DOQ

Drugsgebruik: ‘Als je er niet naar vraagt, kom je er ook niet achter’

Mensen die drugs gebruiken lopen een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Toch vragen artsen tijdens de anamnese bij patiënten met pijn op de borst zelden of nooit naar middelengebruik. Dat moet anders, stelt Femke Gresnigt, klinisch toxicoloog en SEH-arts in OLVG in Amsterdam. 11 juli jl. promoveerde ze op haar proefschrift naar de effecten van drugs op hart- en vaatziekten.

Femke Gresnigt herinnert zich hem nog goed, die twintigjarige man die met acuut hartfalen en veel vocht achter de longen met spoed op de SEH werd opgenomen. “Hij had nooit eerder hartklachten gehad. We hebben hem op de IC beademd en gelukkig heeft hij het gered, zijn hartfunctie is uiteindelijk hersteld, maar het was kantje boord. Wat bleek: hij had 4-fluoramfetamine (4-FA) gebruikt. Vervolgens hoorden we van collega’s uit het toenmalige VU medisch centrum (VUmc) dat zij twee patiënten hadden met een hersenbloeding na gebruik van datzelfde middel. Bij nader onderzoek bleek dat 4-FA tot zeer hoge bloedrukken leidt. Dat zou de reden kunnen zijn dat deze patiënten bloedingen, hart- en vaatziekten en andere hartproblemen ontwikkelen.”

“Uppers laten het hart harder werken”

Klinisch toxicoloog en SEH-arts Femke Gresnigt

Cocaïne is de boosdoener

In de twaalf jaar dat Gresnigt werkt als SEH-arts zag ze duizenden patiënten, niet alleen jongeren, maar van alle leeftijden, die na drugsgebruik met spoed werden opgenomen.  Alleen in 2023 al belandden 750 patiënten op de SEH van OLVG na gebruik van cocaïne, GHB of andere middelen. “Veel van deze patiënten klagen over pijn op de borst of zijn bang om dood te gaan. Dat kunnen angstklachten zijn, maar er kan ook sprake zijn van een hartinfarct of een ritmestoornis. Het is belangrijk dat artsen dat goed uitzoeken. Want het is niet iets wat je zou willen missen.”

Cocaïne is volgens Gresnigt dé grote boosdoener als het gaat om hart- en vaatziekten. “We kennen meerdere groepen drugs, zoals de uppers, de downers en de hallucinogenen. De uppers, stimulerende middelen zoals cocaïne, geven het grootste risico op hart- en vaatziekten. Dat komt doordat ze het hart harder laten werken, wat zorgt voor een hogere bloeddruk en een hogere hartslag. Cocaïne zorgt daarbij voor extra problemen doordat het de kransslagaders vernauwt, veel meer dan andere stimulantia. Daarnaast geeft het een hoger risico op trombotische complicaties, kan het de bloedvaten van andere organen vernauwen en kun je er ook ritmestoornissen van krijgen.”

“Als je er expliciet naar vraagt, is het antwoord in 94% van de gevallen betrouwbaar”

Drugcounselling

SEH-artsen en cardiologen zijn goed op de hoogte van cocaïne als risicofactor voor hart- en vaatziekten, constateert Gresnigt in haar proefschrift. Toch vragen ze patiënten niet naar cocaïnegebruik tijdens de anamnese. “Ik denk dat dat wél nodig is. Als je er niet naar vraagt, kom je er ook niet achter. Je kunt dan niet voorkomen dat een patiënt een volgende keer opnieuw cocaïne neemt. Terwijl je juist wil dat hij daarmee stopt.”

Heeft vragen tijdens de anamnese wel zin? Geven patiënten dan een eerlijk antwoord? “We hebben dat onderzocht, en het antwoord is: ja. Als je expliciet aan patiënten met pijn op de borst vraagt: heb je drugs genomen, heb je cocaïne gebruikt, dan is het antwoord in 94% van de gevallen betrouwbaar. Dat is mooi, want je kunt dan vervolgens iets doen. Je kunt medicatie geven die bloedklontering tegengaat. En je kunt drugcounselling aanbieden. Je praat dan met de patiënt over zijn drugsgebruik en geeft hem voorlichting en adviezen. Om te voorkomen dat hij nog eens middelen gaat gebruiken.”

