Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Dr. Van Nederveen: ‘Astmapatiënte tijdens zwangerschap actief behandelen is veiligste weg’
Astmapatiënten bij wie de medicatie tijdens de zwangerschap niet optimaal is ingesteld, lopen diverse risico’s. Uit onderzoek blijkt dat van 86% van de patiënten die door huisartsen of andere zorgverleners waren verwezen naar de astma-zwangeren polikliniek van het HagaZiekenhuis, de medicatie moest worden opgehoogd.
Vrouwelijke astmapatiënten bij wie de medicatie niet optimaal is ingesteld tijdens de zwangerschap, lopen een hoger risico op een kind dat te vroeg of met een te laag gewicht wordt geboren én op pre-eclampsie Toch zijn sommige zorgverleners nog steeds terughoudend met gebruik van inhalatiemedicatie door deze patiëntengroep. Onder andere uit angst voor teratogene effecten wordt geregeld geadviseerd medicatie te stoppen of te reduceren. Longarts Saar van Nederveen-Bendien waarschuwt tegen deze gang van zaken: “Actief behandelen, net zoals buiten de zwangerschap, is de veiligste weg.”

De longartsen dr. Saar van Nederveen-Bendien en dr. Jeroen van Exsel draaien de astma-zwangeren polikliniek in het HagaZiekenhuis.
Astma onderbehandeld
Eén op de acht tot tien zwangere vrouwen in ons land heeft astma. Deze kwetsbare patiënten worden vaak onvoldoende gemonitord en zijn dikwijls onderbehandeld, zegt Saar van Nederveen-Bendien, longarts in het HagaZiekenhuis.
“Het vermoeden van onze longartsen is bevestigd met een kleinschalig onderzoek binnen onze astma-zwangeren polikliniek” vertelt ze. “Bij maar liefst 86% van de patiënten die waren verwezen door huisartsen of andere zorgverleners, moesten we, op basis van onvoldoende astma/symptoomcontrole, de medicatie ophogen. Bovendien werd slechts een derde van de patiënten verwezen in het eerste trimester van de zwangerschap. De meeste patiënten hadden dus al langdurig klachten voordat ze verwezen werden. Al met al werd het ons duidelijk dat de zorg voor zwangere astmapatiënten in ons land suboptimaal is georganiseerd.”
Geen unanimiteit
Van Nederveen-Bendien bepleit meer aandacht voor zwangere astmapatiënten, goede educatie én een optimale en eenduidige behandeling. “Patiënten stoppen vaak met hun pufje, omdat ze vrezen dat de medicatie nadelige gevolgen heeft voor het ongeboren kind. Niet zelden wordt dit besluit ingegeven door het advies van een zorgverlener, bijvoorbeeld de huisarts of apotheker. Onder longartsen bestaat evenmin unanimiteit: sommige raden bepaalde medicatie af tijdens de zwangerschap. Mijn boodschap: behandeling met astmamedicatie is veel veiliger dan het accepteren van astmasymptomen en exacerbaties.”
Risicofactoren
Ze concretiseert: “Ongecontroleerd astma en exacerbaties zijn risicofactoren voor onder andere pre-eclampsie, vroeggeboorte en een te laag geboortegewicht. Diverse onderzoeken wijzen uit dat actief behandelen en monitoren van deze patiëntengroep deze risico’s significant reduceert. In de ideale situatie worden vrouwelijke astmapatiënten hierover al voorgelicht op het moment dat zij een kinderwens hebben, dus via een preconceptioneel consult.”
Richtlijn in de maak
Het is tijd voor eenduidigheid, stelt Van Nederveen-Bendien. Té vaak krijgen patiënten tegenstrijdige adviezen van zorgverleners. “Daarom ben ik blij dat er vanuit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS) subsidie is verkregen om een Nederlandse richtlijn op te stellen. Dit wordt een multidisciplinaire richtlijn, geschreven door en bedoeld voor onder meer longartsen, huisartsen, verloskundigen, gynaecologen, kinderartsen en apothekers.”
Ernstig astma en zwangerschap
Ongeveer 3,6 procent van alle volwassen astmapatiënten heeft ernstig astma. Van Nederveen-Bendien: “Voor deze groep zijn in de afgelopen jaren vele nieuwe geneesmiddelen beschikbaar gekomen: biologicals bijvoorbeeld. In de praktijk zullen we dus in toenemende mate worden geconfronteerd met vragen van vrouwen met ernstig astma en met een kinderwens: vragen over het gebruik van deze medicatie en eventuele effecten hiervan op fertiliteit. The European Academy of Allergy and Clinical Immunology (EAACI) werkt nu aan een position paper over het gebruik van biologicals bij zwangere vrouwen met atopische aandoeningen, zoals astma.”
Multidisciplinair behandeladvies
Het HagaZiekenhuis begon een aantal jaren geleden als een van de eerste medische centra in ons land met een gespecialiseerde astma-zwangeren polikliniek. Iedere patiënt krijgt een persoonlijk behandeladvies dat tijdens een multidisciplinair overleg is opgesteld door een team dat bestaat uit onder meer een longarts, gynaecoloog en longverpleegkundige astma. Dit advies behelst bijvoorbeeld de juiste medicatie, een longaanval-actieplan, pijnstilling rond de bevalling en indicatiestelling voor extra echo’s van het ongeboren kind.
Van Nederveen-Bendien: “Het is lastig en niet haalbaar om iedere zwangere patiënt met astma zó intensief te monitoren. Daarom hopen we dat het mogelijk is om op basis van bepaalde ‘simpele eigenschappen’ een subgroep van zwangere astmapatiënten te kunnen identificeren met het hoogste risico op slechte uitkomsten. Deze groep zou dan in aanmerking komen voor een second assessment in de tweede lijn en intensieve monitoring. Dit is een van de onderzoeksvragen die we als afdeling Longziekten binnen het HagaZiekenhuis proberen te beantwoorden. Idealiter zal toekomstig onderzoek op dit gebied plaatsvinden in meerdere centra en al in een eerder stadium, bijvoorbeeld bij de verloskundige of de huisarts.”
E-health
Ze vervolgt: “We hebben ook de ambitie e-health toe te passen. Dit zou een goede tool kunnen zijn om zwangere astmapatiënten in de thuissituatie te monitoren en onnodige bezoeken aan het ziekenhuis te voorkomen: de juiste zorg op de juiste plek.”