DOQ

Dr. Been-Buck: ‘Eerder met COPD-patiënt spreken over palliatieve zorg’

Veel patiënten met ernstige COPD zouden liever thuis overlijden dan in het ziekenhuis. Verder is het goed voor hun kwaliteit van leven als zij weten wat te doen bij een onvoorspelbare benauwdheidsaanval: dit zou hun angst verminderen. Longarts dr. Sandra Been-Buck uit het Martini Ziekenhuis kreeg een training om onder meer het levenseinde en de omgang met de ziekte in een eerder stadium te bespreken. “Ik merk dat ik de geleerde technieken en hulpmiddelen nu ook inzet bij andere patiëntengroepen en dus niet alleen bij studiepatiënten”, zegt ze. 

Uw levenseinde nadert. Heeft u al nagedacht over de laatste fase? Welke zorg wilt u wel en niet? Staat u erachter om naar het ziekenhuis te blijven komen of heeft u liever dat de zorg zoveel mogelijk in de thuissituatie wordt gerealiseerd? En waar zou u het liefst overlijden? “In de oncologie zijn dit gebruikelijke vragen”, zegt longarts dr. Sandra Been-Buck, “maar bij COPD nog niet. Dat is eigenlijk merkwaardig. COPD is óók een heel ernstige aandoening. De gemiddelde COPD-patiënt leeft zeven jaar korter dan iemand zonder de ziekte. En een aanzienlijk deel van de mensen die met een COPD-exacerbatie worden opgenomen in het ziekenhuis, is na een jaar overleden.” 

Longarts Sandra Been-Buck (rechts) en longverpleegkundige Titia Klemmeier in gesprek met een patiënt en een naaste.

“De gemiddelde COPD-patiënt leeft zeven jaar korter dan iemand zonder de ziekte” 

Opluchting 

Longverpleegkundige Titia Klemmeier vult aan: “Het is bekend dat veel COPD-patiënten overlijden in het ziekenhuis, terwijl ze dat niet gewild hadden. Daar komt bij dat hun kwaliteit van leven in de palliatieve fase vaak beter had gekund. Veel ernstig kortademige patiënten zijn voortdurend bezig met die kortademigheid en leven in de angst te worden getroffen door een onvoorspelbare benauwdheidsaanval. Hoe eerder de zorgverlener dergelijke angstgevoelens herkent, hoe eerder hij of zij de patiënt en mantelzorgers kan vertellen hoe je kunt omgaan met een aanval. Alleen al het feit dat je dit thema in een vroeg stadium bespreekbaar maakt, zorgt voor veel opluchting bij patiënten.” 

“Veel ernstig kortademige patiënten zijn voortdurend bezig met die kortademigheid en leven in angst voor een onvoorspelbare benauwdheidsaanval” 

Interventie 

Been-Buck, Klemmeier en longarts Luc Steenhuis zijn sinds vorig jaar namens het Martini Ziekenhuis betrokken bij een onderzoek waarvan de Long Alliantie Nederland de initiatiefnemer is. Zorgverleners uit vier ziekenhuizen – waaronder dat uit Groningen hebben aanvullende gesprekstechnieken geoefend en kregen de beschikking over hulpmiddelen om het gesprek aan te gaan met een COPD-patiënt. Collega’s uit een even groot aantal andere medische centra kregen de training niet. Aan het eind van de rit moet een vergelijking duidelijk maken of patiënten gebaat zijn bij de gesprekstechnieken en hulpmiddelen: zijn patiënten van interventieziekenhuizen vaker overleden op de gewenste plek? En hadden zij een betere kwaliteit van leven in de palliatieve fase? 

“We hebben de indruk betere zorg te kunnen leveren. Daarom pas ik de gesprekstechnieken ook toe bij patiënten die niet in aanmerking komen voor onderzoeksdeelname” 

Ook andere patiënten 

Het Martini Ziekenhuis is vooralsnog goed voor 44 onderzoekdeelnemers. Het zijn stuk voor stuk patiënten met ernstige COPD van wie bij de ziekenhuisopname werd ingeschat dat ze binnen een jaar zouden overlijden. De zorgverleners stellen dit vast aan de hand van de PROPAL-scorelijst. Krijgt iemand bijvoorbeeld zuurstof toegediend in de thuissituatie? Heeft de patiënt comorbiditeit?  

“Zou ik verbaasd zijn als patiënt binnen een jaar overlijdt? Als ik niet verbaasd zou zijn, plan ik een afspraak in buiten het spreekuur om” 

Gesprekstechnieken 

Been-Buck: “Het onderzoek loopt pas sinds vorig jaar, maar onze eerste ervaringen zijn positief. We hebben de indruk betere zorg te kunnen leveren. Daarom ben ik de gesprekstechnieken ook gaan toepassen bij patiënten die niet in aanmerking komen voor onderzoeksdeelname. Zo stel ik bij elke poliklinische COPD-patiënt de surprise question: zou ik verbaasd zijn als patiënt binnen een jaar komt te overlijden? Als ik niet verbaasd zou zijn, plan ik een afspraak in buiten het spreekuur om. Titia en ik nemen dan samen met de patiënt het hele verhaal door: medische gegevens, het verloop van het ziektebeeld, de omgeving van de patiënt, het levenseinde, dingen waarvoor de patiënt bang is et cetera.” 

