DOQ

Euthanasie: meer openheid en duidelijkheid van arts wenselijk

Huisartsen hebben volgens de KNMG vorig jaar ruim 6000 keer euthanasie uitgevoerd. Ons land telt circa 13.500 huisartsen, dus voert de gemiddelde beroepsbeoefenaar de handeling ongeveer eens per twee jaar uit. Mirjam Willemsen zit met 30 euthanasiegevallen in 18 jaar ruim boven het gemiddelde. “Het is bevredigend als je iemand goed hebt begeleid nadat hij er weldoordacht voor heeft gekozen uit het leven te stappen zodra het leven ondraaglijk zou worden.”

Hoor je als huisarts dat een patiënt recentelijk heeft vernomen ongeneeslijk ziek te zijn? Of zou het je verbazen als iemand binnen een jaar nog in leven is? Dan is het tijd om het gesprek over euthanasie aan te gaan, zegt Mirjam Willemsen. “Maak het bespreekbaar. En vraag actief hoe de ander denkt over euthanasie. Veel artsen zijn geneigd te zeggen: de patiënt moet het onderwerp zelf aansnijden. Dat klopt ook wel, maar dat betekent bijvoorbeeld niet dat je iemand die is gediagnosticeerd met een ongeneeslijke ziekte niet zou kunnen attenderen op de mogelijkheid en de procedure zou uitleggen. Op een informatieve en niet-sturende manier. Die openheid en duidelijkheid zijn er naar mijn mening te weinig, terwijl alle andere mogelijkheden dan euthanasie wél worden uitgelegd.” 

(Foto: ©Tellavision Productions 2022)

“Maak het bespreekbaar. En vraag actief hoe de ander denkt over euthanasie”

Huisarts Mirjam Willemsen

Leidraad

Willemsen is sinds 2019 waarnemer bij Huisartsen Heerlen-Noord. In de 15 jaar ervoor was ze er praktijkhouder. Haar speciale aandacht voor euthanasie blijkt onder meer uit het lidmaatschap van het Transmuraal Ondersteunend (-en) Palliatie Advies Team (TOPAT) van het ziekenhuis Zuyderland. “Verder schrijf ik mee aan de herziene landelijke richtlijn van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) voor het vroegtijdige zorgplanningsgesprek. Hoe en wanneer start je? Wat heb je nodig? We ontwikkelen ook een formulier dat is te gebruiken als leidraad.”

“Sommige mensen zitten met levensvragen, waardoor ze de stap naar het einde niet kunnen of durven zetten”

Geestelijk verzorger

Het is belangrijk de optie euthanasie te noemen tijdens vroegtijdige zorgplanningsgesprekken. Zo kan worden voorkomen dat het thema pas aan de orde komt wanneer het opeens snel bergafwaarts gaat met de patiënt. “Ga ook meerdere malen het gesprek aan over de mogelijkheden van én euthanasie én palliatieve sedatie en alle bijkomende aspecten”, zegt Willemsen. “Beperk het niet tot één keer. Betrek er eventueel een geestelijk verzorger bij, want sommige mensen zitten met levensvragen, waardoor ze de stap naar het einde niet kunnen of durven zetten. Kortom, bied patiënt, partner en naasten de tijd toe te leven naar het uiteindelijke moment. Veel mensen vinden het bijvoorbeeld fijn in alle rust hun uitvaart te regelen.”

“Veel mensen kennen het verschil niet tussen palliatieve sedatie en euthanasie”

‘Spuitje’

Duidelijk de optie euthanasie bespreken, is ook van groot belang, weet de huisarts. “Dit verdient zeker aandacht in de wijk waarin ik werk, een achterstandswijk. Veel mensen kennen het verschil niet tussen palliatieve sedatie en euthanasie. Ik hoor vaak: ‘Dokter, als ik ga lijden geef me dan maar een spuitje’. Vraag ik door, dan blijkt dat ze met een spuitje bedoelen dat ze in slaap worden gebracht en zo langzaam sterven. Palliatieve sedatie dus.”

“Een uur na de euthanasie wil ik niet alweer een kind met een snotneus zien”

Vrije dag

Hoewel Willemsen veel ervaring heeft met euthanasie uitvoeren, vindt ze het altijd weer spannend. “We zijn uiteindelijk opgeleid om mensen beter te maken, dus het voelt anders dan anders. Ik voer euthanasie altijd uit op een vrije dag. Kan dat niet, dan neem ik een vrije middag. Ik wil mijn tijd nemen, want dat respect verdient de patiënt. En ik wil rust uitstralen, omdat de patiënt daar ook rustig van wordt. En na afloop heb ik tijd nodig om het te laten bezinken. Ik wil een uur later niet alweer een kind met een snotneus zien.”

