DOQ

Dr. Vriens: ‘Nazorg borstkankerpatiënt begint al bij de diagnose’

Willen artsen maatwerk bieden aan vrouwen met borstkanker, dan moeten ze al op het moment van de diagnose stilstaan bij de nazorg. Dat stelt internist-oncoloog dr. Birgit Vriens uit het Catharina Ziekenhuis. “Wat wil deze vrouw wanneer ze over een jaar klaar is met haar borstkankerbehandeling?” 

Prima diagnosticeren? Op een hoog niveau behandelen? Dat zijn zaken waarvan de zorgverleners binnen het borstkankercentrum van het Catharina Ziekenhuis in alle bescheidenheid durven te zeggen dat ze erin voorzien. Maar een patiënt mag méér verwachten, zo luidt de ambitie. Een patiënt heeft recht op dát scenario waar ze het prettigst bij voelt en dat het best bij haar leven past. Internist-oncoloog dr. Birgit Vriens: “Dit betekent onder meer dat je meteen na de diagnose al bezig bent met de vraag: wat wil deze vrouw wanneer ze over een jaar klaar is met haar borstkankerbehandeling?” 

Internist-oncoloog dr. Birgit Vriens

Verder vooruitdenken 

Dat kan voor de patiënt een soms onverwachte kwestie met zich meebrengen. Vriens: “Stel, een jonge vrouw heeft een tumor. Dan kan ze er bij wijze van spreken alleen maar aan denken dat het weefsel er zo snel mogelijk uit moet en dat ze wil worden behandeld. Maar wij stellen standaard de vraag of ze een zwangerschapswens heeft. In dat geval kunnen we haar dankzij de goede samenwerking met de afdeling Gynaecologie met spoed een IVF-traject laten doorlopen om eicellen weg te nemen. Dat moet gebeuren vóór de eventuele chemotherapie, die een negatieve invloed kan hebben op de eierstokfunctie.”  

“Soms kun je in overleg besluiten dat een jaarlijkse controle wordt overgeslagen, omdat de kans op recidive klein is” 

Mammografie 

Is de behandeling tegen borstkanker achter de rug? Dan is het andermaal raadzaam de blik te richten op het individu met haar eigen voorkeuren. Vriens: “Sommige vrouwen ervaren veel stress rondom de jaarlijkse controle, de mammografie. Met een specifieke keuzehulp kun je voor de patiënt een berekening maken wat het risico is op terugkeer van kanker in de borst. Soms kun je in overleg besluiten dat een jaarlijkse controle wordt overgeslagen, omdat de kans op recidive klein is.”  

Samen Beslissen 

De internist-oncoloog is ervan overtuigd dat borstkankerzorg zich beweegt in de richting van maatwerk. Dat uit zich niet alleen in de behandeling zelf, die steeds vaker is afgestemd op bijvoorbeeld het DNA-profiel van de patiënt, maar dus ook in de nazorg. Vriens: “Hoe wil de vrouw dat haar leven er straks uitziet? Wat vindt ze wel en niet belangrijk? Waar worstelt ze mee? In dit kader is Samen Beslissen een groot goed. Ons borstkankercentrum geeft in Santeon-verband leiding aan een project over dit thema.”  

“Vaak zie je – gechargeerd gezegd – dat de zorgverlener de patiënt overlaadt met informatie en dat deze de boodschap meekrijgt dat hij altijd kan bellen met vragen” 

Overload aan info 

Een uitgangspunt hierbij is dat wordt afgezien van ‘Samen Beslissen-oude stijl’. Vriens: “Samen Beslissen heeft een paar jaar geleden ingang gevonden in de Nederlandse gezondheidszorg. Vaak zie je – gechargeerd gezegd – dat de zorgverlener de patiënt overlaadt met informatie en dat deze de boodschap meekrijgt dat hij altijd kan bellen met vragen. Wij denken dat dit beter kan, dat je tot nauwer samenspel kunt komen. In het project kijken we nadrukkelijk naar: aan welke informatie heeft de patiënt behoefte op welk moment? En is die informatie vervolgens toereikend of is ondersteuning door ons nodig?” 

