DOQ

E-Health: ‘Alleen succesvol als integraal onderdeel van de zorg’

Steeds meer digitale toepassingen vinden hun weg naar de klinische praktijk. Om de kloof tussen technologie en kliniek te dichten is meer pragmatisch onderzoek in de praktijk nodig, concludeert onderzoeker Laura Kooij in haar proefschrift over digitale transformatie in de ziekenhuiszorg.

Laura Kooij werkte acht jaar als adviseur e-health en projectleider in het Antoni van Leeuwenhoek. Sinds 2018 werkt ze in Rijnstate, Arnhem, momenteel als Manager Innovatie en Zorgtransformatie. Haar promotieonderzoek voerde ze uit aan de Universiteit Twente. “We wilden een bijdrage leveren aan de kennis over de digitale transformatie van de zorg. Daarom hebben we alle onderzoeken zoveel mogelijk in de praktijk gedaan.” Het lastige is dat technologische ontwikkelingen zo snel gaan, dat de uitkomsten van onderzoek naar het gebruik en de adoptie ervan achterblijven, zegt Kooij. “Daarbij gaat het niet alleen om klinische uitkomsten. De vraag hoe de arts of verpleegkundige, de patiënt of de zorgorganisatie met bijvoorbeeld videoconsulting en telemonitoring omgaan, moet ook worden meegenomen.”

Manager Innovatie en Zorgtransformatie Laura Kooij

E-health is meer dan een app downloaden

E-health is niet een stekker in het stopcontact steken of een app downloaden, maar vergt aanpassing van zorgprocessen. Dat bleek onder meer uit het onderzoek naar draagbare, draadloze sensoren in de ziekenhuissetting. Het gebruik van die sensoren verandert het werk van zorgprofessionals, in dit geval de verpleegkundigen, ingrijpend. In plaats van rond te lopen op de afdeling en de klinische blik te gebruiken, moeten zij de indruk die de patiënt op hen maakt aflezen aan data. Voor het onderzoek werd ook aan verpleegkundigen gevraagd wat zij verwachten van het gebruik van sensoren in de thuissituatie. Hoewel het thuis kunnen herstellen voor de patiënt als groot voordeel wordt gezien, hebben verpleegkundigen zorgen over de aansluiting op hun werk in het ziekenhuis, zegt Kooij. “Sommige verpleegkundigen vrezen dat de werklast erdoor wordt vergroot.”

“In ons onderzoek naar videoconsulting bij patiënten met slaapapneu vonden we dat dit niet leidt tot betere resultaten van gebruik van een slaapmasker. Patiënten gaven echter ook aan tevreden te zijn met videoconsulten.”

Invloed op ‘zelf-effectiviteit’

Een belangrijke uitkomstmaat voor onderzoek naar digitale toepassingen is in hoeverre het gebruik ervan de ‘zelf-effectiviteit’, het vertrouwen dat je bekwaam in iets bent, van patiënten beïnvloedt. “In ons onderzoek naar videoconsulting bij patiënten met slaapapneu vonden we dat dit niet leidt tot betere resultaten van gebruik van een slaapmasker. Videoconsult kan echter wél een goede manier zijn om deze patiënten te ondersteunen. Patiënten gaven ook aan tevreden te zijn met videoconsulten.”

Start meteen een pragmatisch onderzoek. Dus niet alleen naar de klinische uitkomsten, maar ook naar andere uitkomstmaten, zoals technologie-acceptatie en digitale vaardigheden van arts en patiënt”

Klein beginnen

Hoe kunnen zorgprofessionals en organisaties ervoor zorgen dat de introductie van monitoring met devices, zoals slimme pleisters, succesvol verloopt? “Door klein te beginnen”, adviseert Kooij. “Met een pilot voor een kleine patiëntengroep. Of door te starten in het ziekenhuis, en dan in de thuissituatie. Maar bovenal door meteen een pragmatisch onderzoek te starten. Dus niet alleen naar de klinische uitkomsten, maar ook naar andere uitkomstmaten, zoals technologie-acceptatie en de digitale vaardigheden van arts en patiënt.” Dat laatste aspect was cruciaal bij de studie naar het gebruik van een app voor COPD-patiënten die waren ontslagen uit het ziekenhuis na een longaanval om thuis hun gezondheid te monitoren. “Al bij de inclusie van patiënten bleek dat ruim 70% werd uitgesloten van deelname, waarvan bijna de helft vanwege een gebrek aan digitale vaardigheden, toegang tot een mobiel apparaat of internet. Van de mensen die de app wel gebruikten, zagen we het gebruik in de loop van de acht weken dat het onderzoek liep, fors afnemen. De app mag dan vernuftig in elkaar zitten, voor de meeste patiënten was het dus geen geschikte methode.”

“In de zorg is evidence natuurlijk ontzettend belangrijk, maar het gaat wél om innovatie. Het is nieuw, dus die evidence zal gaandeweg moeten worden vergaard”

Het is nooit af

Eigenlijk moeten we elke nieuwe e-health-toepassing beschouwen als een traject dat nooit helemaal af is, zegt Kooij. “In de zorg is evidence natuurlijk ontzettend belangrijk, maar het gaat wél om innovatie. Het is nieuw, dus die evidence zal gaandeweg moeten worden vergaard. ”In de zes jaar dat haar promotieonderzoek plaatsvond zag Kooij informatie- en communicatietechnologie, zoals het patiëntenportaal, steeds meer ingeburgerd raken. Dat zal de komende tijd ook gebeuren met monitoring devices, voorspelt ze. “De zorg zal zich steeds meer verplaatsen van het ziekenhuis naar de eigen omgeving, met een grotere rol voor data-analyse en kunstmatige intelligentie. Ik ben daar ontzettend benieuwd naar. Kunnen we die data in een model gieten dat voorspelt wanneer een patiënt achteruitgaat? En of videoconsulting volstaat, of dat iemand naar het ziekenhuis moet komen? Die verplaatsing van de zorg zal het werk van zorgprofessionals ingrijpend veranderen. Daarom moet iedereen, van patiënt tot ziekenhuismanager, bij dat proces betrokken worden.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”

‘Impliciete sturing kan samen beslissen verstoren’

Het proces van samen beslissen kan worden verstoord door onbewuste aansturing op een bepaalde behandeling, aldus Anneleen Timmer en Suzanne Festen. “Misschien gaan veel behandelaars er onbewust vanuit dat de patiënt alles op alles wil zetten om de ziekte te bestrijden.”