DOQ

Eindelijk: een vaste onderzoeks­definitie voor urineweg­infectie

Er bestond nog geen internationale consensus voor de definitie van urineweginfecties voor onderzoek, totdat onderzoekers van het LUMC recent hiertoe het voortouw namen. Volgens internist-infectioloog Merel Lambregts betekent dit onder meer dat studies en uitkomsten veel gestructureerder dan voorheen kunnen worden vergeleken. “Onderzoek naar urineweginfecties is heel belangrijk, met name in het licht van antibioticaresistentie. Voor goed onderzoek naar urineweginfecties is een goede definitie essentieel.”

Op zichzelf is het merkwaardig te noemen dat voor een zodanig frequent voorkomende aandoening als urineweginfecties een vaste onderzoeksdefinitie ontbrak. In Nederland alleen al betreft circa 2 miljoen van de jaarlijkse huisartsbezoeken een urineweginfectie. “Dat vonden wij ook vreemd en we vroegen ons af waarom dat zo was”, stelt Lambregts. “We zagen dat in allerlei studies verschillende definities werden gehanteerd.”

“Er zou echt meer bewustwording moeten komen voor de beperkingen van de diagnostiek”

Internist-infectioloog Merel Lambregts

Geen gouden standaard

Een andere factor die volgens Lambregts meespeelde was dat de diagnose urineweginfectie eigenlijk lastig te stellen is. “Er is namelijk geen gouden standaard voor. Een kweek kan negatief zijn terwijl er toch sprake is van een urineweginfectie. Omgekeerd is een kweek ook vaak positief bij mensen die geen blaasontsteking hebben. De symptomen, het urinesediment en de kweek hebben allen hun eigen beperkingen, en daarom is het de combinatie waar we op moeten varen.” Als er bijvoorbeeld alleen op de kweek wordt gevaren, leidt dat tot overdiagnose. Daarom is er bijvoorbeeld ook een speciale richtlijn voor ouderen waarbij niet uitsluitend wordt gevaren op de urinekweek en meer aandacht wordt gegeven aan de symptomen. “Er zou echt meer bewustwording moeten komen voor de beperkingen van de diagnostiek”, vindt Lambregts.

Verschillende experts

In de consensusstudie die Lambregts en haar collegae uitvoerden, is vanuit diverse perspectieven naar urineweginfecties gekeken. “In totaal zijn hier 46 experts met verschillende specialismen bij betrokken. Urologen en infectiologen kijken immers verschillend naar urineweginfecties. Tóch is het mogelijk om tot een goede consensus te komen en dat is heel mooi”, vertelt Lambregts. “We hadden zelfs eerder consensus dan verwacht.”

Definitie

“Het belangrijkste element in de nieuwe definitie van urineweginfectie is dat het gaat om de combinatie van verschillende factoren”, legt Lambregts uit. De pijlers die van belang zijn bij het bepalen of er sprake kan zijn van een urineweginfectie zijn urinewegsymptomen, systemische betrokkenheid, leukocyturie en kweekresultaten. Binnen elk van deze domeinen is een aantal elementen opgenomen, zoals bij symptomen onder andere dysurie en pollakisurie. Bij systemische criteria zijn dit bijvoorbeeld koorts en mate van leukocytose.

“Bij de nieuwe definitie zijn we afgestapt van óf wel urineweginfectie óf niet”

Vier categorieën

Lambregts wijst erop dat bij de bepaling of er sprake is van een urineweginfectie ook rekening moet worden gehouden met leeftijd. “De betrouwbaarheid van diagnostiek bij ouderen (65 jaar en ouder) is namelijk anders dan bij jongeren. Bij de nieuwe definitie zijn we afgestapt van óf wel urineweginfectie óf niet, want zo zwart-wit is het niet altijd.” Om aan deze nuance tegemoet te komen zijn 4 categorieën ontwikkeld: definitieve urineweginfectie, waarschijnlijke urineweginfectie, mogelijke urineweginfectie en geen urineweginfectie.

Onderzoeksdoeleinden

Overigens, zo wijst Lambregts erop, is deze nieuwe referentiestandaard van urineweginfecties alleen bedoeld voor onderzoek. Door een referentiestandaard voor onderzoek hopen ze het risico op misclassificatie te verlagen en te zorgen dat onderzoek onderling beter te vergelijken is. “In het panel zaten experts op het gebied van urineweginfectie uit verschillende landen en vanuit verschillende vakgebieden, onder andere de urologie en ouderengeneeskunde. Dit biedt een brede basis en we hopen dat de nieuwe referentiestandaard op deze manier zijn weg naar de onderzoekspraktijk gaat vinden.”

“Urineweginfecties zijn zeer relevant in het kader van antibioticaresistentie”

Hoge relevantie

Het is belangrijk dat er meer onderzoek komt naar urineweginfecties. Lambregts ziet inmiddels al een verschuiving optreden: “Urineweginfectie was geen ‘sexy’ onderwerp; nu is dat gelukkig wat meer het geval. Urineweginfecties – ook de gewone blaasontstekingen – gaan gepaard met een hoge ziektelast. Daarnaast zijn urineweginfecties zeer relevant in het kader van antibioticaresistentie. Bij de behandeling van urineweginfecties worden immers veel antibiotica gebruikt. Antibioticaresistentie bij de verwekkers van urineweginfecties is een groeiend probleem. Tegelijkertijd vindt overbehandeling plaats, doordat onterecht de diagnose blaasontsteking wordt gesteld, vooral bij ouderen. Andere aandoeningen die kunnen optreden als we ouder worden (zoals bijvoorbeeld overactieve blaas of postmenopauzale atrofie) geven namelijk vergelijkbare klachten als een blaasontsteking. Omdat bij ouderen ook de testen minder betrouwbaar zijn, is het stellen van de diagnose vaak lastig, en zijn de testen minder betrouwbaar. Een onterechte diagnose waarbij antibiotica worden gegeven is niet wenselijk, vanwege resistentieontwikkeling, maar ook vanwege bijwerkingen en de mogelijke wisselwerking met andere medicatie. Op dat gebied is dus nog veel te doen.”

Referentie: Bilsen MP, et al. A reference standard for urinary tract infection research: a multidisciplinary Delphi consensus study. Lancet Infect Dis. 2024 Mar 5:S1473-3099(23)00778-8.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”


Lees ook: Cranberries bij urineweg­infecties effectief, maar niet voor iedereen

Naar dit artikel »