Palliatief 

Het is een uitdaging oog te hebben voor de verwachtingen van iedere individuele patiënt, zegt Vriens. Ze denkt daarbij ook aan de palliatieve situatie. “In de borstkankerzorg zien we vaak zelfstandige vrouwen: ze hebben een goede baan, kunnen goed voor zichzelf opkomen en hebben er altijd voor gezorgd dat ze het goed voor elkaar hebben. Dan kun je als arts onwillekeurig denken: ze zal het ook goed voor elkaar krijgen nu ze uitgezaaide borstkanker heeft en haar leven anders moet gaan inrichten. Maar dit mag je niet automatisch aannemen. Vraag de patiënt altijd of het haar inderdaad lukt. Soms blijkt dit toch niet het geval te zijn en is ondersteuning gewenst.” 

AC-T-schema 

Vriens’ jongere zus Ingeborg is ook arts. Beiden hebben de studie biologische gezondheidskunde én de studie geneeskunde afgerond, beiden zijn medisch oncoloog en beiden zijn gepromoveerd op een onderwerp in de borstkanker. Ingeborg, medisch oncoloog in Maastricht UMC+, deed dat afgelopen september, drie jaar na Birgit. Mede op basis van het proefschrift van laatstgenoemde heeft de Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie (NVMO) een richtlijn aangepast. Niet langer wordt aanbevolen de cytostatica Docetaxel, Doxorubicine en Cyclofosfamide (neo)adjuvant tegelijkertijd toe te dienen gedurende zes kuren. Het zogeheten TAC-schema maakte plaats voor het AC-T-schema. Vriens: “AC wordt nog wel gelijktijdig gegeven, tijdens vier kuren, en daarna volgen vier kuren met T.” 

“Wij gaan ervan uit dat het AC-T-schema uiteindelijk ook bijdraagt aan betere fertiliteit” 

Fertiliteit 

Birgit achterhaalde dat het AC-T-schema is geassocieerd met betere overleving. In dit schema wordt een lagere cumulatieve dosis van de chemotherapie gegeven in vergelijking met het TAC-schema. Hierdoor is er minder toxiciteit van de behandeling op de korte langere termijn, zoals minder hartschade. “Mijn zus heeft later meegeschreven aan een artikel dat ik maakte op basis van deze onderzoeksdata. Zij richtte zich vooral op de fertiliteit na chemotherapie. Wij gaan ervan uit dat het AC-T-schema uiteindelijk ook bijdraagt aan betere fertiliteit.” 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Zorg dat de digitale weg niet de enige ingang naar de maatschap­pij wordt’

Steeds vaker gaat zorg via de digitale weg. Nicole Goedhart onderzoekt de toegankelijkheid van de (online) samenleving en geeft tips hoe de zorgverlener de zorg toegankelijk voor iedereen houdt. “Een afstand tot de online wereld kan gezondheidsverschillen vergroten.”

Protocol brengt veelbelovende ‘orphan drugs’ sneller bij patiënt

Behandelaren en zorgverzekeraars slaan de handen ineen om geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten sneller beschikbaar te krijgen, vertelt Niels Reijnhout. “Met het ODAP krijgen patiënten zo snel mogelijk na goedkeuring door het EMA al toegang tot het middel.”

Reanimatie bespreken? Alleen als het past

Artsen vragen op de spoedeisende hulp vaak routinematig naar reanimatievoorkeuren, maar volgens Yvo Smulders is het tijd om deze standaardpraktijk eens kritisch te bekijken. “Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat je die vraag zomaar stelt bij een routine-opname.”

Casus: man met klachten na penisvergroting

Een 38-jarige patiënt is net een week terug uit Turkije, waar hij in een kliniek een penisvergroting heeft ondergaan. Hij kan u niet precies vertellen wat er gebeurd is en klaagt vooral over pijn, roodheid en zwelling van de penis. Wat is uw diagnose?

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”