Medisch specialist aanwezig

Huisartsen Heerlen-Noord heeft een overlijdensprotocol. Daarin is afgelopen zomer een aanpassing doorgevoerd. Willemsen: “Als de overledene in behandeling was bij een medisch specialist, brachten we de dokter na euthanasie op de hoogte van het overlijden. De man die ik afgelopen zomer heb geëuthanaseerd, heeft mij dikwijls verteld dat hij een hechte band had met zijn longarts: Michiel Gronenschild uit Zuyderland. Vanwege corona en zijn uitzichtloze situatie had hij de arts al anderhalf jaar niet meer gezien, en hij wilde hem niet storen om te vertellen over zijn naderende euthanasie. Gezien de hechte band heb ik hierover wel contact gezocht met de longarts. Misschien wil je nog telefonisch afscheid nemen van je patiënt? Daarop vroeg de longarts of hij aanwezig mocht zijn tijdens de euthanasie. Dat kon, en daar heb ik zowel de patiënt als de arts een plezier mee gedaan. Nu staat in het protocol dat we de medisch specialist bellen vóór in plaats van na de euthanasie.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Boek over veilige sedatie toepassen op de SEH moet angst wegnemen

Vier SEH- artsen schreven een boek over veilige sedatie op de SEH. Het is bedoeld als naslagwerk en cursusmateriaal, vertellen Mischa Veen en Daniëlle van Winden. “Uniek is dat de informatie ook gericht is op het voorkomen van traumatische ervaringen voor patiënten.”

‘Wij willen over twintig jaar ook nog huisarts zijn’

Ties Janssen vertelt over het manifest ‘De huisarts van morgen’, waarmee de Lovah de continuïteit van de huisartsenzorg wil veiligstellen. “Al jaren wordt er nagedacht over vergrijzing en personeelstekorten in de zorg, en nog steeds kabbelt het maar voort.”

Casus: 13-jarig meisje met een bloedende moedervlek

Een 13-jarig meisje komt op het spreekuur omdat ze sinds enkele dagen een bloedende moedervlek heeft. De moedervlek zit er al sinds enkele maanden en is snel gegroeid en ook wat boller geworden. Verder geen klachten zoals pijn of jeuk. Wat is uw diagnose?

‘Ik heb medewerkers meegenomen naar waar ze het best op hun plek zijn’

Op de afdeling waar Jacqueline Loonen leiding geeft staat ‘persoonsgericht’ centraal, zowel in de patiëntenzorg als in de organisatie. “De patiënt en zorgverlener zijn samen verantwoordelijk. Iedereen komt vanuit zijn of haar expertise met voorstellen tot verbetering.”

Casus: vrouw met verkoudheid en oorpijn

Patiënte zit verkouden tegenover u met oorpijn links. De verkoudheid bestaat sinds gisteren maar de oorpijn is vannacht begonnen. De otalgie is pijnlijker dan de pijn die zij heeft ervaren bij de bevalling van haar kinderen. Het gehoor is links mogelijk iets minder dan rechts. Zij heeft geen koorts. Wat is uw diagnose?

Mededingings­toezicht biedt veel ruimte voor samen­werking

In ons zorgstelsel is veel ruimte voor samenwerking en netwerkvorming, vertelt Marco Varkevisser. “Veel zorgaanbieders denken dat heel veel niet mag van de ACM, terwijl die de afgelopen jaren heeft laten zien dat er juist veel ruimte is voor samenwerking.”

‘Vergroot herken­baarheid anti­biotica’

Een betere herkenbaarheid van antibiotica kan leiden tot verstandiger gebruik en zo helpen in de strijd tegen de wereldwijd groeiende antibioticaresistentie. Annelie Monnier en Heiman Wertheim vertellen over het ABACUS-project. “Resistentie kent geen grenzen.”

Medische hypnose: meer controle over je lijf en emoties

Kinderarts en hypnotherapeut Arine Vlieger vertelt over het gebruik van medische hypnose: “Als je de verwachtingen van de patiënt positief kan beïnvloeden dan heeft dat tevens effect op de behandeling. Taal is dan ook de basis van hypnose.”

Casus: vrouw met melaena, een steeds dikker wordende buik en een uitpuilende navel

Een vrouw wordt gepresenteerd op de Spoedeisende Hulp in verband met sinds 1 dag bestaande melaena. Daarnaast klaagt patiënte over een steeds dikker wordende buik, pijn in de rechter bovenbuik en een uitpuilende navel sinds 6 weken. Tevens zijn haar benen iets dikker geworden. Wat is uw diagnose?

In zes stappen afval op de OK reduceren

Roos Bleckman, Lukas Radema en hun collega’s van het OK Green Team bedachten een stappenplan om het afval op de OK de komende jaren met de helft te reduceren. “Het afdekmateriaal op de OK kon met maar liefst 20% gereduceerd kon worden.”


0
Laat een reactie achterx