“De gemiddelde longverpleegkundige heeft meer ervaring met motivational interviewing dan de gemiddelde longarts” 

Motivational interviewing 

Wat houden de gesprekstechnieken en hulpmiddelen in? Hoe proberen de zorgverleners de patiënt eerder en beter te bereiken binnen het onderzoek? “Dat mogen we nog niet zeggen”, zegt Been-Buck met een glimlach. “Als de artsen en verpleegkundigen uit de interventieziekenhuizen nu tips en tricks gaan delen, kan bias ontstaan in de studie.” 

Klemmeier: “Het gaat in elk geval om motivational interviewing en advanced care planning. De gemiddelde longverpleegkundige heeft meer ervaring met motivational interviewing dan de gemiddelde longarts, want longartsen hebben doorgaans minder tijd om de patiënt uitvoerig te laten vertellen wat hij of zijn ervaart als een probleem. Het is fijn om te zien dat er op deze manier een mooie samenwerking is tussen longartsen en longverpleegkundigen.” 


Meer weten over motivational interviewing? Lees dan ook “Onderzoeker Jos Dobber: ‘Artsen kunnen motiverende gespreksvoering toepassen als gedragsverandering niet vanzelf gaat’”.  

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Minder administratie, beter contact

AI kan artsen ondersteunen door administratieve lasten te verlichten, ziet Juliën Rezek. Transcriptietools maken automatisch verslagen, waardoor artsen meer tijd hebben voor patiënten. “Hierdoor kunnen artsen dieper ingaan op klachten, wat resulteert in betere zorg.”

‘Laten we allemaal één stapje in elkaars domein zetten’

Zorgverleners hebben nog onvoldoende oog voor het verband tussen mentale klachten, hormonale klachten en hart- en vaatziekten bij vrouwen, aldus Sandra Kooij. Meer samenwerking tussen verschillende disciplines is nodig. “Kijk bij elkaar mee. Geef elkaar advies.”

Casus: oudere patiënte met reukproblemen

Op het spreekuur komt een 70-jarige vrouw in verband met problemen met ruiken. De problemen zijn enkele jaren eerder gestart. Initieel met minder goed ruiken (hyposmie), sinds een half jaar worden geuren steeds vaker als vies ervaren (kakosmie). Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten in de bovenbuik

Een man heeft in toenemende mate klachten van pijn in de bovenbuik. De pijn is zeurend en soms stekend en zit middenin de buik. Wat is uw diagnose?

Van tropenarts naar huisarts op Texel

Josine Blanksma werkte jarenlang als tropenarts voor Artsen zonder Grenzen en is een paar jaar geleden een nieuw avontuur aangegaan: ze werkt nu als huisarts op Texel. “Mijn nieuwe carrièrepad is heus niet minder uitdagend te noemen.”

‘Ik kan niet wachten op de eerste geprinte lasagne’

Ineke Obbema werkt met 3D-geprinte maaltijden voor mensen met slikproblemen bij het Máxima MC. De herkenbare vormen en verbeterde smaak bieden een opvallend alternatief voor traditionele gemalen voeding. “Je kunt meteen proeven dat er een chef-kok achter zit.”

Klimaatimpact onderzoeken voor een heel zorgpad

Lisanne Kouwenberg doet onderzoek naar de milieu-impact van zorgpaden. Dat kan aangrijpingspunten opleveren voor het verlagen van de klimaatimpact. “De meeste studies kijken naar één behandeling. Maar daar zit een heel traject omheen dat er ook aan bijdraagt.”

Help patiënten te stoppen met roken: ‘Minder zenden en meer interacteren’

Marieke Helmus combineert kunst en innovatie om het gesprek over stoppen met roken te starten. Met tools zoals een ‘Chat met je sigaret’-chatbot en humoristische ansichtkaarten helpt ze moeilijk bereikbare groepen om na te denken over hun rookgedrag.

Is er een dokter aan boord?

Wat doe je als er in een vliegtuig om een arts wordt gevraagd? Huisarts en luchtvaartgeneeskundige Peter Nijhof legt uit hoe medische noodgevallen in de lucht worden aangepakt, van de rol van artsen en cabinepersoneel tot het gebruik van medische kits en noodlandingen.

‘Stress verdient centrale plek in het consult’

Chronische stress, vaak gekoppeld aan sociale problemen, kan gezondheidsklachten veroorzaken. Feia Hemke pleit voor meer aandacht hiervoor in de spreekkamer en ontwikkelde tools om dit bespreekbaar te maken. “Hierdoor voorkom je onnodige medicalisering.”


Lees ook: Onderzoeker Jos Dobber: ‘Artsen kunnen motiverende gespreksvoering toepassen als gedragsverandering bij een patiënt niet vanzelf gaat’

Naar dit artikel »