DOQ

Dr. Van Kempen: ‘We kunnen nu onderbouwde keuzes maken in de behandeling van een lage bloedsuikerspiegel bij gezonde pasgeborenen’

Recent is in het New England Journal of Medicine een studie gepubliceerd over de behandeling van pasgeborenen met een te lage bloedsuikerspiegel. De zogenoemde ‘Hypo-EXIT studie’ is uitgevoerd in samenwerking met 17 Nederlandse ziekenhuizen. Dr. Anne van Kempen, kinderarts-neonatoloog bij OLVG, heeft het onderzoek geïnitieerd en was als hoofdonderzoeker betrokken.

Kinderarts-neonatoloog dr. Anne van Kempen

Verschillende grenswaarden

Een te lage bloedsuikerspiegel bij de geboorte, ofwel ‘neonatale hypoglykemie’, komt heel vaak voor. Je ziet het vooral bij prematuren, kinderen met een te hoog of te laag geboortegewicht en bij kinderen van moeders met diabetes. Een te lage bloedsuikerspiegel kan gevolgen hebben voor de ontwikkeling van de hersenen. Wanneer de glucosewaarde te laag is, volgt daarom een behandeling met bijvoeding, sondevoeding of een glucose-infuus. Bij welke waarde precies behandeling nodig is om hersenschade te voorkomen, is echter nog onvoldoende onderzocht. Waardoor de gehanteerde behandelgrens per ziekenhuis kan verschillen. De grenswaarden bij verder gezonde pasgeborenen, met een zwangerschapsduur van minstens 35 weken en een geboortegewicht boven de 2000 gram, kunnen in de praktijk variëren van 2.0 tot 2.6 mmol/l.

“Sondevoeding of een glucose-infuus zijn ingrijpende behandelingen bij een pasgeborene, die je natuurlijk liever niet toepast als het niet hoeft”

Onnodig behandelen voorkomen

De studie van dr. Van Kempen had tot doel te onderzoeken wat de voorkeur heeft, een standaard behandelgrens (behandelen bij glucosewaarde die is lager dan 2.6 mmol/l) of een lagere behandelgrens (behandelen bij glucosewaarde die is lager dan 2.0 mmol/l). Van Kempen: “We hebben de behandelgrenzen die in de praktijk gebruikt worden op een systematische manier met elkaar vergeleken. Een gevolg van het aanhouden van een lage grenswaarde zou kunnen zijn dat kinderen zich minder goed ontwikkelen. Aan de andere kant worden bij het toepassen van de standaard behandelgrens misschien kinderen behandeld terwijl dat overbodig is. Sondevoeding of een glucose-infuus zijn ingrijpende behandelingen bij een pasgeborene, die je natuurlijk liever niet toepast als het niet hoeft. Deze behandelingen kunnen niet altijd op de kraamafdeling plaatsvinden, waardoor moeder en kind ook nog onnodig uit elkaar worden gehaald. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor het hechtingsproces en het op gang komen van de borstvoeding.”

“Een lagere behandelgrens is veilig wat betreft de ontwikkeling op de leeftijd van 18 maanden, waardoor onnodige behandeling kan worden voorkomen”

Lagere behandelgrens ook veilig

Uit het onderzoek blijkt dat het voor de cognitieve en motorische ontwikkeling van het kind, gemeten bij een leeftijd van 18 maanden, niet uitmaakt of de standaard of de lage behandelgrens wordt aangehouden. Ook de opnameduur en de medische kosten waren in beide groepen gelijk. De gemiddelde glucosewaarde was iets hoger in de groep met de standaard behandelgrens, maar in de groep met de lage behandelgrens vonden minder interventies plaats zoals extra glucosecontroles, bijvoeding, sondevoeding en glucosetoediening via het infuus. Van Kempen: “De studie laat dus zien dat een lagere behandelgrens veilig is wat betreft de ontwikkeling op de leeftijd van 18 maanden, waardoor onnodige behandeling kan worden voorkomen.”

Beter onderbouwde keuzes

Anne van Kempen is trots op deze publicatie: “Het is het resultaat van een prachtige samenwerking met een grote groep kinderartsen in Nederland. Uiteraard zijn meer studies nodig om harde uitspraken te kunnen doen. Maar we kunnen nu beter onderbouwde keuzes maken in de behandeling van een lage bloedsuikerspiegel bij verder gezonde pasgeborenen met een zwangerschapsduur van minstens 35 weken en een geboortegewicht boven de 2000 gram.”

Bron: OLVG
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx