Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Dr. Casadonte: ‘Er is altijd een percentage patiënten met coronaire stenose waarbij je niet zeker weet of de resultaten kloppen’
Het combineren van invasieve fysiologische metingen naar de bloeddruk en -flow in de kransslagaders kunnen meer inzicht geven in de ernst van coronaire stenose dan het meten van bloeddruk alleen. Dat zegt dr. Lorena Casadonte, biomedisch technoloog en onderzoeker in het Amsterdam UMC, in haar proefschrift dat ze onlangs verdedigde. ‘Ik hoop dat dit onderzoek artsen helpt om een nauwkeurigere diagnose te stellen.’
Coronaire stenose is een veelvoorkomende aandoening en kenmerkt zich door een vernauwing van een van de kransslagaders die zuurstof aan de hartspier levert. Voor het kiezen van de juiste behandeling is het nodig de ernst van de stenose te bepalen. Dat wordt bij voorkeur gedaan met een invasieve fysiologische meting van de bloedstroom en/of bloeddruk door middel van een katheter. Hiervoor worden allerlei klinische uitkomstmaten gebruikt, die meestal voortkomen uit de bloeddruk. Maar deze gesimplificeerde aanpak kan volgens dr. Lorena Casadonte een negatief effect hebben op de nauwkeurigheid van de diagnose, en daarmee kwaliteit van de behandeling en het ziektebeloop.
Onzekerheid
‘De overgrote meerderheid van klinische diagnostiek op het gebied van stenose wordt gedaan met drukmetingen’, zegt Casadonte. ‘Daarmee is het makkelijk om data van goede kwaliteit te verkrijgen, en de meting is makkelijker te doen. Aan de andere kant is zo’n meting slechts één deel van het fysiologische plaatje.’ En dat kan tot onzekere resultaten leiden. ‘Er is altijd een percentage patiënten waarbij je niet zeker weet of de resultaten kloppen, omdat je alleen de druk hebt gemeten.’
Drift
Casadonte en haar collega’s deden onderzoek naar een combinatie van fysiologische metingen bij het bepalen van de ernst van coronaire stenose. Daarbij gebruikten ze de resultaten van druk- en snelheidsmetingen in de kransslagaders. Casadonte concludeert dat deze combinatie van invasieve metingen aanvullende informatie geeft voor het beoordelen van de ernst van de stenose. Daarbij maakt ze gebruik van een methode voor het compenseren van intraprocedurele drift, een langzaam verloop van de druksensor tijdens een invasieve drukmeting, die zorgt voor minder nauwkeurige resultaten. Corrigeren van de drift voorkwam herhaalde metingen en reduceerde het risico op onopgemerkte of overschatte drift. Casadonte: ‘Door te corrigeren voor de drift tijdens de drukmetingen kregen we accuratere resultaten en konden we patiënten nauwkeuriger classificeren.’
Toediening van adenosine
Een ander deel van het onderzoek van Casadonte was het bepalen van de ideale manier voor toediening van adenosine, een vaatverwijdend middel dat patiënten krijgen toegediend om de doorbloeding van de hartspier te vergroten tijdens invasieve diagnostische testen. ‘Er zijn twee manieren om adenosine toe te dienen: via een injectie direct in de kransslagaders, of een systemische toediening via een infuus. Dit laatste wordt aangeraden omdat de vaatverwijding dan langer aanhoudt, maar wij hebben aangetoond dat intraveneuze toediening van adenosine hemodynamische variabiliteit veroorzaakt.’ Casadonte en haar collega’s concluderen dat intracoronaire toediening van adenosine nauwkeuriger is, omdat er geen systemisch vaatverwijdend effect van het middel optreedt, en er minder kans is op diagnostische misclassificatie van de patiënt.
Nauwkeurigheid
Casadonte hoopt dat haar resultaten kunnen bijdragen aan het nauwkeuriger stellen van een diagnose bij patiënten met coronaire stenose. ‘We hebben aangetoond dat intracoronaire toediening van adenosine nauwkeurigere resultaten oplevert dan intraveneuze toediening. Er moet nog meer onderzoek worden verricht in grotere patiëntengroepen, maar die resultaten zouden kunnen leiden tot een voorkeur voor een andere aanpak bij diagnostiek van de kransslagaders.’ Casadonte denkt daarnaast dat haar onderzoek naar drift een toekomstperspectief heeft. ‘Artsen zouden erg geholpen kunnen zijn met software die real-time de drift berekent. Dat zou hen kunnen helpen om nauwkeurigere diagnostiek te bedrijven.’