DOQ

Dr. Van Pelt: ‘Vroege diagnose jeugdreuma kan verstoring botgroei voorkomen’

De behandeling waarmee het vaakst remissie wordt bereikt en die het minst tot complicaties leidt op de langere termijn. Dat is de inzet van een internationaal onderzoek waarbij Nederlandse en Canadese patiënten met jeugdreuma langdurig worden gevolgd. Dr. Philomine van Pelt, reumatoloog én kinderreumatoloog in het Erasmus MC, vertelt over deze studie en nog meer.

Stel, ouders melden zich bij een arts omdat hun driejarige kind niet meer de trap op -en afloopt. Eerst ging het net als leeftijdsgenoten met kleine pasjes voorzichtig op en neer, maar de laatste tijd schuift het weer op de billen naar boven en beneden. Of stel, ouders vertellen dat hun vijfjarige altijd graag buiten speelde, maar dat het sinds kort meestal op de bank achter de iPad zit of aan tafel aan het kleuren is.

Reumatoloog en kinderreumatoloog dr. Philomine van Pelt

Eerste aanwijzingen

Dit zijn momenten waarop de dokter bedacht moet zijn op eventuele jeugdreuma. Philomine van Pelt: “De eerste aanwijzing voor jeugdreuma is niet zozeer pijn, als wel bewegingsbeperking. Mijn boodschap aan onder meer huisartsen, kinderartsen, orthopeden, fysiotherapeuten en natuurlijk reumatologen is hierop alert te zijn. Hoe later de diagnose en behandeling, hoe groter de kans op onherstelbare schade.”

“De eerste aanwijzing voor jeugdreuma is niet zozeer pijn, als wel bewegingsbeperking. Zorgverleners, wees hierop alert”

Meer continuïteit

Naar schatting één tot drie op de duizend kinderen in Nederland heeft reuma. Het Erasmus MC is het enige ziekenhuis met een jongerenpolikliniek voor 12- tot 24-jarigen. Tegelijkertijd is Van Pelt de enige arts in ons land die zich zowel reumatoloog als kinderreumatoloog mag noemen. Gezien die bundeling van kennis en ervaring is het niet verwonderlijk dat zij pleit voor meer continuïteit in de reumazorg, voor meer samenwerking tussen kinder- en volwassenartsen.

“In het algemeen is het bij chronische ziekten belangrijk dat dokters de kindergeneeskundige kennis en de ervaringen uit de volwassenenzorg met elkaar bespreken. Zo kun je enerzijds voor kinderartsen de kennis vergroten over lange-termijnuitkomsten en vergroot je anderzijds bij artsen voor volwassenen de kennis over specifieke symptomen en complicaties van langdurig jeugdreuma bij (jong)volwassenen.”

Vragen over toekomst

Wat zijn verschillen tussen zorg voor kinderen met reuma en volwassenen met de ziekte? Van Pelt noemt allereerst het type vragen en de daaropvolgende voorlichting bij patiënten onder de achttien. “Ik zie veel ouders van een heel jong kind die vragen hoe de toekomst van hun kind eruitziet. Moet mijn zoon levenslang medicatie gebruiken? Komt mijn dochter in een rolstoel? Gaat de ziekte ooit over? Wat betreft het laatste: wij denken dat de aandoening zich bij vijftig tot zeventig procent voortzet op de volwassen leeftijd.”


“Bij kinderen zijn de complicaties vooral verstoringen van de botgroei in de nek, heupen, polsen, voeten, knieën en kaken”

Jongerenbrein

“Een klein deel van de adolescenten stelt dit soort vragen ook”, vervolgt ze. “Ze willen weten wat de ziekte doet en niet doet en waarom de medicatie wel of niet nodig is. Maar het merendeel van de patiënten op de tienerleeftijd wil eigenlijk niets weten van de ziekte en moet door familie of vrienden bij wijze van spreken naar de poli worden gesleept. Dit heeft alles te maken met hun leeftijd: het brein is in ontwikkeling en er is een kortetermijnvisie. Soms haken ze al af voordat ze achttien zijn en doen ze niet meer wat hun ouders zeggen. We raken ze dan kwijt, maar vaak komen ze op den duur terug naar de polikliniek.”

Verstoringen botgroei

Wat zijn medisch-inhoudelijke verschillen tussen jongeren en volwassenen? Van Pelt: “Bij volwassenen heb je bijvoorbeeld, vooral op de langere termijn, vaker botschade. Er is dan sprake van erosie: gaten in het bot. Bij kinderen zijn de complicaties vooral verstoringen van de botgroei in de nek, heupen, polsen, voeten, knieën en kaken. Denk ook aan het ontstaan van beenlengteverschil. Als jeugdreuma niet tijdig wordt gediagnosticeerd en behandeld, kan de schade onherstelbaar zijn. Ook is er een verhoogde kans op een asymptomatische oogontsteking, zodat kinderen regelmatig moeten worden gecontroleerd door de oogarts.”

