DOQ

Echo erbij en prikken maar

Het fenomeen ‘lastig te prikken’ kan tot het verleden behoren, betoogt anesthesiemedewerker en tevens Vascular Access Specialist Marije Hoekendijk. Zij schreef een handboek over het plaatsen van intraveneuze katheters, omdat ze vindt dat elke patiënt probleemloos een infuus moet kunnen krijgen.

Marije Hoekendijk van het UMC Utrecht wilde het wel van de daken schreeuwen: leer als zorgverlener om met behulp van een echo een infuus te prikken. In plaats van te schreeuwen is ze gaan schrijven. Dat leidde tot het ‘Handboek Vascular Access’ met als ondertitel ‘Toepassing van echografie in kathetermanagement’. Een handboek voor artsen en verpleegkundigen.

“Voor de patiënt is het een superbelangrijk moment, voor zorgverleners is het iets dat ze even gauw moeten doen”

Anesthesiemedewerker en Vascular Access Specialist Marije Hoekendijk

Superbelangrijk moment

Waar komt de gedrevenheid vandaan om een compleet handboek te schrijven over het onderwerp infuus prikken? “Omdat we in Nederland achterblijven vergeleken met andere landen”, stelt Hoekendijk. “80 tot 90% van de patiënten in het ziekenhuis krijgt tegenwoordig een infuus, een intraveneus katheter, voor kortere of langere tijd. Maar het plaatsen daarvan gaat lang niet altijd goed.”

Infuus prikken verdient juist alle aandacht volgens de anesthesiemedewerker. Het is een van die zorghandelingen die een patiënt totaal anders beleeft dan degene die prikt. “Voor de patiënt is het een superbelangrijk moment, voor zorgverleners is het iets dat ze even gauw moeten doen.” Als het prikken moeilijk gaat is het een uitkomst om onder geleide van een echo het gewenste intraveneuze katheter te plaatsen, vindt Hoekendijk. “Wij ontvangen hier in Utrecht patiënten uit alle hoeken van het land omdat wij een goed Vascular Access Team hebben. Het gaat dan bijvoorbeeld om patiënten die heel obees zijn, chemotherapie krijgen of rollende aderen hebben.”

“Ik ben me veel bewuster geworden van het risico op infecties bij normale infusen”

Nieuwe inzichten

Het handboek richt zich op alle zorgverleners en behandelt ook de basis. Hoekendijk: “Wat is een echoapparaat, hoe interpreteer je het beeld en hoe vind je een geschikt bloedvat? Ook krijgen de verschillende soorten intraveneuze katheters aandacht, van gewone infusen tot een midline in de bovenarm en een Peripheral insterted central catheter. We bespreken de voordelen, de nadelen en de manieren van plaatsen.’

Hoewel Hoekendijk als lid van het Vascular Access Team van het UMC Utrecht zeer ervaren is, heeft het schrijven van het boek haar ook nieuwe inzichten gegeven. “Na het bestuderen van de literatuur ben ik me veel bewuster geworden van het risico op infecties bij normale infusen. We brengen toch iets vreemds in iemands ader. We moeten ons ervan bewust blijven dat hygiëne belangrijk is, dat je bijvoorbeeld geen katheter plaatst met handschoenen aan waarmee je al iets anders hebt gedaan.”  

“Je kunt het leren door te oefenen met prikken in een gelpad”

Trucje

Hoewel een handboek van 176 pagina’s anders doet vermoeden, is het volgens de schrijfster  niet moeilijk om met een echo een infuus te prikken. Ze noemt het zelfs laconiek ‘een trucje’. Een trucje dat je wel goed moet oefenen. Daarom komt bij het handboek ook een onlineversie met instructievideo’s. “Natuurlijk moeten zorgverleners ervaring kunnen opdoen. Werken met een echo is echt even anders en vraagt wat van je hand-oogcoördinatie. Je kunt het leren door te oefenen met prikken in een gelpad waarin je dan een buisje aanbrengt.”  

Om mogelijke critici vast voor te zijn: echogeleid prikken hoeft volgens Hoekendijk helemaal niet duurder uit te pakken. “Ik vraag me af of het uiteindelijk duurder is”, zegt ze. “Als twee verpleegkundigen geprobeerd hebben te prikken zonder succes dan moet er een arts bij komen of een anesthesist. Dat betekent extra arbeidsuren en extra materiaalkosten. Dan kan direct echogeleid prikken goedkoper zijn.”

