DOQ

Een derde van de mannen met prostaatkanker heeft al een wervelfractuur

Androgeen deprivatie therapie bij mannen met prostaatkanker leidt tot een snel verlies van botweefsel, tot wel 5% per jaar. Logischerwijs neemt het fractuurrisico van deze mannen sterk toe. Maar, hoe was hun botgezondheid bij de start van de therapie? Niet zo best, blijkt uit onderzoek van het VieCuri Medisch Centrum in Venlo. Een derde van de mannen heeft al een prevalente wervelfractuur.

Verpleegkundig specialist osteoporose Marsha van Oostwaard ziet geregeld mannen met een fractuur en androgeen deprivatie therapie op haar spreekuur. Zoveel zelfs dat ze een zorgpad voor deze groep mannen begon. “Dan komt vanzelf de vraag: wanneer start je met de preventie van fracturen”, zegt Van Oostwaard. “Hierover is in de literatuur weinig te vinden. We besloten om de preventie meteen bij aanvang van de hormoontherapie te starten. Voor ons onderzoek naar fractuurpreventie bij gebruikers van de hormoontherapie brachten we eerst de initiële botgezondheid in kaart.”

“De wervelfracturen komen vooral voor op de zwaarst belaste delen van de wervelkolom”

Verpleegkundig specialist osteoporose Marsha van Oostwaard

Risicofactoren botbreuken

De onderzoekers, naast Van Oostwaard ook internisten en urologen uit het VieCuri Medisch Centrum en wetenschappers van de Universiteit Maastricht, analyseerden de botten van de 115 deelnemers (gemiddeld 73 jaar). Ze brachten risicofactoren voor botbreuken in kaart en voerden een DEXA-scan en röntgenfoto van de volledige wervelkolom uit. “De resultaten verrasten ons”, zegt Van Oostwaard. “Een aanzienlijk deel van de mannen kampte al met een slechtere botgezondheid. Osteoporose kwam bij 4,3% voor, osteopenie bij 35,7%. Een derde had minstens één prevalente wervelfractuur.”
De mannen hadden diverse risicofactoren voor botbreuken. De helft had een comorbiditeit, een kwart vitamine D3-insufficiëntie en 5% vitamine D3-deficiëntie. Deze en andere risicofacturen verklaren het hoge aandeel mannen met een prevalente wervelfractuur niet volledig. Van Oostwaard: “Populatieonderzoek vindt meestal een lagere prevalentie van wervelfracturen bij vergelijkbare groepen mannen zonder prostaatkanker. Wat opvalt is dat de wervelfracturen vooral voorkomen op de zwaarst belaste delen van de wervelkolom.”

“De richtlijn zegt niks over wat te doen bij mannen met een prevalente wervelfractuur met of zonder osteopenie”

Prostaatkanker oorzaak?

Het is niet bekend of prostaatkanker zelf een oorzakelijke rol speelt bij een verminderde botgezondheid. Van Oostwaard: “Vrijwel alle hormonen beïnvloeden botweefsel. Je mag daarom bij alle ziektes of behandelingen die geslachtshormoonspiegels verlagen, bedacht zijn op een negatieve invloed op het bot.” Volgens de ESMO Clinical Pratice Guideline Prostate Cancer komen mannen in aanmerking voor botafbraak remmende therapie zodra ze voorafgaand aan de hormoontherapie osteoporose hebben, of tijdens hun behandeling een botbreuk krijgen in combinatie met osteopenie, of zodra hun botdichtheid zeer snel afneemt.
Van Oostwaard: “De richtlijn zegt echter niks over wat te doen bij mannen met een prevalente wervelfractuur met of zonder osteopenie. Als je hen preventief wilt behandelen, wil je wel zeker weten dat de therapie inderdaad fracturen voorkomt. Mogelijk vormen ook deze mannen een kwetsbare groep als het om hun fractuurrisico gaat. Bij mannen zonder prostaatkanker en postmenopauzale vrouwen is dit aangetoond.”

“Ondanks de relatieve fitheid van veel patiënten is het belangrijk aan problemen met de botgezondheid te denken”

Prevalente wervelfactuur

Kwetsbaar in algemene zin zijn de mannen meestal niet en dat kan de uroloog op het verkeerde been zetten, meent Van Oostwaard. “Als je een man voor je hebt die er fit uitziet terwijl zijn DEXA-scan geen osteoporose aantoont, dan snap ik dat je niet meteen denkt aan problemen met de botgezondheid terwijl de kans dat de man een prevalente wervelfractuur heeft toch aanzienlijk is.”
Ondanks de relatieve fitheid van veel patiënten is het dus van belang aan problemen met de botgezondheid te denken. Dat is bij uitstek een taak voor de verpleegkundig specialist die zich bezighoudt met prostaatkanker of osteoporose, vindt Van Oostwaard. “In menig ziekenhuis ligt de zorg voor patiënten met prostaatkanker mede in handen van verpleegkundig specialisten. Deze hebben de aandacht voor de botgezondheid op de agenda staan. Zo is er sinds kort een toolkit die helpt bij het opzetten van een multidisciplinair zorgpad.”

Referentie : Van Oostwaard MM, Van den Bergh JP, Van de Wouw Y, et al. High prevalence of vertebral fractures at initiation of androgen deprivation therapy for prostate cancer. one Oncol. 2022 Dec 7;38:100465.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?