Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Efficiënter longvlekjes op laten volgen door radioloog
Patiënten waarbij toevalligerwijs een longvlekje wordt ontdekt in het Radboudumc en Rijnstate worden op een efficiëntere manier opgevolgd. Door patiënten met een laag risico op longkanker te laten beoordelen door de radioloog, wordt de zorg efficiënter ingericht. Professor en longarts Erik van der Heijden (Radboudumc) legt uit waarom dit project belangrijk is voor de huidige en toekomstige zorg. “We willen de zorg bij longvlekjes zowel beter als goedkoper maken.”
“In het Radboudumc voeren we op jaarbasis 25.000 CT-scans van de borstkas uit”, vertelt Erik van der Heijden. “Bij ongeveer een derde van deze scans vinden we een longvlekje, ook wel een nodule genoemd. In vrijwel alle gevallen is een longvlekje onschuldig, maar bij circa 2% van de longvlekjes is er sprake van longkanker. Vroege detectie is essentieel voor de overlevingskansen van patiënten met longkanker.”

“De opvolging komt grotendeels onder het beheer van de radioloog”
Professor en longarts Erik van der Heijden
Capaciteit
Het opvolgen van longvlekjes is belangrijk, maar vergt veel zorgcapaciteit. “Wanneer er onverwachts een longvlekje wordt ontdekt bij een patiënt, moet dat goed worden opgepakt. Maar eigenlijk willen we niet dat al die mensen naar de longarts verwezen worden, omdat dit ten koste gaat van andere zorg. Om adequate opvolging van longvlekjes mogelijk te maken zonder longartsen te overbelasten, maken het Radboudumc en Rijnstate nu gebruik van een nieuwe werkwijze. Hierbij komt de opvolging grotendeels onder het beheer van de radioloog, en worden uitslagen digitaal gedeeld met patiënten.”
Risico-inschatting
Stel, een cardioloog laat een CT-scan maken van de borstkas van een patiënt, waarop vervolgens een longvlekje wordt gezien. “Op basis van de patiëntkenmerken en medische voorgeschiedenis bepalen we of iemand een verhoogd risico heeft op longkanker. Bijvoorbeeld omdat iemand rookt, in het verleden heeft gerookt of omdat iemand eerder kanker heeft gehad. Ook de eigenschappen van het longvlekje zijn van belang, zoals de grootte, het volume en de locatie van de nodule. Aan de hand van deze informatie maken we een risico-inschatting, waarna patiënten met een laag risico op longkanker beoordeeld worden door een radioloog in plaats van een longarts.”
“De radioloog voert volumemetingen uit op het longvlekje, waarmee bijgehouden wordt of het longvlekje groeit of niet. Indien nodig wordt de patiënt alsnog doorverwezen naar de longarts. Doordat we patiënten opvolgen via volumemetingen, denken we veel minder scans te hoeven maken. Met de volumemetingen van de radioloog kunnen we namelijk een stuk nauwkeuriger meten of een longvlekje groeit of niet. Zolang deze metingen goed zijn, komt de longarts niet aan de opvolging te pas.”
“De radioloog communiceert rechtstreeks met de patiënt via digitale middelen”
Digitale communicatie
Een ander deel van het nieuwe werkpakket voor de opvolging van longvlekjes betreft de communicatie van uitslagen naar de patiënt. Van der Heijden: “Om de zorg eenvoudiger te maken, communiceert de radioloog rechtstreeks met de patiënt via digitale middelen. Denk daarbij aan digitale middelen die tegenwoordig gebruikelijk zijn in de zorg, zoals het digitaal kunnen inzien van het eigen dossier van de patiënt. De radioloog heeft door het project wellicht iets meer werk gekregen, maar de totale gezondheidszorg wordt behoorlijk ontlast.”
“In de toekomst hopen we met behulp van AI ook de radiologen te kunnen ontlasten”
Betaalbaar Beter
Dit project is onderdeel van het Betaalbaar Beter project van het Radboudumc. Deze samenwerking met zorgverzekeraar VGZ heeft als doel om innovaties door te voeren die de zorg simultaan beter en goedkoper maken. Van der Heijden: “Het project bevindt zich op dit moment in de pilotfase, dus het effect op de zorgkosten en patiënttevredenheid zal zich nog moeten uitwijzen. In de toekomst hopen we met behulp van AI ook de radiologen te kunnen ontlasten.”
Verdere verbetering van de efficiëntie in de opvolging van longvlekjes is noodzakelijk in anticipatie op de toenemende zorgvraag, legt Van der Heijden uit. “De Europese Unie schrijft voor dat alle lidstaten een longkankerscreening moeten uitvoeren, maar Nederland loopt daarin achter. Dat is best vreemd, want een van de belangrijkste studies waaruit het nut van een dusdanige screening is gebleken – de NELSON-studie – is grotendeels in Nederland uitgevoerd. Ter voorbereiding op de werklast die deze screening met zich mee zal brengen, moeten we de opvolging van longvlekjes zo efficiënt mogelijk maken. Maar ook zonder deze screening is dit project belangrijk. Het aantal CT-scans, en daarmee het aantal onverwachts gedetecteerde longvlekjes, neemt namelijk gestaag toe.”