DOQ

ERS-richtlijn over stoppen van ICS bij COPD-patiënten

Onder andere de longfunctie en symptomen blijken met duale langwerkende luchtwegverwijding in grotere mate te verbeteren dan met een combinatietherapie van ICS en langwerkende beta-2-agonist (LABA), terwijl er tegenstrijdige gegevens over de preventie van exacerbaties zijn. In de meest recente GOLD-richtlijn is het advies om te starten met langwerkende luchtwegverwijding in plaats van een ICS-bevattende behandeling bij alle patiënten met uitzondering van de kleine subgroep met frequente exacerbaties. 

Desalniettemin krijgt tot 70% van de COPD-patiënten zonder een voorgeschiedenis van frequente exacerbaties ICS als initiële behandeling, zelfs nadat comorbide astma is uitgesloten. Dit suggereert een wijdverbreid ongepast gebruik van ICS.  

(Foto Pixabay)

Overwegingen 

Het stoppen van ICS resulteert niet in een toename van de exacerbatiefrequentie of klinisch relevante veranderingen van de symptomen of longfunctie. Het stoppen van ICS lijkt veilig mogelijk bij geschikte patiënten, hoewel hiervoor weinig bewijs is als gevolg van het kleine aantal geschikte studies.  

In de meeste onderzoeken, met uitzondering van de COSMIC-studie, hadden de deelnemende patiënten niet frequent exacerbaties (0-1 exacerbaties gedurende het voorafgaande jaar). Zowel het bewijs voor ICS-gebruik bij patiënten met frequente exacerbaties, als de enigszins slechtere uitkomsten bij patiënten in de COSMIC-studie ondersteunen het beleid om ICS alleen proberen te stoppen bij patiënten met < 2 exacerbaties per jaar.  

Eosinofielengetal 

In subgroepanalyses bleek het eosinofielengetal op baseline een groot effect te hebben op het risico op exacerbaties. Die bevinding is meegenomen in de huidige aanbevelingen (zie hieronder). Er waren onvoldoende gegevens om zinvolle analyses te kunnen uitvoeren naar andere relevante subgroepen, onder andere met een voorgeschiedenis van exacerbaties en de FEV1 op baseline. 

In de beschikbare studies was het eosinofielengetal alleen op baseline vastgesteld. Het lijkt erop dat die bepaling voldoende is om de ICS al dan niet te stoppen. Indien bij een patiënt tijdens perioden van klinische stabiliteit meerdere keren het eosinofielengetal is gemeten en die waarden enkele keren < 300 cellen per μl waren, ondersteunt dat om met ICS te stoppen. 

Adviezen in ERS-richtlijn 

Na afweging van de balans tussen de gewenste en ongewenste gevolgen, de kwaliteit van de evidence en de haalbaarheid en aanvaardbaarheid van de verschillende interventies heeft de richtlijncommissie de volgende adviezen opgesteld:  

  • Een voorwaardelijke aanbeveling om ICS te stoppen bij COPD-patiënten zonder een voorgeschiedenis van frequente exacerbaties;  
  • Een krachtige aanbeveling om ICS niet te stoppen bij patiënten met eosinofielengetal in het bloed ≥ 300 cellen per µl;  
  • Een sterke aanbeveling om op het moment dat de ICS wordt gestopt, te behandelen met één of twee langwerkende luchtwegverwijders.  

Voorwaardelijke aanbevelingen geven aan dat er onzekerheid is over de balans tussen de gewenste en ongewenste gevolgen van de interventie. In dat geval kunnen patiënten een eigen keuze maken om de betreffende interventie al dan niet uit te voeren.  

Duale luchtwegverwijding 

De huidige analyse was niet bedoeld om antwoord te geven op de vraag of patiënten die stoppen met een ICS, door zouden moeten gaan met één of twee langwerkende luchtwegverwijders. De meeste onderzoeken wijzen erop dat duale langwerkende luchtwegverwijding beter is voor de longfunctie en symptomen. Daarom zouden de meeste leden van de richtlijncommissie in de praktijk duale luchtwegverwijding gebruiken. 