“In de Europese cardiologierichtlijnen staat niets over drugs”

Onvoldoende bewust

Drugcounselling is volgens Gresnigt het belangrijkste gereedschap wat artsen hebben. “In OLVG doen we dat door al op de SEH hierover met patiënten in gesprek te gaan. We praten over de risico’s en relateren deze aan de gezondheid van de patiënt. Als de patiënt thuis is, wordt hij vervolgens nog eens gebeld door een collega die gespecialiseerd is in drugcounselling. Dat kan bijvoorbeeld leiden tot een verwijzing naar de verslavingszorg.”

Dat artsen tijdens de anamnese het drugsgebruik niet uitvragen, komt mede doordat er in de artsenopleiding weinig aandacht aan wordt besteed, stelt Gresnigt. “Het zit daardoor niet in het rijtje risicofactoren dat we standaard uitvragen: roken, overgewicht, diabetes, bloeddruk, cholesterol, familieanamnese. Daar komt bij dat er in de Europese cardiologierichtlijnen niets staat over drugs. Dat is geen onwil, maar artsen – cardiologen, maar ook huisartsen, SEH-artsen, internisten – denken er eenvoudig niet aan. We zijn ons onvoldoende bewust van de risico’s van drugsgebruik op hart- en vaatziekten. Laten we er patiënten dus naar vragen. Bij roken en alcohol doen we dat ook, drugs horen in datzelfde rijtje thuis.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Minder administratie, beter contact

AI kan artsen ondersteunen door administratieve lasten te verlichten, ziet Juliën Rezek. Transcriptietools maken automatisch verslagen, waardoor artsen meer tijd hebben voor patiënten. “Hierdoor kunnen artsen dieper ingaan op klachten, wat resulteert in betere zorg.”

‘Laten we allemaal één stapje in elkaars domein zetten’

Zorgverleners hebben nog onvoldoende oog voor het verband tussen mentale klachten, hormonale klachten en hart- en vaatziekten bij vrouwen, aldus Sandra Kooij. Meer samenwerking tussen verschillende disciplines is nodig. “Kijk bij elkaar mee. Geef elkaar advies.”

Casus: oudere patiënte met reukproblemen

Op het spreekuur komt een 70-jarige vrouw in verband met problemen met ruiken. De problemen zijn enkele jaren eerder gestart. Initieel met minder goed ruiken (hyposmie), sinds een half jaar worden geuren steeds vaker als vies ervaren (kakosmie). Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten in de bovenbuik

Een man heeft in toenemende mate klachten van pijn in de bovenbuik. De pijn is zeurend en soms stekend en zit middenin de buik. Wat is uw diagnose?

Van tropenarts naar huisarts op Texel

Josine Blanksma werkte jarenlang als tropenarts voor Artsen zonder Grenzen en is een paar jaar geleden een nieuw avontuur aangegaan: ze werkt nu als huisarts op Texel. “Mijn nieuwe carrièrepad is heus niet minder uitdagend te noemen.”

‘Ik kan niet wachten op de eerste geprinte lasagne’

Ineke Obbema werkt met 3D-geprinte maaltijden voor mensen met slikproblemen bij het Máxima MC. De herkenbare vormen en verbeterde smaak bieden een opvallend alternatief voor traditionele gemalen voeding. “Je kunt meteen proeven dat er een chef-kok achter zit.”

Klimaatimpact onderzoeken voor een heel zorgpad

Lisanne Kouwenberg doet onderzoek naar de milieu-impact van zorgpaden. Dat kan aangrijpingspunten opleveren voor het verlagen van de klimaatimpact. “De meeste studies kijken naar één behandeling. Maar daar zit een heel traject omheen dat er ook aan bijdraagt.”

Help patiënten te stoppen met roken: ‘Minder zenden en meer interacteren’

Marieke Helmus combineert kunst en innovatie om het gesprek over stoppen met roken te starten. Met tools zoals een ‘Chat met je sigaret’-chatbot en humoristische ansichtkaarten helpt ze moeilijk bereikbare groepen om na te denken over hun rookgedrag.

Is er een dokter aan boord?

Wat doe je als er in een vliegtuig om een arts wordt gevraagd? Huisarts en luchtvaartgeneeskundige Peter Nijhof legt uit hoe medische noodgevallen in de lucht worden aangepakt, van de rol van artsen en cabinepersoneel tot het gebruik van medische kits en noodlandingen.

‘Stress verdient centrale plek in het consult’

Chronische stress, vaak gekoppeld aan sociale problemen, kan gezondheidsklachten veroorzaken. Feia Hemke pleit voor meer aandacht hiervoor in de spreekkamer en ontwikkelde tools om dit bespreekbaar te maken. “Hierdoor voorkom je onnodige medicalisering.”