DOQ

Een goed gesprek over de laatste levensfase loont

Gesprekken over wat bewoners in verzorgings- en verpleeghuizen nog willen of nodig hebben in hun laatste levensfase dragen bij aan kortere ziekenhuisopnames, zo blijkt uit een analyse van deze opnames. Ook leiden deze gesprekken tot een hogere kwaliteit van leven in de laatste levensfase, geven direct betrokken verpleegkundigen aan. Postdoc Anne Wichmann van het Radboudumc onderzocht waar deze gesprekken tussen patiënten en zorgverleners toe leidden.

Palliatieve zorg is zorg gericht op het verbeteren van de kwaliteit van leven van patiënten en hun naasten, die geconfronteerd worden met uitdagingen die samenhangen met een levensbedreigende ziekte, of dat nu fysiek, psychologisch, sociaal of spiritueel is. Het aantal bewoners in instellingen voor langdurige zorg dat hier behoefte aan heeft, stijgt in de westerse wereld. Dit brengt hogere kosten voor palliatieve zorg met zich mee, én roept de vraag op welke vormen van palliatieve zorg werken. Een van de mogelijke vormen (interventies) is PACE (Palliative Care for Older People), opgezet door de Europese Unie.

(Foto: Pixabay)

Onderzoeker Anne Wichmann bekeek de kosteneffectiviteit van dit eenjarige zorgprogramma. PACE is gericht op het integreren van palliatieve zorg in de dagelijkse werkzaamheden in verpleeg- en verzorgingstehuizen. 78 instellingen uit zeven Europese landen deden mee, waarvan de helft de interventie kreeg en de andere helft de controlegroep was. Zorgpersoneel werd getraind om met bewoners gesprekken te voeren over hun wensen en behoeften in hun laatste levensfase: advance care planning.

Kortere tijd in het ziekenhuis

Een opvallende uitkomst van de studie van Wichmann betreft de tijd dat mensen in het ziekenhuis lagen, in het geval ze daar in de laatste maand van hun leven terechtkwamen. Het bleek dat de mensen die door gesprekken met getrainde zorgverleners goed voorbereid waren op hun laatste levensfase gemiddeld drie dagen korter in het ziekenhuis lagen dan mensen met wie deze gesprekken niet gevoerd waren. Gevolg van het invoeren van deze vorm van palliatieve zorg is een significante kostendaling door kortere ziekenhuisopnamen.

Hogere kwaliteit van leven

Bovendien blijft de kwaliteit van leven minimaal behouden, zo bleek uit een publicatie in BMC Medicine in september. Deze studie laat zien dat de kwaliteit van leven van de mensen met wie gesprekken gevoerd waren, als beter werd beoordeeld door directe zorgverleners. Dit werd duidelijk aan de hand van de Quality of Dying in Long Term Care-vragenlijst, waarbij aandacht is voor de onderwerpen preparatory tasks (het vastleggen van wensen et cetera), personhood (de waardigheid van de patiënt) en closure (afsluiten van het leven).

Wichmann: “Dat was vermoedelijk omdat de gesprekken met deze mensen al gevoerd waren in het verpleeghuis. Ze hadden, vaak samen met hun naasten, gesproken met getrainde zorgverleners over hoe zij hun laatste levensfase voor zich zagen, wat voor hen belangrijk was. Uit de vragenlijst, die werd ingevuld door de meest betrokken verpleegkundige, komt naar voren dat mensen hun leven zo op een goede manier hebben kunnen afsluiten. Ze waren erop voorbereid.”


Wichmann is als gezondheidswetenschapper en medisch ethicus verbonden aan IQ Healthcare.

Bron: Radboudumc
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Hoe dramaseries artsen kunnen helpen bij morele keuzes

Drie afleveringen van House M.D. of Dexter op een avond kijken, puur voor de ontspanning? Voor zorgprofessionals kan het ook leerzaam zijn. Mediawetenschapper Merel van Ommen onderzocht hoe dramaseries artsen kunnen helpen om beter om te gaan met moreel ingewikkelde situaties.

Onderliggend denkpatroon stuurt voorschrijver bij keuze voor geneesmiddel

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een afweging tussen richtlijnen, ervaring en patiëntkenmerken. Indeling in vier voorschrijversprofielen geeft inzicht in de eigen afwegingen. “En het helpt te begrijpen waarom een collega een andere beslissing neemt.”

‘Medicatiebeleid in de laatste levensfase kan beter’

6 op de 10 patiënten in de palliatieve fase krijgt door de huisarts medicatie voorgeschreven die niet langer passend is. Dat blijkt uit een onlangs verschenen factsheet van Nivel en PZNL. “We moeten voorschrijfgewoonten kritisch onder de loep nemen”, zegt Yvonne de Man, senior onderzoeker bij Nivel.

Casus: vrouw met pijnlijke oorschelp

Een 55-jarige vrouw heeft een hoed in haar hand als ze uw spreekkamer binnenkomt. Sinds een maand heeft zij ’s nachts last van pijn aan het linkeroor. Op de oorrand ziet u een nodulus die bij druk zeer pijnlijk is. Wat is uw diagnose?

‘Live well, die well’: rol van vrijwilligers in de laatste levensfase

Vrijwilligers aan het sterfbed in het ziekenhuis maken een groot verschil, stelt Anne Goossensen. Ze luisteren, troosten en verlichten de werkdruk van zorgverleners. “Ze bieden een luisterend oor en zijn aanwezig, zonder haast of medische agenda.”

Waarom melden vrouwen vaker bijwerkingen van medicijnen?

Vrouwen blijken vaker bijwerkingen van medicijnen te melden dan mannen. Onderzoeker Sieta de Vries van het UMC Groningen probeert te achterhalen hoe dit komt. En dat blijkt complexer dan het lijkt.

Gezondheid van mens, dier en natuur horen bij elkaar

Voorheen circuleerden het westnijl- en het usutuvirus alleen in Zuid-Europa. Maar inmiddels komen ze ook voor in Nederlandse vogels en muggen. Viroloog Marion Koopmans ziet daarin een duidelijke les: “De gezondheid van mensen kun je niet los zien van die van dieren en ecosystemen.”

Casus: hoestende man met koorts en dyspneu

Een 31-jarige Poolse man die vanwege de ziekte van Crohn wordt behandeld met infliximab bezoekt de SEH, omdat hij al twee weken hoest en benauwd is. Ook heeft hij koorts. Een antibioticumkuur van de huisarts heeft geen effect gehad. Wat is uw diagnose?

Casus: man met huidafwijking op de rug

Een 69-jarige man komt op uw spreekuur om een verruca seborrhoica in het gelaat te laten controleren. Bij algehele inspectie ziet u ook een huidafwijking op de rug. Wat is uw diagnose?

´Voorkom medicijn­resten, begin bij je eigen voorschrijven´

Minder diclofenac, lagere hormoondoses, terughoudend met azitromycine - zo kunnen zorgverleners volgens een recent rapport van het IVM bijdragen aan schoner water. “Aan de overwegingen die artsen maken bij voorschrijven zou ook duurzaamheid moeten worden toegevoegd.”