Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Dr. Custers: ‘Steeds meer aanwijzingen dat botconditie belangrijk is voor kwaliteit kraakbeen’
Orthopedisch chirurg dr. Roel Custers uit het UMC Utrecht pleit voor meer preventie bij knieartrose. “Voldoende beweging en het tegengaan van overgewicht helpt in het voorkomen van knieartrose. En als artrose toch ontstaat, is zo vroeg mogelijk behandelen effectief om ervoor te zorgen dat het niet erger wordt.” Hij licht de laatste ontwikkelingen toe.
Juist omdat zoveel mensen er last van hebben, en het zo’n negatieve invloed op het dagelijks leven heeft, doet het UMC Utrecht onderzoek naar betere behandelingen van (knie)artrose. Orthopedisch chirurg dr. Roel Custers, UMC Utrecht, vertelt over de Zodiakstudie die nu loopt. “In deze studie testen we het effect Zoledronaat op knieartrose. Dit middel heeft effect op de samenstelling van bot, het wordt al gebruikt tegen botontkalking. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat de conditie van het bot belangrijk is voor de kwaliteit van het kraakbeen. Met deze studie onderzoeken we of het gebruik van Zoledronaat kraakbeenafbraak tegengaat en de pijn vermindert.”
Kraakbeen
Ook de kwaliteit van de gewrichtsvloeistof dat het kraakbeen omringt, heeft invloed op het kraakbeen. “Daarom onderzoeken wij hoe we die kwaliteit kunnen bevorderen en wat het resultaat daarvan is. Vergelijk het met een aquarium. Als het water niet zuiver is, gaan de vissen dood. Wij geven injecties met groeifactoren om de conditie van deze vloeistof te verbeteren en onderzoeken wat dat doet met de pijn en de afbraak. Dat zijn injecties met bloedplasma en bloedplaatjes. Het liefst zouden we dat onderzoek ook doen bij kniedistractie, want wellicht versterkt dat de groei van kraakbeen. Maar de subsidie die we daarvoor hebben aangevraagd is helaas nog niet gehonoreerd.”
Stamcel
Ten slotte is er ook nog de stamcel-kraakbeentransplantatie. “Met de IMPACT-studie hebben wij aangetoond dat het bij een gat in het kraakbeen helpt om donorstamcellen toe te voegen, die vervolgens lichaamseigen kraakbeencellen van een patiënt maken. Dit helpt vooralsnog alleen bij een gat in het kraakbeen na een ongeluk of blessure bijvoorbeeld, het helpt nog niet bij artrose. Deze behandeling deden wij in het verleden in studieverband, in de IMPACT-studie. Dit betrof een veiligheidsstudie en binnenkort gaan we starten met een nieuwe IMPACT studie, waar we de effectiviteit gaan bestuderen.”
Voorkómen
Met de nieuwe ontwikkelingen – ook die op het gebied van bioprinten van kraakbeen – verwacht Custers samen met zijn collega’s wel wat flinke stappen te kunnen zetten in het behandelen van artrose. “Maar of het nu goed te behandelen is of niet: voorkomen is altijd beter. En daar kan iedereen nu mee starten, door gezond te bewegen en overgewicht tegen te gaan.”
Lees het volledige artikel op de website van het UMC Utrecht