Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Eenvoudige scorelijst om delier hospicepatiënt te voorspellen
Is de 10-item Risk Score List bruikbaar om het risico op een delier op te sporen bij patiënten in een hospice? En is dat instrument eenvoudiger te maken? Carla Juffermans, huisarts en kaderarts palliatieve zorg, nam samen met het hospice Duin- en Bollenstreek in Sassenheim het initiatief om dit te onderzoeken. De studie resulteerde in een eenvoudige scorelijst met slechts vier voorspellende thema’s.
Meer dan de helft van de patiënten in een hospice krijgt een delier. Niet zo vreemd, stelt Carla Juffermans. Door het stervensproces krijgen de hersenen minder zuurstof en dat veroorzaakt verwarring, hallucinaties en andere klachten die bij een delier horen. Ook het stil delier komt voor: iemand die zich terugtrekt en niet meer in staat is contact te maken met de omgeving.

“Een uitgebreide screening op delier is een belasting voor zowel de patiënt als de verzorging. Zeker als het vaak gebeurt”
Huisarts en kaderarts palliatieve zorg Carla Juffermans
Vaak puzzelen
Juffermans is huisarts in Voorhout en verbonden aan hospice Duin- en Bollenstreek in Sassenheim. Daarnaast is ze kaderarts palliatieve zorg, consulent bij een regionaal consultatieteam en aan het LUMC verbonden als palliatief arts en docent aan de huisartsenopleiding. De brede blik die de palliatieve zorg vraagt, vindt ze vooral interessant. “Het is vaak puzzelen, werken met verschillende richtlijnen en schakelen met allerlei disciplines.”
10-item Risk Score List
Het intrigeerde Juffermans dat er weinig onderzoek is gedaan naar delier in het hospice terwijl delier juist daar zo veel voorkomt. Op initiatief en met subsidie van hospice Duin- en Bollenstreek zette zij in 2018 samen met hoogleraar palliatieve geneeskunde, Yvette van der Linden, een retrospectieve studie op. Hierin is nagegaan of de 10-item Risk Score List (10-RSL), ontwikkeld om een delier bij ziekenhuispatiënten te voorspellen, te gebruiken is in het hospice. “Daarnaast was onze vraag of een eenvoudige versie ook voldeed”, aldus Juffermans. “Dat zou het gebruik in de praktijk stimuleren. Want een uitgebreide screening op delier is een belasting voor zowel de patiënt als de verzorging, zeker als het vaak gebeurt.”
Vier voorspellers
Vanuit het LUMC Expertisecentrum palliatieve zorg analyseerde Juffermans met psycholoog Rik Stoevelaar en een team van onderzoekers in totaal 240 patiëntdossiers uit hospices in Sassenheim, Oegstgeest en Wassenaar. Ze ontdekten dat de 10-RSL een delier significant voorspelt bij patiënten in een hospice. Maar ook een risicoscorelijst met vier items (RSL-4) blijkt te voldoen. De vier significante voorspellers voor een delier zijn: eerder doorgemaakt delier, cognitieve stoornis, veranderingen in opioïden en een leeftijd boven de 70 jaar.
“Het gebruik van de RSL-4 in de thuissituatie maakt het mogelijk om nog eerder preventief in te spelen op een mogelijk delier”
Interventies
Het onderzoek resulteert in het advies om de RSL-4 te gebruiken op het moment dat een patiënt wordt opgenomen in een hospice. Blijkt uit de screening dat een patiënt een hoog risico heeft op delier, dan is frequente screening nodig, bijvoorbeeld met de Delier Observatieschaal. Vervolgens is het mogelijk om tijdig preventieve interventies in te zetten, zoals het hanteren van een goed dag- en nachtritme.
Bij een hoog risico op delier kun je tevens familie en naasten op tijd voorbereiden, voegt Juffermans toe. “Door goede voorlichting geef je ze ook handvatten om erop in te spelen. Bijvoorbeeld door niet door elkaar heen te praten, of door bezoek te beperken tot één persoon tegelijk. ” De onderzoekers maakten onder meer informatiefolders en onderwijsmaterialen die ook voor vrijwilligers in te zetten zijn.
Vervolgonderzoek
Juffermans zou graag het effect van de RSL-4 in de thuissituatie willen bestuderen. “Daar treden vaak de eerste veranderingen op die vooral familie en naasten waarnemen. Met de RSL-4 in de thuissituatie zou je dus nog eerder preventief kunnen handelen. Maar dit onderzoek vereist toegang tot de dossiers bij de huisarts, en dat is vanwege privacyregels een flinke hindernis.”
Het gebied van medicatie bij delier is volgens Juffermans een ander interessant onderzoeksterrein. “Niet-medicamenteuze behandeling heeft de voorkeur, maar soms gebruiken we toch middelen als haloperidol, clozapine, of in mindere mate risperidon, quetiapine en rivastigmine. Want ondanks de matige onderbouwde meerwaarde van deze middelen bij delier, zien we op de werkvloer effect. Daar zou ik graag onderzoek naar doen. “