“Het merendeel van de tieners met reuma wil eigenlijk niets weten van de ziekte en moet bij wijze van spreken naar de poli worden gesleept”

Beste behandeling door statistische kracht

Jeugdreuma is een zeldzame ziekte. Willen onderzoeksinstituten voldoende gegevens verzamelen – genoeg statistische kracht genereren – dan is het noodzakelijk dat ze de handen ineenslaan. Van Pelt juicht het dan ook toe dat dit steeds vaker gebeurt. “Een recent voorbeeld is de UCAN CAN-DU-studie. De afkorting staat voor: Canada Netherlands Personalized Medicine Network in Childhood Arthritis and Rheumatic Disease. Alle academische kinderreumatologische centra in ons land, waaronder Het Erasmus MC en het UMC Utrecht, en Canadese onderzoekers houden bij patiënten met jeugdreuma langdurig bij wat de gevolgen zijn van hun ziekte en medicatie. Het doel is te komen tot de beste behandeling met zo min mogelijk complicaties op de langere termijn. Sommige kinderen en ouders zijn bang voor de gevolgen van medicatiegebruik. Bij de studie, die mede mogelijk is gemaakt door ZonMw en ReumaNederland, zijn inmiddels al honderd Nederlandse patiënten betrokken.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Limburgse apotheek wil chronisch gebruik slaap­medi­catie voorkomen

Apotheker Waan Yasen startte in samenwerking met huisartsen en de gemeente Reuver een project om chronisch gebruik van slaapmedicatie te voorkomen. “We willen patiënten bewust maken van de risico’s. Een alternatief voor medicatie is bijvoorbeeld slaaptherapie.”

‘Zorg dat je digitaal geletterd blijft’

Maartje Schermer deelt enkele ethische vraagstukken die spelen bij technologische ontwikkelingen in de zorg, zoals AI. “Wees er niet bang voor, probeer het uit, en vooral: blijf je er vragen bij stellen. Want één ding is zeker: dit gaat niet meer weg.”

‘Het is belangrijk om de hele mens te zien als arts’

Geïnspireerd door haar eigen leven verkent Machteld Huber inzichten en praktische handvatten over de laatste levensfase onder de titel ‘De laatste 1000 dagen’. “Artsen richten zich vaak puur op het fysieke, terwijl de mens een combinatie is van lichaam en geest.”

Ook medisch specialisten kunnen Bloeizones inzetten

Dyane Stolwijk-Woudstra wil medisch specialisten inspireren om Bloeizones door te zetten naar de tweedelijnszorg. “Het gaat er niet om dat je een probleem signaleert en dat ook meteen moet oplossen, maar maak het bespreekbaar, daar gaat het om!”

Casus: man met hinderlijk nachtplassen

Een 67-jarige man bezoekt uw spreekuur met al langer bestaande hinderlijke klachten van nycturie. De ochtendplas niet meegerekend moet hij er zeker drie keer per nacht uit, maar ook wel vaker. Wat is uw diagnose?

Casus: jongen met klachten na operatie keelamandelen

Op de dienstpost verschijnt de 6-jarige Daan, die afgelopen woensdag is geopereerd aan zijn keelamandelen. Hij wil niet drinken, heeft keelpijn, ruikt naar uit zijn mond, is hangerig en heeft witte plekken achter in de mond. Wat is uw diagnose?

Geneeskunde­­student­en krijgen bijsluiter bij AI

Eerstejaars studenten geneeskunde in Leiden krijgen les in de betekenis van AI en medische technologie. Marcel Haas probeert de studenten te laten nadenken over hun rol als arts in de toekomst. “Hoe kunnen artsen technologie inzetten in het contact met patiënten?”

‘Ergo­therapie is het meest bewaarde geheim in de gezond­heids­zorg’

De meerwaarde van ergotherapie in de eerste lijn is bij veel artsen onbekend, terwijl het vak hen juist helpt om zorg dicht bij huis te kunnen bieden, vertelt Lucelle van de Ven. “De paramedische zorg in de eerste lijn moet groeien, dus ook de ergotherapie.”

Winst in levensjaren met persoonlijke aanpak bijwerk­ingen immuun­therapie

De onderzoeksgroep van Karijn Suijkerbuijk ontdekte dat prednison het effect van immuuntherapie bij kanker onderdrukt. Prednison is vaak nodig voor de bijwerkingen, maar zou persoonlijker ingezet moeten worden. “Mijns inziens moet de richtlijn worden aangepast.”

‘Wil je het komende jaar zwanger worden?’

De vraag ‘Wil je het komend jaar zwanger worden?’ zou veel vaker gesteld moeten worden door álle hulpverleners, stelt Annemarie Mulders. “Gezond zwanger worden begint bij bewustwording en kennis over het belang van de periode vóór de zwangerschap.”


0
Laat een reactie achterx