DOQ

Dr. Bijl: ‘Mensen moeten op basis van eerlijke informatie zelf een keuze kunnen maken voor coronavaccinatie’

De werking van coronavaccinaties wordt te rooskleuring voorgesteld, vindt voormalig huisarts en epidemioloog dr. Dick Bijl. “Het is belangrijk om de mensen niet voor te lichten over de effectiviteit aan de hand van een relatief effectiviteitspercentage, maar met het number needed to vaccinate. Zo kunnen ze zelf een afgewogen keuze maken.”

Epidemioloog en voorzitter van de International Society of Drug Bulletins (ISDB) dr. Dick Bijl, tevens voormalig hoofdredacteur van het Geneesmiddelenbulletin, staat bekend om zijn kritische houding tegenover geneesmiddelen en vaccins. Wat niet getoetst is met goed opgezet en uitgevoerd gerandomiseerd, gecontroleerd onderzoek, kan rekenen op zijn kanttekeningen. Naast zijn voorzitterschap van de ISDB is Bijl nu vooral actief in het geven van voorlichting aan patiënten over geneesmiddelen. “Zo geef ik lezingen. Het is mooi om na tweeëntwintig jaar via het Gebu artsen en apothekers geneesmiddelinformatie te hebben gegeven, dit nu te geven aan patiënten.”

Epidemioloog dr. Dick Bijl (Fotograaf Joshua Rood)

Te rooskleurig

Bijl vindt dat de resultaten van de coronavaccinaties te rooskleurig worden voorgesteld. Zo stelde Pfizer dat de effectiviteit van het vaccin 95 procent is, een percentage dat ook door de registratieautoriteiten, de EMA en de FDA, is overgenomen. Maar redacteur dr. Peter Doshi Doshi – lector aan de University of Maryland School of Pharmacy in Baltimore (VS) die onderzoek doet naar farmaceutische zorg – betwistte dit percentage in een commentaar in het British Medical Journal. Hij wist de hand te leggen op 92 pagina’s aanvullende documentatie die Pfizer heeft aangeleverd bij de FDA en analyseerde deze ruwe onderzoeksdata.

“Infectiesymptomen konden in het onderzoek zijn gemaskeerd door pijnstillers, waardoor personen ten onrechte niet een COVID-diagnose kregen”

Definitie geïnfecteerde patiënt

Volgens Bijl kwam Doshi tot een aantal opmerkelijke bevindingen. “Door een onduidelijke definiëring van wat precies een geïnfecteerde patiënt is, kan zo de vaccineffectiviteit volgens Doshi overschat zijn. Een ander punt van kritiek van Doshi is bijvoorbeeld dat de personen uit de vaccingroep meer pijnstillers gebruikten om de bijwerkingen van de vaccins te onderdrukken, dat kan hebben bijdragen aan onjuiste diagnoses. Infectiesymptomen konden immers zijn gemaskeerd door deze pijnstillers, waardoor personen ten onrechte niet een COVID-diagnose kregen.”

Niet geblindeerd

Pfizer nam een groep van ruim drieduizend mensen met niet-PCR-bevestigde COVID-klachten niet mee bij de berekening van de effectiviteitspercentages, terwijl Doshi dat wel deed. “Hij kwam daardoor uit op een effectiviteitspercentage van in het gunstigste geval 29 procent, ofwel lager dan de 50 procent effectiviteit die door de registratieautoriteiten werd vereist. Verder bevat het onderzoek ook methodologische tekortkomingen en protocolschendingen, stelt Doshi. Zo waren de beoordelaars niet geblindeerd, in tegenstelling tot wat er in het protocol stond. Getallen bleken erg moeilijk te verifiëren en soms helemaal niet.

“Ik vraag me af hoe de FDA, het CBG en de EMA problemen met de definitie van wat precies een geïnfecteerde patiënt is, niet heeft gezien”

Recht op gegevens

Volgens Bijl onderstreept het commentaar van Doshi de noodzaak om ook ruwe onderzoeksgegevens beschikbaar te maken voor het publiek. “Zijn conclusies onderschrijf ik”, zegt Bijl. “Het Europees Hof van Justitie heeft verklaard dat burgers in de EU recht hebben op de gegevens die fabrikanten hebben aangeleverd om een handelsvergunningen te krijgen. Dit nadat de Europese Ombudsman EMA had verplicht de klinische studierapporten op hun site te zetten. Er is dus wel reden toe. En ik vraag me af hoe het mogelijk is dat de FDA, maar ook het CBG en de EMA deze problemen met de definitie van wat precies een geïnfecteerde patiënt is, niet heeft gezien. Mogelijk speelt tijd en personeelsgebrek vanwege de versnelde procedure hierbij een rol. Doshi schreef ook dat er maar één statisticus in de beoordelingscommissie van de FDA zat.”

“Je moet minimaal 142 mensen vaccineren om één COVID-geval te voorkomen. Dat geeft een veel eerlijker beeld van de effectiviteit”

Number needed to vaccinate

Afgezien van de vraag of die 95 procent niet wat te optimistisch is ingezet, vindt Bijl dat deze manier van presenteren van de effectiviteit van een vaccin niet de juiste is. “Die 95 procent is een relatieve risicoreductie, die een te optimistisch beeld geeft. Je wilt weten hoeveel mensen je moet vaccineren om één COVID-geval te voorkomen, de number needed to vaccinate (NNV). Als je dat uitrekent voor het Pfizervaccin, uitgaande van die 95 procent, kom je uit op een NNV van in het gunstigste geval ongeveer 142, anderen berekenden 256. Dat betekent dus dat je minimaal 142 mensen moet vaccineren om één COVID-geval te voorkomen. Dat geeft een veel eerlijker beeld van de effectiviteit. En dan doet het griepvaccin – waarvan de effectiviteit dubieus is – het nog beter: je moet 31 ouderen vaccineren om één griepgeval te voorkomen. Bij volwassenen geldt dan een NNV van 70. Dergelijke informatie moeten mensen krijgen om te kunnen afwegen of ze zich willen laten vaccineren.”

Is griep en corona niet appels met peren vergelijken? Bijl: “Dat denk ik niet. Het zijn beide influenza-achtige aandoeningen die ’s winters mensen ziek maken. Corona is besmettelijker, maar verder is de IFR (infection fatality rate, red.) wat hoger maar niet dramatisch hoger dan van de griep.”

Op populatieniveau zijn de effecten van de drie grote vaccins – Pfizer, Moderna en AstraZeneca – ‘mooi’ stelt Bijl. “Alle drie de vaccins voorkomen ernstige corona-infecties, in totaal 50 op een onderzoeksgroep van ruim 85.000 personen.” Of de vaccins in de praktijk op populatieniveau het verschil gaan maken en de zorgbelasting verminderen, moet volgens Bijl nog blijken uit de definitieve uitkomsten van de onderzoeken die de fabrikanten nog twee jaar na de registratie moeten doen.

“Ik heb geen aanwijzingen kunnen vinden in de registratiedossiers van de drie grote vaccins dat er naar mogelijke lange termijnbijwerkingen onderzoek is gedaan bij proefdieren”

Lange termijn

De veiligheid van het vaccin op korte termijn is vastgesteld, de bijwerkingen zijn mild. Maar bijwerkingen op de lange termijn zijn nog niet vastgesteld, geeft Bijl aan. “Ik heb geen aanwijzingen kunnen vinden in de registratiedossiers van de drie grote vaccins – Pfizer, Moderna en AstraZeneca – dat er naar mogelijke lange termijnbijwerkingen onderzoek is gedaan bij proefdieren”, zegt hij. “Vanwege de haast bij de ontwikkeling van de vaccins is het onderzoek bij proefdieren overgeslagen. Ook wel te begrijpen, want je wilt bij zo’n pandemie snel iets op de markt krijgen.”

Volgens Bijl zijn er diverse open eindjes bij het vaccin. “Zo weten we nog niet of het de virustransmissie vermindert, bijwerkingen op de lange termijn zijn, zoals genoemd, nog niet bekend, we weten nog niet de invloed op fertiliteit en zwangerschap. Ook is nog onbekend wat het vaccin doet op sterfte en ic-opnames.”

Virustransmissie

Hoe zit het dan met recent Israëlisch onderzoek, gepubliceerd in het NEJM, dat een effect aantoont op bijvoorbeeld verminderde virustransmissie en sterfte? Bijl: “Dit is interessant. We zijn begonnen met RCT’s zoals het hoort en nu gaan we de effectiviteit beoordelen op basis van observationele onderzoeken met hun inherente risico op vertekening. Bovendien moeten we al die onderzoeken, dus zowel de positieve als negatieve, samenvatten in een meta-analyse. Daarbij is het essentieel dat je alle onderzoeksresultaten hebt. Ten slotte: wat is het effect van het uitdoven van de pandemie? Hoe actief is het virus nog? Tijdens de vorige pandemie gingen we vaccineren toen het virus al het land uit was.”

Mensen vragen Bijl – onder andere tijdens zijn lezingen – geregeld of zij zich moeten laten vaccineren. “Maar ik geef geen advies. Ik geef de feiten en mensen moeten zelf een keuze maken. Zelf laat ik me nog niet vaccineren. Eerst moet er meer bekend zijn over de bijwerkingen op de lange termijn en moet duidelijk zijn wat het effect is op de transmissie, sterfte en ic-opnames.”

