Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Effectievere strategie bij darmfalen en risico op S. aureus-infectie
Bij patiënten met darmfalen en risico op een Staphylococcus aureus-infectie is een behandeling met antibioticum neuszalf, antiseptische zeep en mondspoeling effectiever dan korte systemische antibioticumbehandeling. Dat is gebleken in een internationale studie vanuit het Radboudumc in Nijmegen. “De studie laat zien dat persoonsgerichte infectiepreventie en -behandeling mogelijk is”, vertelt internist-infectioloog Michelle Gompelman. Zij promoveerde 15 november jl. aan de Radboud Universiteit en het Radboudumc.
Ongeveer een derde van de bevolking draagt de S. aureus-bacterie bij zich op de huid. Meestal kan dat geen kwaad, maar soms ontstaat een ernstige infectie. Bijvoorbeeld bij mensen die vanwege darmfalen parenterale voeding (TPV) krijgen. “Als daardoor een infectie ontstaat, worden deze patiënten ernstig ziek en moeten zij worden opgenomen in het ziekenhuis”, vertelt Gompelman. “Zij krijgen dan een behandeling met antibiotica en vaak wordt de katheter verwijderd. Maar deze mensen kunnen niet zonder een katheter, zodat die op een andere plek opnieuw moet worden aangebracht. Maar dat kun je niet eindeloos herhalen. Daarom vindt binnen deze patiëntengroep veel onderzoek plaats naar het voorkómen van infecties.”
“Een search-and-destroy aanpak is niet effectiever dan continue topicale onderdrukking”
Internist-infectioloog Michelle Gompelman
Preventief onderdrukken
Gompelman onderzocht de mogelijkheid om de bacterie preventief te onderdrukken of van de huid te verwijderen. Van onder anderen dialysepatiënten, die eveneens meer risico lopen op een infectie met S. aureus, is al bekend dat die aanpak kan werken. “Maar dat is nog niet uitvoerig onderzocht”, weet Gompelman. “Daarom hebben wij dat uitgebreider gedaan, specifiek voor deze groep patiënten met darmfalen.”
Het onderzoek was een gerandomiseerde studie in het Radboudumc in Nijmegen, Amsterdam UMC en het Engelse University College London Hospital in London. In ruim 3,5 jaar werden 63 patiënten geïncludeerd. Een deel kreeg continuous suppression (CS) met een maandelijkse antibioticum neuszalf, antiseptische zeep en mondspoeling. Het andere deel werd behandeld met een search-and-destroy (SD) strategie: een korte systemische antibioticumbehandeling via infuus of tabletten, aangevuld met neuszalf, zeep en mondspoeling.
CS beste optie
Primair eindpunt was het gemiddelde percentage patiënten bij wie S. aureus gedurende een jaar volledig verdween. Dat was het geval bij 61% in de CS-groep en bij 39% in de SD-groep. In de SD-groep traden meer bijwerkingen op, waardoor veel patiënten stopten met deze behandeling. De conclusie is dat een SD-aanpak niet effectiever is dan continue topicale onderdrukking. Voor patiënten met kathetervoeding lijkt de CS-aanpak de beste optie omdat die vaker de bacterie verwijdert en goed wordt verdragen. “Nadeel is wel dat patiënten de behandeling maandelijks moeten doen”, stelt Gompelman. “Maar wellicht is dat geen probleem, want mensen hebben veel over voor de kathetervoeding.”
“Het zou wenselijk zijn als de mantelzorger dezelfde behandeling ondergaat”
Mantelzorgers
Ook is de invloed onderzocht van mantelzorgers, die vaak ondersteuning bieden bij de zorg voor de katheter. Dragen zij de bacterie? En is dat van invloed op het dragerschap en op de behandeling? Gompelman: “Veel mantelzorgers bleken de S. aureus-bacterie bij zich te dragen. Het kwam vaker voor als ook de patiënt de bacterie had. Dus daar is zeker een relatie. We zagen tevens vaker behandelfalen als de mantelzorger positief was voor de bacterie. Dat is ook wat je verwacht. Het is dus nodig om de mantelzorger goede informatie te geven over algemene hygiëneadviezen, zoals handen wassen en gebruik van antiseptische middelen. Bovendien is van belang om de mantelzorger te betrekken bij de dragerschapsbehandeling van de patiënt. Om de kans op overdracht te minimaliseren, zou het wenselijk zijn als de mantelzorger dezelfde behandeling ondergaat.”
Maandelijkse suppressie
Uit de studie blijkt dat het wenselijk is om de bacterie weg te krijgen of te onderdrukken, omdat dat het aantal infecties met S. aureus verlaagt. Bij de onderzochte groep patiënten kan dat het best met een maandelijkse suppressieve behandeling. Bij twijfels over therapietrouw van de patiënt is een kortdurende systemische antibioticumbehandeling te overwegen. “Daarmee lukt het om de bacterie bij ruim de helft van deze patiënten in een keer weg te krijgen”, aldus Gompelman. “En bij bijna een derde van hen bleef de bacterie na kortdurend antibiotica een jaar weg. Dus bij een selecte groep had die behandeling wel effect. In de studie bleek het echter niet zinvol om de korte systemische behandeling te herhalen bij terugkeer van de bacterie.”
SD niet overboord
Gompelman voorziet dat de onderdrukkende behandeling voor TPV-patiënten in relevante richtlijnen wordt opgenomen, ook op Europees niveau. De SD-aanpak overboord gooien is volgens haar niet nodig. “Want als het effectief is en goed wordt verdragen, is het een goede optie. Maar in de richtlijn staat nu het advies om het drie keer te proberen. Dat is voor TPV-patiënten niet zinvol. Als het de eerste keer niet werkt, gebeurt dat later meestal niet alsnog.”De studie laat zien dat persoonsgerichte infectiepreventie en -behandeling mogelijk is, besluit Gompelman. “Ons advies is om CS tot eerste keus te maken. En als patiënten moeite hebben met elke maand smeren, spoelen en wassen, is SD zeker te overwegen.”
Referentie: Gompelman, M., Wezendonk, G.T.J., Wouters, Y., et al. Randomized clinical trial: Long-term Staphylococcus aureus decolonization in patients on home parenteral nutrition. Clinical Nutrition, 17 maart 2023.