DOQ

Dosis optimalisatie bij geneesmiddelen voor kinderen

Wetenschappers aan de Universiteit van Liverpool en het Alder Hey kinderziekenhuis proberen de vraag: ‘Hoe geef je de optimale dosering van een medicijn aan kinderen?’, op te lossen. Zij onderzochten daarvoor de behandeling van kinderen met het groeihormoon (GH). De resultaten van het onderzoek van pediatrisch klinisch farmacoloog dr. Dan Hawcutt et al., staat in PLoS ONE van deze maand.

Geneesmiddelen hebben verschillende effecten op verschillende mensen. Het effect van een geneesmiddel op kinderen kan daarbij variëren door veranderingen die plaatsvinden tijdens de groei en ontwikkeling. Historisch gezien, ligt de focus daarbij niet op de klinische ‘kinderfarmacologie’, en zijn er nog altijd veel onbekende factoren bij het optimaliseren van de dosering bij kinderen, ongeacht welk middel.

Obesitas
De wetenschappers onder leiding van dr. Dan Hawcutt, een van de 6 getrainde pediatrische klinische farmacologen in het land, keken naar groeihormoon (GH), een duur geneesmiddel dat regelmatig wordt voorgeschreven bij kinderen. Lichaamsgewicht is een zeer belangrijke factor binnen de kinderfarmacologie, wanneer het gaat om dosisoptimalisatie. Een groot deel van de kinderen wereldwijd is te dik. Het aandeel obese kinderen neemt steeds verder toe. Echter de verschillen per land in Amerika: 16,9% versus Denemarken: 0,5% zijn enorm en hangen vaak samen met opvoeding en (eet)cultuur. Over het algemeen wordt de dosering van geneesmiddelen voor kinderen veelal gebaseerd op het totaal lichaamsgewicht (TBW). Door obesitas kan deze dosering echter moeilijk zijn vast te stellen.

Verdeling
Wanneer een geneesmiddel wordt opgenomen in de bloedbaan, circuleert het door het lichaam naar de weefsels. Wanneer het wordt opgenomen, zijn de meeste geneesmiddelen volgens dr. Hawcutt niet gelijkmatig verdeeld door het lichaam. De water oplosbare middelen, blijven vaak circuleren in het bloed en komen uiteindelijk in de vloeistoffen die de cellen omgeven. De vet oplosbare middelen hopen zich eerder op in het vetweefsel en er zijn tot slot ook geneesmiddelen die zich ophopen in bepaalde weefsels, waardoor het soms als een reservoir dient voor het geneesmiddel.

Gevolgen
Bij de studie gepubliceerd in PLoS One werd gekeken naar de dosering GH die kinderen ontvingen en vervolgens naar het effect op de groei, en ook hoeveel van een eiwit genaamd IGF-1 werd aangemaakt (deze staat mogelijk in verband met schadelijke gevolgen op latere leeftijd, wanneer het te hoog is). De voordelen werden gerelateerd aan de dosering, maar bij de zwaarste kinderen met de grootste BMI/TBW was er een maximum-effect waarbij er geen winst meer kon worden gemaakt. Door de dosering te verhogen, ging ook het IGF-1 omhoog. IGF-1 is dus mogelijk een geschikte biomarker voor het vaststellen van de optimale dosering bij individuele kinderen.

Besparen
Dr. Hawcutt: “Onze studie laat zien dat je met nieuwe doseringsmethoden een aantal kinderen kunt helpen met de laagste en hoogste BMI, waarbij je de schadelijke effecten minimaliseert. Deze doseringsstrategie kan tevens veel geld besparen, wanner je per kind individueel naar de kenmerken kijkt die betrokken zijn bij de verwerking van het geneesmiddel in kwestie.”

Bronnen: www.journals.plos.org/

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?