwaliteit in de leefomgeving een grote rol. “Er wordt meer gerookt in deze gezinnen en ook wonen mensen die het financieel moeilijk hebben vaker in industriële gebieden, in stadscentra of dicht bij de snelweg”, benoemt De Kleer. “In veel oude huizen of sociale huurwoningen zien we daarnaast dat het slecht is gesteld met de luchtkwaliteit binnen. De ventilatie laat bijvoorbeeld te wensen over en er is soms schimmel aanwezig in een woning. Het negatieve effect van meeroken en luchtvervuiling op de longontwikkeling van kinderen begint al voor de geboorte. Fijnstof- en roetdeeltjes die de moeder inademt komen via haar bloed en de placenta direct bij het kind terecht.”
Voeding en toegang tot zorg
“Ook weten we dat voeding een belangrijke rol speelt”, vertelt De Kleer. “Er komt meer obesitas voor onder kinderen die in armoede leven. Obesitas verhoogt het risico op het ontwikkelen van astma en bovendien is een kind met astma dat obees is, moeilijker te behandelen.”
“Een laatste factor die meespeelt is de toegang tot de gezondheidszorg en gezondheidsvaardigheden. Mensen begrijpen de dokter soms niet goed vanwege een taalbarrière of vermijden zorg omdat ze bang zijn voor de mogelijke kosten. Zo had ik laatst een voorzetkamer en puffer voorgeschreven, maar omdat er iets mis ging met de verzekering moesten deze mensen de voorzetkamer zelf betalen. Omdat daar geen geld voor was, zijn ze de medicijnen maar niet gaan gebruiken”, vertelt De Kleer. “Dat is natuurlijk zonde, want adequate behandeling van astma is belangrijk om risico’s op de korte maar ook lange termijn te verminderen.”
“Ik benoem eerst dat er veel gezinnen zijn in Rotterdam die in armoede leven”
Armoede is overal
“Ik ben me de laatste tijd steeds bewuster van het feit dat echt ieder type gezin te maken kan hebben met armoede. Volgens cijfers van het CPB (2022) groeit ruim 9% van de kinderen op in armoede. Het risico is het grootst in eenoudergezinnen of gezinnen die afhankelijk zijn van een uitkering. Maar in absolute getalen komt de grootste groep kinderen die leven in armoede uit een gezin met twee werkende autochtone ouders.”
“Omdat ik weet hoe belangrijk de factor armoede is voor het ontstaan van onder andere astma, vraag ik dit uit in mijn anamnese. Ik benoem eerst dat er veel gezinnen zijn in Rotterdam die in armoede leven en vraag vervolgens of het gezin dat ik voor me heb daar misschien ook mee te maken heeft. Zo probeer ik schaamte weg te nemen en financiële problemen bespreekbaar te maken”, legt De Kleer uit. “Dat is belangrijk, omdat ik zo beter kan inschatten wat een kind (en het gezin) nodig heeft.”
Extra begeleiding
Gezinnen die in armoede leven hebben vaak behoefte aan wat meer begeleiding. “Vaak laten we een longverpleegkundige of iemand van de GGD bij deze mensen op bezoek gaan. Deze mensen adviseren we over het gebruik van eventuele ventilatiesystemen, afzuigkappen, het drogen van de was, het openzetten van de ramen en het verwijderen of voorkomen van schimmel in huis”, vertelt de Kleer. “Zo kunnen de ouders zelf al veel betekenen om de luchtkwaliteit in huis te verbeteren en zo hun kind betere kansen te geven.”
“Verder kunnen we bijvoorbeeld maatschappelijk werk inschakelen om de aanvullende hulpbehoeften te inventariseren. Daarnaast geven we vaak het advies te gaan sporten. Sociale ongelijkheid zorgt er ook vaak voor dat kinderen minder sporten. Lidmaatschappen van clubjes zijn duur en geld voor een uitrusting is er ook niet. Maar vaak zijn er subsidies beschikbaar vanuit de gemeente om sport voor alle kinderen mogelijk te maken. Het is goed de ouders daarvan bewust te maken.”
“Risicofactoren als armoede en luchtkwaliteit worden vaker over het hoofd gezien door artsen”
Signalering in de eerste lijn
Ook preventie van luchtwegproblemen of het op tijd signaleren ervan verdient meer aandacht. “We weten uit onderzoek dat – wanneer we alle huisartsen over één kam scheren – er een forse onderbehandeling is van kinderen met astma”, zegt De Kleer. “Het is namelijk ook behoorlijk lastig om een kind met astma te differentiëren van een kind dat regelmatig een luchtweginfectie heeft, omdat het naar het kinderdagverblijf gaat. Artsen vragen risicofactoren als atopische aandoeningen of een erfelijke belasting vaak wel uit, maar armoede, meeroken en luchtkwaliteit worden wat vaker over het hoofd gezien.
Stappen in de goede richting
“Wanneer artsen zich er beter bewust van zijn dat kinderen die opgroeien in armoede ongeveer twee keer zoveel kans hebben op astma, kan de aandoening sneller worden gediagnosticeerd en beter behandeld. Sociaal economische ongelijkheid neem je niet zomaar weg, maar met goede voorlichting en intensieve begeleiding zijn de kansen van deze kinderen aanzienlijk te vergroten. Bijvoorbeeld door de thuisomgeving van het kind te verbeteren, therapietrouw te bevorderen en door ondersteuning van paramedici zoals een longverpleegkundige, diëtist of maatschappelijk werk in te schakelen”, zo besluit de Kleer.
Referenties:
1. K Gruffydd-Jones. Unmet needs i n asthma. Ther Clin Risk Manag. 2019;15:409-21.
2. A. Akindele, L. Daines et al. Qualitative study of practices and challenges when making a diagnosis of asthma in primary care. NPJ Prim Care Respir Med. 2019;29(1):27.