DOQ

Een goed gesprek kan kwaliteit palliatieve zorg verbeteren

In de zorg voor patiënten in de palliatieve fase wordt Advance Care Planning steeds belangrijker. Maar hoe verloopt dit in praktijk? En hoe kijken patiënten hier tegenaan? Verpleegkundig specialist Lenny Kuper (Treant, ziekenhuislocatie Scheper in Emmen) zocht dit uit voor patiënten met een ernstige vorm van de longziekte COPD. Haar onderzoek laat zien dat zowel artsen als patiënten veel aannames doen over de laatste levensfase, die lang niet altijd kloppen. Een goed gesprek kan de kwaliteit van de zorg verbeteren.

“Advance Care Planning (ACP) is een onderwerp waar steeds meer aandacht voor is. Dat wierp bij mij de vraag op hoe we hier binnen Treant eigenlijk mee omgaan. Daarnaast wilde ik niet alleen weten hoe zorgverleners denken over ACP, maar ook nagaan wat patiënten eigenlijk willen op dit gebied. Weten zij wat ACP is? En hebben zij behoefte aan een gesprek hierover? Dat was de aanleiding voor mijn onderzoek.”

“Zowel artsen als patiënten doen veel aannames over de laatste levensfase, die lang niet altijd kloppen”

Verpleegkundig specialist Lenny Kuper

Wensen en verwachtingen

Kuper onderzocht de wensen en verwachtingen van patiënten met zeer ernstige COPD en hun naasten met betrekking tot ACP. Zij richtte zich hierbij op het gesprek tussen de patiënten en hun longarts over de laatste levensfase. Hoe kijken patiënten aan tegen hun ziekte? Hebben zij behoefte aan een gesprek over de laatste fase van het leven? Wanneer en hoe zou zo’n gesprek tot stand moeten komen? En hoe kijkt de longarts hier tegenaan?
Allereerst interviewde Kuper zes patiënten met ernstige COPD en hun naasten. Daarnaast sprak zij met twee palliatief verpleegkundigen. Tot slot legde zij een online vragenlijst voor aan alle longartsen van Treant. Deze laatste manier van dataverzameling werd mede ingegeven door de destijds geldende coronamaatregelen.

“Hoewel patiënten aangeven een goed contact met hun longarts te hebben, stellen zij niet spontaan vragen over de laatste levensfase”

Aannames patiënten

Uit de gesprekken en vragenlijsten kwam naar voren dat zowel de artsen als de patiënten vaak niet spontaan het gesprek aangaan over de laatste levensfase. Dit was gebaseerd op aannames van beide kanten.
“Patiënten zijn zich goed bewust van het feit dat ze een progressieve, dodelijke ziekte hebben. Maar hoewel zij aangeven een goed contact met hun longarts te hebben, stellen zij niet spontaan vragen over de laatste levensfase. Zelfs op momenten dat zij min of meer gedwongen worden hierover na te denken, zoals tijdens een exacerbatie, gaan patiënten het gesprek niet aan. Zij denken vaak dat hun longarts wel weet wat zij willen in de laatste levensfase. Ook worden veel aannames gedaan. Een mededeling van een longarts dat de laatst gemeten longfunctie niet zo goed was, werd door een patiënt vertaald naar de boodschap ‘Ik denk dat ik niet zo lang meer leef’.”

“Door praktische bezwaren en aannames vinden de meeste gesprekken over de laatste levensfase pas plaats tijdens een ziekenhuisopname, bijvoorbeeld na/bij een exacerbatie”

Aannames longartsen

Ook longartsen gaan niet altijd het gesprek met hun patiënten aan. Kuper: “Longartsen zijn zich goed bewust van de meerwaarde van ACP. Wat opviel was dat zij zich vaak op dezelfde momenten zorgen maakten over de toekomst van hun patiënten als de patiënten zelf. Bijvoorbeeld tijdens exacerbaties. De reden om dan toch geen gesprek aan te gaan was bijvoorbeeld dat zij dachten dat de patiënt al voldoende informatie heeft of er niet over wil praten. Ook vonden zij de precaire inhoud van het gesprek soms lastig en vroegen zij zich af of zij de meest aangewezen persoon waren om dit gesprek te voeren. Tot slot speelt tijdgebrek een rol.”
“Door al deze praktische bezwaren en aannames vinden de meeste gesprekken over de laatste levensfase vaak pas plaats tijdens een ziekenhuisopname, bijvoorbeeld na/bij een exacerbatie. En niet op een rustig moment tijdens een poliklinisch bezoek. Dat zou echt anders kunnen.”

