Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Eenzaamheid en psychiatrische aandoeningen bij atopische dermatitis
Een cross-sectionele studie binnen de Lifelines Cohortstudie laat een positieve associatie zien tussen atopische dermatitis en eenzaamheid en tussen atopische dermatitis en verschillende psychiatrische aandoeningen. Daarnaast neemt de kans op het rapporteren van een psychiatrische aandoening of eenzaamheid toe met toenemende ziekte-ernst.
Ongeveer 10% van de Nederlanders heeft last van atopische dermatitis (AD). Het hebben van AD zorgt voor een aanzienlijke ziektelast voor patiënten, waaronder een verminderde kwaliteit van leven, een verminderde arbeidsproductiviteit en een slechtere geestelijke gezondheid. Eerdere studies naar de impact van AD op de geestelijke gezondheid van patiënten focuste met name op angst en depressie. Maar er is tot op heden weinig duidelijk over de associatie tussen AD bij volwassenen en andere psychiatrische aandoeningen, en of deze associatie varieert al naar gelang de ernst van de aandoening. Ook geven AD-patiënten aan dat de aandoening van invloed is op hun sociale leven. Als gevolg daarvan kunnen AD-patiënten sociale omgang vermijden en zichzelf isoleren, wat mogelijk leidt tot eenzaamheid. Er is echter nog maar weinig bekend over de associatie tussen AD en eenzaamheid. Zowel de associatie tussen AD en verschillende psychiatrische aandoeningen als AD en eenzaamheid is nu onderzocht in een cross-sectionele studie binnen de Lifelines Cohortstudie.
“AD was geassocieerd met een hogere kans op algehele en sociale eenzaamheid”
Algehele eenzaamheid
De Lifelines Cohortstudie is een multidisciplinair prospectief bevolkingscohortonderzoek naar de gezondheid en het gezondheidsgerelateerde gedrag van bijna 170.000 mensen, woonachtig in het noorden van Nederland. De onderzoekers stuurden voor hun analyse een AD-vragenlijst naar bijna 136.000 deelnemers aan de Lifelines Cohortstudie. Vervolgens includeerden zij 56,896 personen, met een mediane leeftijd van 55,8 jaar, in hun analyse. Zij vonden dat AD positief geassocieerd was met het chronisch vermoeidheidssyndroom, burn-out, depressie, sociale fobie, een paniekstoornis, aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit en een eetstoornis, allen door de patiënten zelf gerapporteerd. Op basis van de gevalideerde Mini International Neuropsychiatric Interview (MINI) was AD geassocieerd met een grotere kans op een paniekstoornis en minstens één angststoornis. Ook zagen de onderzoekers dat AD geassocieerd was met een hogere kans op algehele eenzaamheid en sociale eenzaamheid.
“De kans op psychiatrische aandoeningen en eenzaamheid nam toe met een toenemende mate van ziekte-ernst”
Hoogste prevalentie
Verder liet het onderzoek zien dat patiënten met matige tot ernstige AD de hoogste prevalentie van psychische stoornissen en eenzaamheid hadden, gevolgd door patiënten met milde AD. Mensen zonder AD hadden de laagste prevalentie van psychiatrische stoornissen en eenzaamheid. De kans op het rapporteren van psychiatrische aandoeningen en eenzaamheid nam toe met de ziekte-ernst. Patiënten met matig tot ernstige AD hadden een grotere kans op het chronisch vermoeidheidssyndroom, depressie, sociale fobie, agorafobie, paniekstoornis en een eetstoornis in vergelijking met mensen zonder AD. Ook bleek er een associatie tussen matig tot ernstige AD en algehele eenzaamheid, en emotionele en sociale eenzaamheid.
De onderzoekers concluderen dat een groot deel van de patiënten met AD zich alleen voelt en last heeft van verschillende psychiatrische aandoeningen. Zij geven daarbij aan dat verdere studies nodig zijn om te evalueren of interdisciplinaire zorg, zoals de samenwerking tussen dermatologen en psychiaters, de medische zorg voor deze kwetsbare patiëntengroep kan verbeteren.
Referentie: Zhang J, Loman L, Oldhoff JM, et al. Beyond anxiety and depression: loneliness and psychiatric disorders in adults with atopic dermatitis. Acta Derm Venereol 2023;103:adv9378. doi: 10.2340/actadv.v103.9378.