Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Diagnose van interstitiële longziekte kan met vriesbiopt
Starten met een zogenoemd vriesbiopt geeft bij interstitiële longziekten (ILD) vergelijkbare diagnostische accuraatheid aan direct een weefselbiopt verkrijgen via een longoperatie. Als eerst een vriesbiopt wordt genomen, kan dat 80% van de operaties en veel ongemak voor de patiënt helpen voorkomen. Dat blijkt uit de COLD-studie van Amsterdam UMC, die is gepubliceerd in Lancet Respiratory Medicine. “Groot voordeel van een vriesbiopt is dat de patiënt een dag in het ziekenhuis ligt in plaats van vijf dagen”, vertelt longarts Kirsten Kalverda.
ILD is een verzamelnaam voor ziekten van het bindweefsel van de long, met een combinatie van ontsteking en vaak littekenvorming. Bij de meeste mensen met ILD kan de diagnose worden gesteld op basis van klinische gegevens en een CT-scan. Maar bij ongeveer een derde van de patiënten is een longbiopsie nodig. Dat gebeurt meestal met een operatie. Daarvoor is een ziekenhuisopname nodig en een drain tussen de ribben om de long te laten ontplooien. Deze procedure heeft een hoog risico op complicaties. “Sinds enkele jaren wordt daarom steeds vaker een vriesbiopt, oftewel cryobiopsie afgenomen”, vertelt Kalverda. “Dat gebeurt bronchoscopisch met een dunne sonde in de long. Het uiteinde van de sonde wordt gekoeld en daardoor vriest een stukje longweefsel aan de sonde vast. Deze procedure is veel minder invasief en belastend dan een operatie.”
“Bij opereren waren de complicaties ernstiger dan bij een vriesbiopt”
Longarts Kirsten Kalverda
Vergeleken
Toch waren die twee methoden nog niet eerder in een studie met elkaar vergeleken. “Ons idee was om te beginnen met een vriesbiopt, en daarna alleen een operatie te doen als de diagnose daarmee niet lukt”, vervolgt Kalverda. “Dat kan ernstige complicaties en ziekenhuisopnames verminderen.”
De studie vergeleek het nemen van een vriesbiopt en eventueel een aanvullende operatie (step-up methode) met direct opereren. “We hebben onder andere gekeken naar diagnostische opbrengst, het krijgen van een drain, pijn, ziekenhuisopname en ernstige bijwerkingen. Over veel van deze aspecten was nog weinig bekend”, zegt Kalverda. In totaal werden de afgelopen jaren 55 patiënten gerandomiseerd voor de step-up methode (28 patiënten) of direct opereren (27 patiënten).
“Op alle aspecten is de step-up methode beter”
Duidelijke resultaten
Cryobiopsie leidde bij 82% van de deelnemers tot een diagnose, wat steeg naar 89% als een aanvullende operatie nodig was. Bij een directe operatie was de diagnostische opbrengst 88%. De duur van ziekenhuisopname was gemiddeld een dag met de step-up methode en vijf dagen met direct opereren. Het aantal patiënten met een ernstige bijwerking of complicatie was respectievelijk één en twaalf. Kalverda: “Bij opereren waren de complicaties ernstiger dan bij een vriesbiopt. En na de operatie ervaren patiënten meer pijn dan na een vriesbiopt, hoewel zij standaard pijnmedicatie krijgen.”
De studie leverde dus duidelijke resultaten op: op alle aspecten is de step-up methode beter. De biopten met de cryomethode zijn weliswaar kleiner maar wel goed te beoordelen, doordat de cellulaire opbouw vanwege het bevriezen behouden blijft. “Er is bij cryobiopsie voldoende weefsel om te analyseren”, aldus Kalverda.
“Het lijkt ons al duidelijk dat de step-up methode veel goedkoper is”
Goedkoper
Starten met een vriesbiopt voorkomt vier van de vijf operaties, is de conclusie uit de studie. Dat is grote winst: “De step-up methode is veel patiëntvriendelijker en is geschikt voor het merendeel van de patiënten met ILD. We gaan nog een analyse doen naar de kosteneffectiviteit, maar het lijkt ons al duidelijk dat de step-up methode veel goedkoper is. De patiënt hoeft immers maar een dag in het ziekenhuis te zijn in plaats van vijf dagen. En de operatiekamer is veel minder vaak nodig.”
Het Amsterdam UMC past de step-up methode al toe, evenals de centra in Nijmegen, Leiden en Breda. Is het ook geschikt voor andere ziekenhuizen? Op zich is de cryomethode niet ingewikkeld, antwoordt Kalverda. “Maar je moet wel alert kunnen reageren op eventuele complicaties, zoals een bloeding. Bovendien moet de patholoog een vriesbiopt leren beoordelen, onder andere omdat het biopt kleiner is dan een operatief biopt. Dus bij het implementeren van deze nieuwe techniek moet ook alles eromheen goed geregeld zijn. Ik denk niet dat ieder ziekenhuis vriesbiopten hoeft te gaan doen: patiënten kunnen ook worden verwezen naar een ander centrum. Het zou mooi zijn als alle betreffende patiënten in het land op dezelfde manier worden gediagnosticeerd.”