DOQ

Dr. Verbeek: ‘De test draagt bij in diagnostiek bij onduidelijke parkinsonvorm’

Het stellen van de diagnose Parkinson is niet eenvoudig. Zeker in vroege stadia kan het lastig zijn om Parkinson te onderscheiden van een groep andere aandoeningen die er op het eerste gezicht identiek uitzien. In Annals of Neurology beschrijven neurologie-onderzoekers van het Radboudumc en de universiteit van Edinburgh een nieuwe biomarker die snel en betrouwbaar kan aangeven of iemand Parkinson heeft of niet.

Bij een typische patiënt met de ziekte van Parkinson is doorgaans weinig twijfel over de diagnose. Veel patiënten hebben echter met een minder typische presentatie. Zeker in vroege stadia van de ziekte kan het erg lastig zijn om bij deze mensen Parkinson te onderscheiden van een groep andere aandoeningen die er op het eerste gezicht identiek uitzien. Er bestaat namelijk een grote groep van andere aandoeningen binnen het Parkinsonspectrum die overlappende symptomen hebben. Voorbeelden zijn progressieve supranucleaire blikparese (PSP), parkinsonisme door medicatiegebruik en vasculair parkinsonisme. Vaak leidt dit tot jarenlange zoektochten: tien procent van deze patiënten heeft na twaalf jaar nog altijd geen duidelijke diagnose! Dit leidt tot veel onzekerheid bij patiënten, maakt de behandeling minder gericht, en belemmert het wetenschappelijk onderzoek.

Bruikbare biomarkers

Onderzoekers van het Radboudumc en de Universiteit van Edinburgh zijn gaan zoeken naar bruikbare biomarkers die deze zoektocht kunnen verkorten. Biomarkers zijn producten in de stofwisseling, die heel kenmerkend zijn voor een bepaalde ziekte. Alfa-synucleïne is zo’n stofje. Als dit eiwit verkeerd wordt gevouwen, heeft het een zwaan-kleef-aan effect. Andere alfa-synucleïnes plakken eraan vast en zo ontstaan eiwitkabels (fibrillen) die kenmerkend zijn voor de ziekte van Parkinson. Bij veel andere vormen van parkinsonisme vind je deze eiwitkabels niet.
Bij een deel van de mensen met een onduidelijke vorm van Parkinson kan dit verkeerd gevouwen eiwit al in een vroeg stadium worden aangetoond. Die vondst betekent dat er vrijwel zeker sprake is van Parkinson.

Meer duidelijkheid

Marcel Verbeek van de afdeling Neurologie: “Wij volgen veel mensen binnen het Parkinsonspectrum. We verzamelen klinische data, DNA, lichaamsvloeistoffen en allerlei andere gegevens. Samen met de onderzoekers uit Edinburgh, die met de alfa-synucleïne test kwamen, hebben we bij ruim honderd patiënten en vijftig controles onderzocht of die test werkt.” De resultaten zijn nu gepubliceerd in Annals of Neurology. Bij meer dan tachtig procent van de patiënten met een onduidelijke diagnose konden ze met deze test betrouwbaar vaststellen of ze wel of geen Parkinson hadden. Verbeek: “De test kan zo een heel waardevolle bijdrage leveren in de diagnostiek van mensen met een onduidelijke vorm van Parkinson.

Parkinson

De test wordt toegepast op hersenvocht dat via een ruggenprik bij de patiënt wordt afgenomen. Maar hoe weet je of in dit vocht verkeerd gevouwen alfa-synucleïnes zitten? “Vanwege de extreem lage concentratie zijn die moeilijk aan te tonen”, zegt Verbeek. “Daarom voegen we een hoge concentratie van goed gevouwen eiwitten toe. Er ontstaat dan een domino-effect: zitten er verkeerd gevouwen alfa-synucleïnes in het hersenvocht van de patiënt, dan buigen deze de goede eiwitten ook in de verkeerde vorm. Als dat gebeurt gaan ze licht geven, doordat er tegelijkertijd een fluorescerend stofje actief wordt. Ontstaat er licht, dan zitten er dus verkeerd gevouwen alfa-synucleïnes in het hersenvocht en heeft de patiënt waarschijnlijk Parkinson. Geen licht? Dan is het geen Parkinson, maar een andere vorm van parkinsonisme.”

Waardevolle aanvulling

De nieuwe test met deze biomarker kan in een vroeg stadium gaan bijdragen aan meer duidelijkheid bij de groep patiënten zonder afgeronde diagnose. “Dat is erg belangrijk voor patiënten die soms tien jaar of langer in onzekerheid leven over wat ze nu precies hebben”, zegt Verbeek. “Een duidelijke diagnose geeft ook meer informatie over het verdere verloop van de ziekte en het medicijngebruik. Als de test ook bij andere onderzoeksgroepen goede resultaten oplevert, kan hij een waardevolle aanvulling zijn voor de Parkinson diagnostiek.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?