Bundelen van krachten

Hoekendijk pleit er in haar handboek ook voor dat elk ziekenhuis een eigen Vascular Access Team opricht. Daar kunnen patiënten dan terecht bij wie het plaatsen van een intraveneuze katheter bewezen moeilijk gaat. Waarom zo’n team met verpleegkundigen en artsen en waarom ook een eigen polispreekuur? “Je wordt als zorgverlener beter naarmate je een handeling vaker doet. Binnen teams kun je ook leren van elkaars expertise, discipline overstijgend. Het bundelen van de krachten is zinvol.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Hoe dramaseries artsen kunnen helpen bij morele keuzes

Drie afleveringen van House M.D. of Dexter op een avond kijken, puur voor de ontspanning? Voor zorgprofessionals kan het ook leerzaam zijn. Mediawetenschapper Merel van Ommen onderzocht hoe dramaseries artsen kunnen helpen om beter om te gaan met moreel ingewikkelde situaties.

Onderliggend denkpatroon stuurt voorschrijver bij keuze voor geneesmiddel

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een afweging tussen richtlijnen, ervaring en patiëntkenmerken. Indeling in vier voorschrijversprofielen geeft inzicht in de eigen afwegingen. “En het helpt te begrijpen waarom een collega een andere beslissing neemt.”

‘Medicatiebeleid in de laatste levensfase kan beter’

6 op de 10 patiënten in de palliatieve fase krijgt door de huisarts medicatie voorgeschreven die niet langer passend is. Dat blijkt uit een onlangs verschenen factsheet van Nivel en PZNL. “We moeten voorschrijfgewoonten kritisch onder de loep nemen”, zegt Yvonne de Man, senior onderzoeker bij Nivel.

Casus: vrouw met pijnlijke oorschelp

Een 55-jarige vrouw heeft een hoed in haar hand als ze uw spreekkamer binnenkomt. Sinds een maand heeft zij ’s nachts last van pijn aan het linkeroor. Op de oorrand ziet u een nodulus die bij druk zeer pijnlijk is. Wat is uw diagnose?

‘Live well, die well’: rol van vrijwilligers in de laatste levensfase

Vrijwilligers aan het sterfbed in het ziekenhuis maken een groot verschil, stelt Anne Goossensen. Ze luisteren, troosten en verlichten de werkdruk van zorgverleners. “Ze bieden een luisterend oor en zijn aanwezig, zonder haast of medische agenda.”

Waarom melden vrouwen vaker bijwerkingen van medicijnen?

Vrouwen blijken vaker bijwerkingen van medicijnen te melden dan mannen. Onderzoeker Sieta de Vries van het UMC Groningen probeert te achterhalen hoe dit komt. En dat blijkt complexer dan het lijkt.

Gezondheid van mens, dier en natuur horen bij elkaar

Voorheen circuleerden het westnijl- en het usutuvirus alleen in Zuid-Europa. Maar inmiddels komen ze ook voor in Nederlandse vogels en muggen. Viroloog Marion Koopmans ziet daarin een duidelijke les: “De gezondheid van mensen kun je niet los zien van die van dieren en ecosystemen.”

Casus: hoestende man met koorts en dyspneu

Een 31-jarige Poolse man die vanwege de ziekte van Crohn wordt behandeld met infliximab bezoekt de SEH, omdat hij al twee weken hoest en benauwd is. Ook heeft hij koorts. Een antibioticumkuur van de huisarts heeft geen effect gehad. Wat is uw diagnose?

Casus: man met huidafwijking op de rug

Een 69-jarige man komt op uw spreekuur om een verruca seborrhoica in het gelaat te laten controleren. Bij algehele inspectie ziet u ook een huidafwijking op de rug. Wat is uw diagnose?

´Voorkom medicijn­resten, begin bij je eigen voorschrijven´

Minder diclofenac, lagere hormoondoses, terughoudend met azitromycine - zo kunnen zorgverleners volgens een recent rapport van het IVM bijdragen aan schoner water. “Aan de overwegingen die artsen maken bij voorschrijven zou ook duurzaamheid moeten worden toegevoegd.”