Acties

Om het proces van ACP in betere banen te leiden heeft Kuper een aantal acties gepland. “Allereerst wil ik, samen met mijn collega’s, een folder ontwikkelen voor patiënten. Veel mensen weten niet dat ACP bestaat en wat het inhoudt. Daar wil ik hen eerst bewust van maken. Ook moeten zij weten dat het oké is om vragen te stellen. Dat mag bij de longarts, maar ook bij de longverpleegkundige of verpleegkundig specialist waar COPD-patiënten regelmatig komen.” Voor de zorgverleners wil Kuper het onderwerp ACP een prominentere plek geven in de (poli)klinische zorgpaden voor COPD. “Op die manier word je eraan herinnerd als je het zorgpad volgt.”

“Het mooiste is als ACP niet één gesprek is, maar een rode draad door een paar jaar heen”

Beginnen bij de patiënt

“Alles bij elkaar is het bij ACP belangrijk om te beginnen bij de patiënt. Weet deze wat ACP inhoudt en dat het mogelijk is om een gesprek te voeren over de laatste fase van het leven? Benadruk daarbij ook dat zo’n gesprek niet betekent dat iemand op korte termijn zal overlijden. Het is juist goed om op tijd met ACP te beginnen. Het mooiste is als het niet één gesprek is, maar een rode draad door een paar jaar heen.”

Lenny Kuper verrichtte haar onderzoek in het kader van haar meesterproef voor de opleiding tot Verpleegkundig Specialist Longziekten. Voor haar onderzoek ontving zij de Treant Wetenschapsprijs (Publieksprijs). Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan medewerkers van Treant die een goed, bijzonder of interessant wetenschappelijk onderzoek hebben uitgevoerd en dit hebben vastgelegd in een stageverslag, scriptie of publicatie.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”

‘Impliciete sturing kan samen beslissen verstoren’

Het proces van samen beslissen kan worden verstoord door onbewuste aansturing op een bepaalde behandeling, aldus Anneleen Timmer en Suzanne Festen. “Misschien gaan veel behandelaars er onbewust vanuit dat de patiënt alles op alles wil zetten om de ziekte te bestrijden.”

Casus: man met een hartafwijking

Een 52-jarige man met blanco cardiale voorgeschiedenis wordt gescreend voor levertransplantatie. Voorheen geen cardiale klachten of echo cor gehad. Per toeval een afwijking in het hart gezien. Wat is uw diagnose?

‘Verwijs patiënten met onbegrepen mobiliteitsklachten door naar MSK-arts’

MSK-arts William van de Luijtgaarden behandelt in zijn praktijk vooral patiënten met pijn of functiestoornissen van het bewegingsapparaat. Hij pleit voor meer bekendheid van MSK-geneeskunde onder collega-artsen: “Wij kunnen het probleem bij de kern aanpakken.”

Discriminatie: blinde vlek in de zorg

Zorgbestuurders hebben vaak geen zicht op discriminatie binnen hun organisatie, ontdekte Ewoud Butter. “Ze hebben geen idee van de omvang ervan, incidenten of ervaringen worden niet bijgehouden, het is geen terugkerend onderwerp tijdens de bestuurlijke overleggen.”

‘Wild Westen dreigt op markt voor middelen tegen veroudering’

Bigtechmiljardairs investeren fors in middelen tegen veroudering, maar klinisch geriater Marcel Olde Rikkert waarschuwt voor de risico’s. Verscheidene stoffen beloven langer gezond leven, maar de langetermijneffecten zijn onbekend. “We dreigen we kopje onder te gaan door de hype.”

Casus: oudere dame met een groeiende moedervlek

Een 74-jarige dame wil een groeiende moedervlek op het been laten controleren. Sinds twee jaar jeukt de moedervlek en wordt groter. Ze heeft een blanco voorgeschiedenis, daarnaast komen er ook in haar familie geen melanomen voor. Wat is uw diagnose?

‘Je moet soms echt vechten voor je patiënten’

Huisarts Marike Ooms werkt in verschillende asielzoekerscentra. Daar biedt ze zorg aan mensen die niet alleen kampen met medische problemen, maar ook met de onzekerheid van een onduidelijke toekomst en de last van hun verleden. "Als je iedereen open benadert, blijken de vragen en klachten vaak niet zoveel te verschillen van patiënten in een reguliere praktijk.”