“Huisartsen en apothekers, kijk goed naar mogelijkheden om het onnodig gebruik van psychofarmaca, maagzuurremmers en opioïden te beperken”

Inzet op leefstijl

Maar wat als iedereen er zo over zou denken en zich niet zou laten vaccineren? Bijl: “Ten eerste gaat dat sowieso niet gebeuren. Maar ik zou veel meer in willen zetten op leefstijl. Gezond eten, bewegen, gewicht verliezen, gepast alcoholgebruik en voorkomen van infecties, dat kan het risico op COVID verkleinen en het verloop van de infectie gunstig beïnvloeden. Zo is er een verband tussen chronisch geneesmiddelgebruik en pneumonie. Dat geldt voor psychofarmaca, maagzuurremmers en opioïden. Ik wil huisartsen en apothekers oproepen goed te kijken naar mogelijkheden om het gebruik van deze medicatie te beperken, bijvoorbeeld door de medicatielijsten nog eens goed te checken op onnodig gebruik van deze geneesmiddelen. En verder is het belangrijk om ouderen te beschermen door afstand te houden en de klassieke maatregelen zoals handen wassen in acht te nemen.”


Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Limburgse apotheek wil chronisch gebruik slaap­medi­catie voorkomen

Apotheker Waan Yasen startte in samenwerking met huisartsen en de gemeente Reuver een project om chronisch gebruik van slaapmedicatie te voorkomen. “We willen patiënten bewust maken van de risico’s. Een alternatief voor medicatie is bijvoorbeeld slaaptherapie.”

‘Zorg dat je digitaal geletterd blijft’

Maartje Schermer deelt enkele ethische vraagstukken die spelen bij technologische ontwikkelingen in de zorg, zoals AI. “Wees er niet bang voor, probeer het uit, en vooral: blijf je er vragen bij stellen. Want één ding is zeker: dit gaat niet meer weg.”

‘Het is belangrijk om de hele mens te zien als arts’

Geïnspireerd door haar eigen leven verkent Machteld Huber inzichten en praktische handvatten over de laatste levensfase onder de titel ‘De laatste 1000 dagen’. “Artsen richten zich vaak puur op het fysieke, terwijl de mens een combinatie is van lichaam en geest.”

Ook medisch specialisten kunnen Bloeizones inzetten

Dyane Stolwijk-Woudstra wil medisch specialisten inspireren om Bloeizones door te zetten naar de tweedelijnszorg. “Het gaat er niet om dat je een probleem signaleert en dat ook meteen moet oplossen, maar maak het bespreekbaar, daar gaat het om!”

Casus: man met hinderlijk nachtplassen

Een 67-jarige man bezoekt uw spreekuur met al langer bestaande hinderlijke klachten van nycturie. De ochtendplas niet meegerekend moet hij er zeker drie keer per nacht uit, maar ook wel vaker. Wat is uw diagnose?

Casus: jongen met klachten na operatie keelamandelen

Op de dienstpost verschijnt de 6-jarige Daan, die afgelopen woensdag is geopereerd aan zijn keelamandelen. Hij wil niet drinken, heeft keelpijn, ruikt naar uit zijn mond, is hangerig en heeft witte plekken achter in de mond. Wat is uw diagnose?

Geneeskunde­­student­en krijgen bijsluiter bij AI

Eerstejaars studenten geneeskunde in Leiden krijgen les in de betekenis van AI en medische technologie. Marcel Haas probeert de studenten te laten nadenken over hun rol als arts in de toekomst. “Hoe kunnen artsen technologie inzetten in het contact met patiënten?”

‘Ergo­therapie is het meest bewaarde geheim in de gezond­heids­zorg’

De meerwaarde van ergotherapie in de eerste lijn is bij veel artsen onbekend, terwijl het vak hen juist helpt om zorg dicht bij huis te kunnen bieden, vertelt Lucelle van de Ven. “De paramedische zorg in de eerste lijn moet groeien, dus ook de ergotherapie.”

Winst in levensjaren met persoonlijke aanpak bijwerk­ingen immuun­therapie

De onderzoeksgroep van Karijn Suijkerbuijk ontdekte dat prednison het effect van immuuntherapie bij kanker onderdrukt. Prednison is vaak nodig voor de bijwerkingen, maar zou persoonlijker ingezet moeten worden. “Mijns inziens moet de richtlijn worden aangepast.”

‘Wil je het komende jaar zwanger worden?’

De vraag ‘Wil je het komend jaar zwanger worden?’ zou veel vaker gesteld moeten worden door álle hulpverleners, stelt Annemarie Mulders. “Gezond zwanger worden begint bij bewustwording en kennis over het belang van de periode vóór de zwangerschap.”