Chalmers JD, Laska IF, Franssen FME, et al. Withdrawal of Inhaled Corticosteroids in Chronic Obstructive Pulmonary Disease: A European Respiratory Society Guideline. Eur Respir J. 2020 May 4.  
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/?term=32366483

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Hoe dramaseries artsen kunnen helpen bij morele keuzes

Drie afleveringen van House M.D. of Dexter op een avond kijken, puur voor de ontspanning? Voor zorgprofessionals kan het ook leerzaam zijn. Mediawetenschapper Merel van Ommen onderzocht hoe dramaseries artsen kunnen helpen om beter om te gaan met moreel ingewikkelde situaties.

Onderliggend denkpatroon stuurt voorschrijver bij keuze voor geneesmiddel

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een afweging tussen richtlijnen, ervaring en patiëntkenmerken. Indeling in vier voorschrijversprofielen geeft inzicht in de eigen afwegingen. “En het helpt te begrijpen waarom een collega een andere beslissing neemt.”

‘Medicatiebeleid in de laatste levensfase kan beter’

6 op de 10 patiënten in de palliatieve fase krijgt door de huisarts medicatie voorgeschreven die niet langer passend is. Dat blijkt uit een onlangs verschenen factsheet van Nivel en PZNL. “We moeten voorschrijfgewoonten kritisch onder de loep nemen”, zegt Yvonne de Man, senior onderzoeker bij Nivel.

Casus: vrouw met pijnlijke oorschelp

Een 55-jarige vrouw heeft een hoed in haar hand als ze uw spreekkamer binnenkomt. Sinds een maand heeft zij ’s nachts last van pijn aan het linkeroor. Op de oorrand ziet u een nodulus die bij druk zeer pijnlijk is. Wat is uw diagnose?

‘Live well, die well’: rol van vrijwilligers in de laatste levensfase

Vrijwilligers aan het sterfbed in het ziekenhuis maken een groot verschil, stelt Anne Goossensen. Ze luisteren, troosten en verlichten de werkdruk van zorgverleners. “Ze bieden een luisterend oor en zijn aanwezig, zonder haast of medische agenda.”

Waarom melden vrouwen vaker bijwerkingen van medicijnen?

Vrouwen blijken vaker bijwerkingen van medicijnen te melden dan mannen. Onderzoeker Sieta de Vries van het UMC Groningen probeert te achterhalen hoe dit komt. En dat blijkt complexer dan het lijkt.

Gezondheid van mens, dier en natuur horen bij elkaar

Voorheen circuleerden het westnijl- en het usutuvirus alleen in Zuid-Europa. Maar inmiddels komen ze ook voor in Nederlandse vogels en muggen. Viroloog Marion Koopmans ziet daarin een duidelijke les: “De gezondheid van mensen kun je niet los zien van die van dieren en ecosystemen.”

Casus: hoestende man met koorts en dyspneu

Een 31-jarige Poolse man die vanwege de ziekte van Crohn wordt behandeld met infliximab bezoekt de SEH, omdat hij al twee weken hoest en benauwd is. Ook heeft hij koorts. Een antibioticumkuur van de huisarts heeft geen effect gehad. Wat is uw diagnose?

Casus: man met huidafwijking op de rug

Een 69-jarige man komt op uw spreekuur om een verruca seborrhoica in het gelaat te laten controleren. Bij algehele inspectie ziet u ook een huidafwijking op de rug. Wat is uw diagnose?

´Voorkom medicijn­resten, begin bij je eigen voorschrijven´

Minder diclofenac, lagere hormoondoses, terughoudend met azitromycine - zo kunnen zorgverleners volgens een recent rapport van het IVM bijdragen aan schoner water. “Aan de overwegingen die artsen maken bij voorschrijven zou ook duurzaamheid moeten worden toegevoegd.”